Dat zal niet kunnen zonder subsidie van Curema en van de gemeenten.
De VOORZITTER meent, dat dit wel enige tijd zal vergen.
De gemeente Breda koopt reeds gronden aan voor zandwinning, teneinde
die later in te brengen in de gedachte gemeenschappelijke regeling.
De VOORZITTER zegt, de aanzet voor het plan nog niet op korte termijn
te verwachten. In Breda wil men blijkbaar enige hearings hierover houden.
Een en ander zal nog vrij veel tijd kosten.
De VOORZITTER zegt, dat zijn opvolger wellicht nog eens de tot stand
koming zal meemaken.
De Heer VAN OOSTERBOSCH concludeert, dat dus pas na de studie beslist
zal worden, of Nieuw-Ginneken zal meedoen. De VOORZITTER bevestigt dit,
waarbij hij nog eens onderstreept, dat de Raad reeds eerder heeft uit
gesproken, alleen te zullen meedoen, als het plan financieel en technisch
haalbaar blijkt. Dat staat nog geenszins vast
De Heer PEGEL zegt, vernomen te hebben, dat de gemeente Breda hartbe-
wakingsapparatuur gaat aanschaffen. Hij stelt de vraag, of aan Nieuw-
Ginneken verzocht is, in de kosten hiervan bij te dragen.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit niet het geval is.
De Heer HUIJBEN zegt, dat Openbare Werken bijzonder goed zijn best doet
om de straten enz. schoon te houden. En enkele weken geleden heeft de
Burgemeester in een toespraak ter gelegenheid van het festival van de
drumband gelegd, dat Nieuw-Ginneken zo'n leuke gemeente is.
De Hesr HUIJBEN wil daarom aandacht vragen voor enkele plaatsen, die
blijkbaar in de vergeethoek zijn geraakt. Met name het plein tussen
Steedreef en Heistuk wemelt van graspollen en oud vuil; ook staan er
enkele auto-wrakken op dat pleintje. Verder heeft ook op het Dorps
plein een tijdlang een tweetal oude wagens gestaan, en dat, terwijl
er al te kort aan parkeerruimte is. Hij vraagt, of hier iets aan ge
daan kan worden.
Wethouder OOMEN antwoordt, dat een en ander onderzocht zal worden.
Hij onderstreept, dat de gemeente inderdaad de grootste aandacht besteedt
aan het schoonhouden van de gemeente. Overwogen wordt de aanschaf van een
reinigingsmachine. De gemeente mag zich gelukkig prijzen, nog te be
schikken over enkele personen, die het straatvegen nog voor hun rekening
willen nemen.
Verder vraagt de Heer HUIJBEN aandacht voor de verkeerslichten in de
Dorpstraat. Ongetv/i j feld zijn deze voor de voetgangers een verbetering,
maar voor de autorijders is het een moeilijke affaire. De Heer HUIJBEN
meent, dat er veel misbruik van gemaakt wordt, waardoor het verkeer on
nodig gehinderd wordt. Hij vraagt, of deze verkeerslichten na een be
paalde tijd, b.v.na 19.- uur, niet uitgeschakeld zouden kunnen worden.
Overigens zou de tijd - met name voor bejaarde voetgangers - om over te
steken, te kort zijn.
Wethouder OOMEN antwoordt, dat we pas in het beginstadium verkeren wat
deze stoplichten betreft. Wellicht is enige bijstelling nodig, maar dat
zal door de Verkeerspolitie bezien moeten worden.
Dan vraagt de Heer HUIJBEN, of het College al tot een mening is ge
komen ten aanzien van de camping, die zich in de gemeente zou willen
vestigen.
De VOORZITTER zegt, dat Gedeputeerde Staten omtrent de ingediende aan
vrage bericht en raad vragen aan de gemeente. Dit is de gewoonte, al
hoewel Gedeputeerde Staten hun eigen streekplan wel kennen, en er dus
mee bekend zijn, dat ter plaatse géén camping mag komen.
De Heer VAN LOON informeert, hoe de gemeente hier tegenover staat.
De VOORZITTER antwoordt, dat ook de Raad zich duidelijk heeft uit
gesproken, dat hier geen verblijfsrecreatie mag komen.