-7- Hij meent, dat de boerderij gerust boerderij kan blijven. Als de straat wat breder wordt, en de rommel verdwijnt, zou dat best kunnen. De VOORZITTER antwoordt, dat juist om het plan niet te duur te maken, gekozen wordt voor de vorm van opstelling van een plan in overleg met Openbare Werken, Hij vindt, dat in ieder geval geprobeerd moet worden, er iets goeds van te maken. De heer J.H. VAN GILS is eveneens bevreesd, dat het ontwerp te ver zal gaan. Er zal veel geld mee gemoeid zijn; voor dat geld je misschien een instructiebad kunnen bouwen. De VOORZITTER zegt, dat realisering van beide projecten gewenst is, maar dat wellicht getemporiseerd zou moeten worden. Het moet uiteraard niet zó zijn, dat door het uitvoeren van een zeer duur object andere misschien meer dringende zaken zouden moeten blijven liggen. De heer HUIJBEN meent, dat het wel dienstig zou zijn, dat de bestemming van de boederij duidelijk aangegeven wordt, vóórdat de opdracht gegeven wordt-, '~'n als b-v, >-.n instelling als de School Muzische Vorming daar ondergebracht zou worden, kan die dan de hogere huur betalen? De VOORZITTER zegt, dat Muzische Vorming een onderwijs instituut is met enkele honderden leerlingen. Men zal daar iets voor over moeten hebben. Verder wijst de Heer HUIJBEN er op, dat ook andere jeugd zou moeten kun nen profiteren van de nieuwe bestemming. Hij denkt hier o.a. aan de ver kenners, gidsen en welpen. Nu al zou hiermede bij het opstellen van een plan rekening moeten worden gehouden. De VOORZITTER antwoordt, dat Monumentenzorg vooral aandacht besteedt aan het uiterlijk. Ook de schuur staat onder haar bescherming. De ver warming van die schuur alleen al, zal veel kosten met zich brengen. Uiteraard zal ook naar de jeugdbeweging worden gezien. Op een vraag van de heer J.H. VAN GILS antwoordt de VOORZITTER nog, dat niet te berekenen is, hoe groot de bijdrage van Monumentenzorg in de restauratiekosten zal zijn. Wel wijst hij er nog op, dat genoemde instelling ten aanzien van het uitwendige nagenoeg alles te zeggen heeft. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten, zoals op de agenda voorgesteld, 25. UITVOERING GEDEELTE BESTEMMINGSPLAN MARKDAL II ZUID TE ULVENHOUT De heer II .M c CJVAN GILS merkt op, dat in een van de vorige ver gaderingen is gezegd, dat eerst het plan Roosberg aangepakt zal worden. Er is echter pas met een heel klein gedeelte begonnen. Wanneer volgt de rest? De VOORZITTER zegt, dat de vereiste goedkeuring nog niet ontvangen is; deze wordt echter wel spoedig verwacht. De heer H,M,J.J, VAN GILS zegt, dat zijn vraag verband houdt met de vrees, dat de beoogde woningwetwoningen niet gebouwd kunnen worden, althans, dat de bouw zal stagneren. Wethouder COMEN kan hem te dezen aanzien geruststellen. De Heer J.H. VAN G LS constateert, dat er in Bavel momenteel alleen grond is voor bungalows, terwijl er juist behoefte is aan andere woningen. Wethouder OOMEN herhaalt, dat het wachten nog is op goedkeuring, maar die wordt spoedig verwacht. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens besloten, zoals op de agenda voorgesteld, 26. AANGAAN VASTE LENINGEN EN/OF KASGELDLENINGEN Wethouder WESTERTERP zegt verheugd te zijn, te kunnen mededelen, dat Gedeputeerde Staten inmiddels goedkeuring hebben verleend aan de bouw van de kleuterschool in de Weversdries. Telefonisch is daarvan kennis gegeven. Het schoolbestuur heeft de school inmiddels aanbesteed. Streef datum is 1 oktober. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt hierna besloten, zoals op de agenda voorgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 55