ben. De VOORZITTER antwoordt, dat de oude regeling bijna ondoenlijk geworden is, juist
door de groei van de gemeente. Voor 1972 wordt wel enig soulaas verwacht, maar dat be
tekent niet, dat nu ook personeel vrij komt.
De Heer VAN OOSTERBOSCH meent, dat als do 19 e man op de begroting gehandhaafd blijft,
het voor hem uitgetrokken bedrag niet besteed kan worden. Wordt nu de raming verminderd,
en blijkt deze man straks toch nodig te zijn, dan zal zijns inziens de Raad zich daar
tegen niet verzetten.
De Heer VAN GESTEL meent, dat het moeilijk is, als raadslid te beoordelen, of wel of
niet uitbreiding van de personeelsbezetting nodig is.
Nadat de VOORZITTER heeft toegezegd, dat het College niet tot aanstelling zal overgaan
voordat de Raad terzake is ingelicht, gaat de Raad met handhaving van de raming voor de
19 e man akkoord.
De Heer VAN ALEHEN vraagt de aandacht voor de raming op volgnr. 236 (kwartaire wegen).
Hij meent, dat de uitgaaframingen wel zodanig zijn, dat de wegen daarvan in goede staat
gehouden kunnen worden. In dit verband wijst hij op de Grazenseweg, die bar slecht is.
Hij vraagt zich af, wanneer daar voor het laatst iets aan gebeurd is. Wethouder OOMEN
zegt, dat ook de Grazenseweg wel wordt bijgehouden, maar niet elk jaar even intensief.
Mogelijk betreft het een stuk weg, waar niemand woont.
De Heer VAN ALEHEN antwoordt, dat er toch wel enkele gezinnen wonen. Hij vindt het niet
juist, dat het bedrag, dat de gemeente voor de Grazenseweg krijgt, besteed wordt aan
andere wegen» De toestand van bedoelde weg is zo, dat die in zijn geheel opgehaald zou
moeten worden. De kantkeien b.v. steken omhoog.
De VOORZITTER wijst er op, dat het niet mogelijk is elk jaar alle weggedeelten een gro
te beurt te geven. Waar iets uitgevoerd wordt, zijn er meteen g?ote bedragen mee ge
moeid, Wethouder OOMEN zegt, er wel v66r te zijn, dat de Grazenseweg herstraat wordt.
Dit zal met Openbare Werken opgenomen worden.
Verder merkt de Heer VAN ALEHEN op, dat de Galderseweg pas voor de helft verbeterd is.
Wethouder OOM® antwoordt dat het College besloten heeft opnieuw ®en gedeelte te ver
beteren. Maar de kosten daarvan moeten niet ohderschat worden, ze komen op ongeveer
100,— per meter weggedeelte.
Bij hoofdstuk VII, volgnr. 97, wijst de Heer H.M.C.J, VAN GILS op de huur voor 't Jacht
huis, 3016,— per jaar. Hij is van mening, dat dit een huurprijs is voor een goed
woonhuis, doch niet voor een bedrijfspand.
De VOORZITTER antwoordt, dat de gemeente het verhuurd heeft aan een Brouwerij. Zo ver
de informaties reiken, is het slechts zeer matig rendabel.
De Heer VAN OOSTERBOSCH zegt, dat de pachter 585,-- per maand betaalt. Is het dan
wel juist, dat de gemeente zo weinig krijgt?
De VOORZITTER zegt, dat hem niet bekend is, onder welke voorwaarden de Brouwerij het
panè heeft verhuurd aan de pachter. Gezien de kostprijs voor de gemeente, is het pand
zeer goed verhuurd.
Na raadpleging van het betreffende dossier kan de VOORZITTER nog mededelen, dat het
huidige contract nog een looptijd van 5 jaren heeft.
Bij hoofdstuk VIII, 7, vraagt de Heer VAN OOSTERBOSCH aandacht voor het subsidie aan
de Stichting De Schakel. Hij zegt: Het subsidie aan de Stichting De Schakel gaat ieder
jaar mondjesmaat vooruit. Het is toch een Stichting, welke ten doel heeft de bevordering
Van cultuur en sport in onze gemeente» Ik weet niet, of Uw verdeelsleutel wel goed is,
want ten aanzien van de sporthal in Bavel, de Schóól Muzische Vorming, an de Stichting
Openbare Leeszaal en Bibliotheek, bent U ook niet zo karig in Uw bedragen; ook deze
zijn een wezenlijk onderdeel van onze cultuur en sport. Bij de laatstgenoemden gaat het
met vele tienduizenden guldens tegelijk, terwijl de Schakel alle overige verenigingen
en gebeurtenissen moet subsidiëren. Uw 25 ct. per inwoner verhoging, is derhalve maar
een druppel op de bekende gloeiende plaat. Ik zou willen voorstellen, nu dit jaar eens