9. TOELATING VAN ...C. HU IJ BEN TOT LID VAN DE RAAD:
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming ?/ordt besloten, de
heer HUIJBEN als lid van de Raad toe te laten.
10. AGGLOMERATIE BREDA;
De heer WESTERTERP zegt, tot zijn blijdschap de volgende verklaring
te kunnen afleggen:
Tijdens een hedenmiddag, 19 maart 1971, op het stadhuis van Breda gehouden
vergadering van de colleges van B. en W. van de 16 gemeenten, die deel
nemen aan het intergemeentelijk Overleg in de Baronie van Breda, is
definitief overeenstemming bereikt over de tekst van de ontwerp-gemeensch
regeling voor de regio Breda.
Er zijn hedenmiddag nog enkele wijzigingen in de ontwerp-regeling
aangebracht. Zo is besloten de naam gewest Breda te wijzigen in regio
Breda om er geen misverstand over te laten bestaan dat deze regeling niet
in de weg staat aan de toekomstige vorming van een gewest West-Brabant.
Tevens is besloten het dagelijks bestuur te doen bestaan niet uit
5, doch uit 5 of 7 leden. Ongewijzigd is gebleven dat de VOORZITTER uit
en door de regio-raad zal worden gekozen. Ook is de samenstelling van
de regio-raad onveranderd gebleven, hetgeen betekent een totale samenstel
ling van 53 leden (als Oosterhout en Etten-Leur alsnog zullen gaan mee
doen, waarop wij nog steeds hopen, zal het ledental meer dan 60 gaan be
dragen)
Hedenmiddag is ook nog besloten aan de regio-raad Breda rechtsper
soonlijkheid te verlenen.
De tekst van de gemeenschappelijke regeling zal, na redactioneel
te zijn bijgewerkt, omstreeks 1 april aan de 16 deelnemende gemeenten
worden toegezonden. In alle gemeenten zal worden getracht de goedkeuring
van de ontworpen regeling binnen een tijdsbestek van A a 6 weken na
1 april te bevorderen. Voor de gemeente Nieuw-Ginneken betekent dit dat
B.en W. zullen voorstellen de goedkeuring van de gemeenschappelijke re
geling voor de regio-Breda te doen geschieden in de raadsvergadering van
april, d.w.z. op 29 april, mits wij de tekst inderdaad tijdig van Breda
zullen hebben ontvangen.
Aldus is na maandenlange voorbereiding heden uiteindelijk dan toch
overeenstemming bereikt over de institutionalisering van het overleg in
de regio-Breda. Wij hopen dat 19 maart 1971 een historische dag zal blijken
te zijn voor de totstandkoming van de regio-Breda. Weliswaar beginnen
we helaas met een lichte regeling, welke beperkt blijft tot advies en
overleg, doch wij hopen dat we in de toekomst tot een regio-Breda zullen
komen met ook eigen beslissingsbevoegdheid.
De heer AARTS merkt op, dat sprake is van een raadsvergadering op 29
april. Moet dit niet zijn: 23 april? De VOORZITTER zegt, dat de laatste
vrijdag van april Koninginnedag is. Dan kan dus geen raadsvergadering
gehouden worden. Daarom is gedacht aan 29 april.
Na overleg hierover wordt unaniem besloten, de eerstvolgende raadsver
gadering te houden op vrijdag 7 mei 1971.
11. VRuGEN INGEVOLGE ,.RTIKEL 22 VAN HET REGLEMENT VAN ORDE:
Zodanige vragen zijn niet ingekomen.
12. RONDVRAAG:
De heer VAN LOON vraagt naar aanleiding van een aanrijding op het
kruispunt Galderseweg/StJacobsstraat afgelopen ?;eek, opnieuw aandacht
voor de situatie aldaar.
Komt men vanuit Breda, dan is er weinig zicht.
De VOORZITTER zegt toe, na te zullen laten gaan, of het mogelijk is, ter
plaatse een voorrangskruising te creëren.
De heer AARTS merkt op, van toehoorders op de publieke tribune de klacht
gehoord te hebben, dat ze de raadsleden en de leden van het College soms
moeilijk kunnen verstaan. De VOORZITTER wil van zijn kant graag zijn best
doen, wat luider te spreken.