OPENBARE VERGADERING VAN DE RAAD DER GEMEENTE NIEUW-GINNEKENGEHOUDEN
OP VRIJDAG 23 MAART 1973TE 20,00 UUR
Aanwezig de Leden van de Raad:
M.P.A. AARTS, A.B. VAN ALPHEN, A.J. BINK, A.J.J. VAN GESTEL, A,C, HUIJBEN,
J.A, VAN LOON, MEVR.F. VAN MACKELENBERGH-VAN PEPPEN, HA MOOMEN, W.C.S.
VAN OOSTERBOSCH, C.J. VAN DEN OUWELAND, IR.R.H PEGEL, EN C..J. VERKOOIJEN.
Afwezig met kennisgeving: H.M.C.J. VAN GILS.
Voorzitter: DR.W.L P.M. DE KORT
Secretaris: MR.TH» BOSSINK
De Voorzitter opent de vergadering met het gebruikelijke gebed.
Hij stelt vervolgens aan de orde;
ENIG AGENDAPUNT: BOMEN ROOIAKKER:
De VOORZITTER merkt in aansluiting op hetgeen op de agenda vermeld is, op,
dat de verplanting van de bomen haast heeft, daar dit vóór 10 april zou
moeten gebeuren Dit verklaart het inlassen van deze extra raadsvergadering.
Men zou natuurlijk ook een jaar met de verplaatsing kunnen wachten, maar
dan zitten de bewoners nog het gehele jaar met de mogelijkheid van overlast.
De VOORZITTER onderstreept, dat de betreffende firma instaat voor het in
leven blijven van de bomen. Zij zal ook met de bewoners van de Rooiakker
kontakt opnemen over het herstel van de voortuintjes.
De Heer VAN GESTEL zegt de kosten ad 450,— per boom erg hoog te vinden.
Hij informeert, of daarin ook begrepen is een eventuele schadeclaim wegens
kapot trekken van leidingen e.d».
De VOORZITTER antwoordt, dat deze kosten de verplanting betreffen, maar b.v.
niet de kosten van herstrating.
De Heer VAN LOON zegt het jammer te vinden, dat niet alle bomen verwijderd
worden. Hij zou willen adviseren, nu alles maar te verplanten.
WETHOUDER OOMEN meent, dat de overblijvende bomen geen overlast meer zullen
veroorzaken, en zeker nog zullen voldoen. Mislukt het, en blijkt er nog
overlast te zijn, dan kan volgend jaar nog tot verwijdering van de rest worden
overgegaan.
Volgens het oordeel van deskundigen zal er nog een mooie laan overblijven.
De Heer VAN ALPHEN zegt, het voorstel, dat nu ter tafel ligt, een goed idee
te vinden.
De Heer VAN OOSTERBOSCH vindt de nu voorgestane oplossing eveneens zeer
gunstig. Zou de overlast toch nog groot zijn, dan kunnen de overblijvende
bomen alsnog verplaatst worden. Wel stelt hij de vraag, wat er gebeurt, wan
neer sommige bewoners niet willen meewerken.
Hij meent, dat óf het gehele plan door moet gaan, óf alle bomen moeten blij
ven staan.
Dan ligt het aan bewoners zelf, dat. de bomen blijven.
De VOORZITTER zegt, dat zijns inziens alle bewoners wel zullen medewerken.
Zou iemand geen medewerking verlenen, dan stelt hij voor, dat Burgemeester
en Wethouders naar bevind van zaken zullen handelen.
Hij meent, dat er genoeg bomen uit zullen gaan, om ze in goede opstelling
bij de Pekhoeve te kunnen planten. De initiatiefnemer tot het voorstel, de
Heer Paulussen, denkt aan het maken van een soort hofje tussen boerderij
en karschuur. Verder aan de voorzijde van het huis een rijtje bomen.
De Heer VAN ALPHEN zegt, uit de vorige brief van de heer Paulussen be
grepen te hebben, dat de verplanting zou moeten gebeuren in twee fasen.
WETHOUDER OOMEN zegt, dat dit nu meteen gebeurt, en mét garantie voor in
leven blijven.