OPENBARE VERGADERING VAN DE RAAD DER GEMEENTE NIEUW-GINNEKEN3 GEHOUDEN OP
DINSDAG 4 SEPTEMBER 19733 DES AVONDS TE 20.- UUR TEN GEMEENTEHUIZE:
Aanwezig de Leden van de Raad:
M.P.A. AARTS, AB. VAN ALPHEN, A.J.J. VAN GESTEL, H.M.C.J. VAN GILS, A.C. HUIJBEN,
J.A. VAN LOON, MEVR. F. VAN MACKELENBERGH-VAN PEPPEN, H.A.M. OOMEN, W.C.S. VAN
OOSTERBOSCH, C.J. VAN DEN OUWELAND, EN C.J. VERKOOIJEN.
Afwezig met kennisgeving: A.J. Bink wegens ziekte, en Ir. R.H. Pegel wegens ver
blijf in India.
VOORZITTER: DR. W.L.P.M. de KORT
SECRETARIS: MR. TH. BOSSINK.
De VOORZITTER opent de vergadering met het gebruikelijke gebed, en stelt ver
volgens aan de orde:
1. NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN 15 JUNI 1973:
De Heer AARTS informeert, naar aanleiding van het gestelde op bladzijde 5, of
het onderzoek van de kwestie van de doorverkoop van de grond aan de Vennekes nog
iets opgeleverd heeft.
Wethouder OOMEN antwoordt, dat inderdaad een onderzoek is ingesteld, maar daar
is niets uit gekomen. Formeel is alles in orde.
Zonder hoofdelijke stemming worden de notulen hierna ongewijzigd vastgesteld.
2. INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN:
Bij punt f. informeert de Heer VAN GILS, of al bekend is, hoe lang het nog
zal duren, voordat, het nieuwe bestemmingsplan klaar is.
De VOORZITTER antwoordt, dat het nog zeker een half jaar zal duren, voordat
het plan ter visie gelegd kan worden. En dan moet het nog vastgesteld en goed
gekeurd worden.
Wel zou intussen met toepassing van artikel 19 van de Wet Ruimtelijke Ordening
verlening van bouwvergunningen kunnen plaats hebben.
Nu bestaat echter ook de mogelijkheid, dat een bouwplan wordt ingediend, waarvoor
toestemming wordt verkregen, als het gemeentebestuur van mening is, dat een be
paalde bouw niet in strijd zal zijn met het komende bestemmingsplan. In het
onderhavige geval doet zich deze omstandigheid voor.
De Heer VAN GILS merkt op, dat het antwoord op de brief van Mevr. van Meel-Wage-
makers erg vaag is geweest. Gezien de omstandigheden, vindt hij een snelle op
lossing toch wel gewenst.
De VOORZITTER is ook deze mening toegedaan, maar het is het College onmogelijk
een termijn te noemen. De nu gevolgde weg is in Nederland zeer ongebruikelijk en
een en ander is er niet.
Doorzending naar Gedeputeerde Staten heeft inmiddels plaats gehad.
MEVR. VAN MACKELENBERGH vraagt, of in het geval van Van Veltom al antwoord
van de provincie ontvangen is. De VOORZITTER zegt, dat dit bouwplan inmiddels
door Gedeputeerde Staten opnieuw om advies naar de Planologische Dienst is ge
zonden. De aanvrage is daar nog niet behandeld; verwacht wordt, dat het uit
te brengen advies aan G.S. nog wel enkele weken op zich zal laten wachten.
De Heer VAN LOON stelt de vraag, of Gedeputeerde Staten wellicht afwachten,
totdat het standpunt van de gemeenteraad bekend is. Hij kan er niet aan uit,
dat een tuinder in het buitengebied niet zou mogen bouwen.
De Heer VAN ALPHEN zegt, het volledig eens te zijn met de brief van Burgemeester
en Wethouders aan G.S. Hij vindt het een diep trieste zaak, dat men zo iemand
wil verwijzen naar de kom van het dorp. Verder meent hij, dat de provincie alleen
al op sociale gronden verplicht is een vergunning te geven.
