-5-
Het niet aan de orde stellen van dit verzoek in de septembervergadering, maakt
uiteindelijk niets uit. Ook bij aanhouden toen van de beslissing, zou toch
vandaag een besluit hebben moeten vallen.
Theoretisch zijn er twee mogelijkheden
a» het bezocht worden van de ouders, die hun handtekening geplaatst hebben, van
wege het bijzonder schoolbestuur. Maar de VOORZITTER wijst er op, dat niet
aan elkaats goede bedoelingen getwijfeld moet worden; daar zou een gevaar in
gelegen zijn voor het ontstaan van een schoolstrijd in de eigen gemeente, en
dat, terwijl op landelijk niveau de schoolstrijd gelukkig verleden tijd is;
b. bijeenroepen van beide partijen. Persoonlijk ziet de VOORZITTER daar weinig
heil in. Zou men vandaag nog het - niet te verwachten - resultaat kunnen be
reiken, dat men met het katholiek onderwijs genoegen neemt, dan is toch niet
tegen te houden, dat een andere groepering na enige tijd weer met hetzelfde
verzoek komt. Op de duur is géén compromis mogelijk.
Met de opvatting van de Heer Pegel, dat het jammer is dat het moet, ±s de VOOR
ZITTER het geheel eens. Maar in alle gemeenten, die gegroeid zijn in inwonertal,
komt het openbaar onderwijs voor de dag. Dit ligt ook in de rede, want iedergp
uitgangspunt is verschillend.
Dit hele probleem is terug te brengen tot een geesteshouding der ouders.
De Heer van Gils heeft de vraag gesteld, of de kwaliteit van het onderwijs wel
zo goed zal zijn. Hierop zegt de VOORZITTER, dat de Inspecteur van mening is, dat
dit wël het geval zal zijn. Zoön school groeit waarschijnlijk snel.
Overigens wil de VOORZITTER wel mededelen, dat ook de beide wethouders betreuren,
dat er openbaar onderwijs zal komen. Maar de wet is hardS
De kwestie van de aanbouw van 4 lokalen aan de Rosmolenschool, wordt door het
schoolbestuur feitelijk zelf aangesneden. De persoonlijke opvatting van spreker
is, dat deze lokalen er toch moeten komen.
Wil men een onderzoek naar het verloop onder de kinderen, dan zou dit misschien
gedaan kunnen worden door de sociografische dienst van Breda.
In het onderbrengen van de openbare school in de Rosmolenschool ziet de VOOR
ZITTER geen oplossing. Twee schoolhoofden en twee schoolbesturen in hetzelfde
gebouw lijkt weinig gelukkig,
Als men het recht van de een erkent, moet je ook medewerken aan hetzelfde recht
van de ander. Dit betekent overigens niet, dat de VOORZITTER deze ontwikkeling
toejuicht, maar ook hij kan de wet niet veranderen.
Aan een eventueel overleg tussen Schoolbestuur en initiatiefnemers wil de VOOR
ZITTER wel meewerken. Misschien kunnen ze nog tot samenwerking bewogen worden;
in ieder geval zou dit kunnen leiden tot een betere verhouding tussen de 2
groepen.
Wat de aanbouw van 4 lokalen betreft, wijst de VOORZITTER verder nog op de ver
laging van de leerlingenschaalEventuele leegstand zou bovendien opgevangen
kunnen worden door integratie van kleuter- en basisonderwijs.
Zowel voor de openbare school, als voor de uitbreiding van de Rosmolenschool, is
natuurlijk de kwestie van de financiering van belang, maar aan het feit van de
stichting van de openbare school doet dit niets af. De wet schrijft voor, dat
de gemeente een geschikte plaats moet aanwijzen.
Het komt de VOORZITTER voor, dat ten aanzien van de 4 lokalen moeilijk ge
temporiseerd kan wordeni alle 4 zouden tegelijk gebouwd moeten kunnen worden.
De Heer VAN 00SHRBO6CH zegt, het er wel mee eens te zijn, dat de openbare school
niet ondergebracht wordt in de Rosmolenschool. Maar hij wijst er op, dat hij een
alternatief had, nl„ bouw van noodlokalen.
De VOORZITTER zegt, dat z.i. de Pekhoeve niet geschikt is om de bibliotheek in
onder te brengen. Het uiterlijk van deze boerderij mag niet aangetast worden.
Niemand zal geloven, dat je dit doet om de school ter wille te zijn.
