sportzaal Bavel ook Ulvenhouts Welzijn en Gemeenschapshuis Galder-Strijbeek nog voor een extra bijdrage in aanmerking zouden moeten komen, in de orde van 25000, respectievelijk 15.000, De VOORZITTER gaat op het betoog van de Heer van Oosterbosch in. Hij zegt, dat de omstandigheden voor Bavel anders zijn dan voor de beide andere gemeenschapshuizen. De bouwkosten b.v. waren aanzienlijk hoger, en voor de functionarissen van de Huif gelden hogere sociale lasten, b.v. pensioenlasten. Wat de afschrijving betreft, vaak is die gesteld op 30 jaar. In dit geval is men uitgegaan van 40 jaar, wat voldoende lijkt. Wat de raming van opbrengsten van drankverkoop betreft, bestaat op grond van de resultaten 1973 de verwachting, dat ze gehaald zullen worden. Ondanks het feit, dat de bouwkosten in Bavel hoger lagen, is toch naar een niet te dure oplossing gestreefd, wat al blijkt uit het feit, dat een zgn. Pellikaan- sporthal werd gebouwd. Jeugdland b.v. heeft het geluk gehad, dat zijn Voorzitter in Breda goed bekend was. Dat heeft van het begin af aan een goede bezettingsgraad in de hand gewerkt. Overigens heeft ook Jeugdland toch wel belangrijke subsidies uit de gemeentekas ontvangen, evenals het Gemeenschapshuis Galder/Strijbeek. Daarnaast zijn nog di verse garanties voor opgenomen leningen verleend. Dat Ulvenhouts Welzijn van die garanties noch nimmergebruik heeft behoeven te ma ken bewijst, dat er ook daar een goed beleid gevoerd is. Wel moet daarbij nog be dacht worden, dat ze hebben kunnen profiteren van betrekkelijk lage rente. De Heer AARTS wijst er op, dat de werkelijke ontvangsten van de sportzaal Bavel in 1972 23.018,90 hebben bedragen. Bij een totaal aan uitgaven van ongeveer 10000,- kan dus wel gezegd worden, dat de geraamde bedragen voor 1974 reëel zijn. De Heer VAN OOSTERBOSCH herhaalt, dat de begroting niet volledig is, daar de salaris sen van de secretarie-ambtenaren er niet op drukken. De VOORZITTER antwoordt, dat dit om zulke geringe bedragen gaat, dat het begrotings beeld er niet door verandert. Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde, het rapport, dat de begrotingscommissie heeft uitgebracht. Ten aanzien van het advies, het bedrag per leerling niet vast te stellen op 184, doch op 180,00, merkt de VOORZIITER op, dat hierbij met name gelet is op de scholen van Bavel. Maar bij b.v. de Brigidaschool vindt geen reservering plaats, wat toch wel zou moeten gebeuren. Hij wijst in dit verband ook op de bedragen, welke in omliggende gemeenten worden toegekend Rijsbergen 195,Zundert 198,Terheijden 202,75, enz. Nieuw-Ginneken kan dus met 184,zeker niet als koploper worden aangemerkt. De Heer VAN GESTEL merkt op, dat de begrotingscommissie vraagt om het instellen van een sociografisch onderzoek. Zo'n onderzoek zou toch wel nuttig zijn, om meer inzicht te krijgen in de te verwachten aantallen schoolkinderen. De VOORZITTER antwoordt, dat zo'n onderzoek niet door de afdeling bevolking kan gebeuren. De sociografische dienst van Breda zou het wél kunnen. Maar hij meent, dat geen onderzoek nodig is. Als gevolg van de nog aanhoudende groei van de ge meente en de verlaging van de leerlingenschaal zal géén teveel aan klassen ontstaan. Eén klas van de Rosmolenschool is reeds in een noodgebouw ondergebracht. De Heer VAN GESTEL wijst er op, dat bij de Rosmolenschool twee lokalen zouden moe ten bijkomen, maar om bouwkundige redenen worden er vier bijgebouwd, en dan komt er nog een openbare school met voorlopig twee lokalen. De VOORZITTER zegt, dat naar de huidige stand van zaken reeds drie lokalen bij de Rosmolenschool absoluut nodig zijn. De fundamenten van de school zijn op hogere bouw berekend. Wel maant het feit, dat er ook een openbare school moet komen, tot enige voorzichtigheid, maar tocht vreest de VOORZITTER geen leegstaid. De Heer VAN ALPHEN vraagt, of het bedrag per leerling voor Bavel wellicht lager kan zijn dan dat van Ulvenhout en of niet gekeken kan worden naar het landelijk gemiddelde. De VOORZITTER antwoordt, dat het door de Raad vast te stellen bedrag geldt voor de gehele gemeente. Het grote verschil tussen beide gemeentedelen is het onderhoud. Dat kost in Ulven hout veel meer dan elders. De scholen in Bavel worden goed onderhouden; die in Ulvenhout zijn nieuwer, en toch duurder in onderhoud. De heer PEGEL meent, dat Ulvenhout op de post "salarissen onderhoud" toch wel een 10% zou kunnen besparen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 108