b en c) De begrotingen van de takken van dienst, alsmede van de
algemene dienst zijn door een commissie uit de raad onder
zocht. Zodra het rapport is ontvangen, zal dit, vergezeld
van het antwoord van het college van burgemeester en wet
houders, aan de leden van de raad worden toegezonden.
AANBIEDING VAN DE REKENING VAN HET GEMEENTELIJK GRONDBEDRIJF EN VAN
DE ALGEMENE DIENST OVER HET JAAR 1969
Toelichting
Omtrent de rechtmatigheid zijn deze rekeningen gecontroleerd door het
centraal bureau voor verificatie en financiële adviezen van de ver
eniging van nederlandse gemeenten.
Gebruikelijk is deze rekeningen te doen onderzoeken door de commissie,
welke indertijd ook de begroting 19&9 heeft gecontroleerd. Evenwel
zijn de leden van die commissie thans geen lid van de raad meer.
Derhalve wordt thans voorgesteld in deze commissie te benoemen de
heren van Gestel, van Loon en van Oosterbosch.
De rekeningen, met de rapporten van het Verificatiebureau, alsmede
bemerkingen daarop van de afdeling Financiën, respectievelijk Open
bare Werken, liggen in het agendadossier ter inzage.
Discussie hierover kan gehouden worden nadat de Commissie van Onder
zoek rapport zal hebben uitgebracht '.ver haar bevindingen.
1E WIJZIGING UITKERINGS- EN PENSIOENVERORDENING WETHOUDERS.
Toelichting:
De gemeente volgt de tekst van de verordening zoals deze is opgesteld
door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Door genoemde ver
eniging zijn enkele wijzigingen aanbevolen.
Voorgesteld wordt de wijzigingen in de geldende verordening aan te
brengen conform het ontwerp-voorstel
AFSCHAFFING BAATBELASTING WATERLEIDING.
Toelichting:
In deze gemeente wordt gedurende een periode van 25 jaar (van 1957
t/m 1981) een baatbelasting waterleiding geheven onder de naam
"Baatbelasting waterleiding 1957"
De belasting bedraagt jaarlijks 12,00 resp» 16,00, naar gelang
de huisaansluitingen een diameter van 3/^" of minder, dan wel van
miér dan 3/^" hebben.
Aanvankelijk werden 293 belastingplichtingen in deze belasting be
trokken.
Door 53 belastingplichtingen is deze belasting afgekocht. De jaar
lijkse opbrengst bedraagt 353^,17,
Aangezien in 1971 het hebben van waterleiding behoort tot de primaire
levensbehoeften, lijkt het thans niet meer verantwoord deze baat
belasting te blijven heffen, tenzij men zich op eigen risico vestigt
op plaatsen, die door hun excentrieke ligging de voorziening voor al
te grote moeilijkheden plaatsen.
Voorgesteld wordt ingaande het belastingjaar 1972 deze belasting af
te schaffen en een regeling te treffen vaor degenen die deze belasting
reeds hebben afgekocht.