-3- De VOORZITTER zegt, dat hij het uitgangspunt van de Commissie wel kan begrijpen» Maar anderzijds kun je toch ook niet zeggen: als ze 184,krijgen, is het veel te veel» De bedragen in de omliggende gemeenten zijn vrij belangrijk hoger. Hij gelooft, dat het verstandig zou zijn, het bedrag op 184,te houden. De Heer AARTS zegt, dat hij zich toch wil aansluiten bij het voorstel van de Commissie De Heer VAN OOSTERBOSCH meent, dat het bedrag van f 184,aangehouden zou kunnen worden maar dat het Ulvenhoutse schoolbestuur er op gewezen zou moeten worden, dat enige besparing op de onderhoudskosten nagestreefd zou moeten worden. Met het idee van de Heer van Alphen, het landelijk gemiddelde in het oog te houden, kan hij meegaan» De VOORZITTER zegt, dat het lijkt dat geen Commissie nodig is, als men toch op het landelijk gemiddelde wil uitkomen» Maar het blijkt dat deze mening onjuist is. Zo zou men nu, na het onderzoek der Commissie, inderdaad kunnen besluiten op 180, Een bedrag van f 184,-- is misschien aan de royale kant, maar hij ontraadt toch, er f 4,af te halen» Het moet niet zo ver komen, dat het Schoolbestuur in be roep gaat» De kans is groot, dat de Raad van State in voor de school gunstige zin zou adviseren Op een vraag van de Heer VAN DEN OUWELAND antwoordt de VOORZITTER, dat het School bestuur geheel vrij is in de besteding van het bedrag per leerling: de gemeente kan geen verplichting opleggen, een bepaald percentage te besteden aan b.v leer- en hulpmiddelen. Anderzijds mag wel verwacht worden, dat het Schoolbestuur met redelijke verlangens van de gemeente rekening zal houden. De Heer VAN GESTEL merkt op, dat in Bavel ook de leerlingen meewerken, zoals ten aanzien van het legen van de papierbakken, enz. De Heer PEGEL zegt, dat in Bavel jongere krachten bij het schoonhouden ingeschakeld zijn, met minder sociale lasten» In Ulvenhout ligt de leeftijd van de schoon- houdsters hoger» Hij meent wel, dat het aantal uren in Ulvenhout wat verminderd zou kunnen worden» De VOORZITTER zegt, dat als dit de reden van het verschil is, men Ulvenhout toch niet onder druk mag zetten. Eerder zal ook Bavel voor hetzelfde feit komen te staan, 180,vindt hij aan de krappe kant; daartegenover kan niet gesteld worden, dat f 184,te veel is» De Heer VAN LOON wijst er op, dat dit laatste bedrag voor Bavel wél te hoog is. Er gaat geen stimulans tot bezuiniging van uit! De VOORZITTER zegt, liefst te willen voorkomen, dat beroep wordt ingesteld, Dan worden ook andere instanties ingeschakeld, en dat zou zelfs nog tot een hoger bedrag dan f 184,kunnen leiden» De Heer PEGEL zegt, dat hij 180,genoeg vindt. Maar er is geen sprake van een principieel verschil met B» en W» Daarom kan hij toch accoord gaan met 184,mits het College in een brief aan het schoolbestuur het standpunt van de commissie wil benadrukken. De Heer VAN GILS zegt dezelfde mening te hebben als de Heer Pegel; de 4, méér zou dus aan het eigenlijke onderwijs ten goede moeten komen. Ook de Heer VAN GESTEL zegt,, hiermede accoord te kunnen gaan. Met algemene stemmen wordt hierna besloten, het bedrag per leerling voor 1974 te bepalen op 184,en in een brief aan het schoolbestuur mede te delen, dat verwacht wordt, dat het meerdere bedrag besteed zal worden aan de leer middelen Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming worden hierna vastgesteld: de begroting 1974 voor het grondbedrijf; en die voor de sportzaal Bavel, met le wijzigingsbesluit. Bij de behandeling van de begroting 1974 van de algemene dienst, merkt de Heer VAN GILS op, dat juist vandaag is bekend geworden, dat ook de lagere over heid zal moeten bezuinigen De gemeenten samen ongeveer f 250.000.000, Welke bezuinigingen zullen daaruit concreet resulteren? De VOORZITTER zegt, dat hiervan nog niets te zeggen valt; er is niets van bekend» Misschien uitgaven voor woningbouw of voor wegenaanleg

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1973 | | pagina 119