-15-
Mijnheer Verkooijen, hartelijk dank voor Uw toespraak.
Secretaris, het is misschien een ietwat .versleten gezegde dat
luidt: van de Secretaris wordt gezegd dat hij zwijgt in de raad, dat
hij spreekt in de B W en dat hij buldert op de secretarie.
Secretaris als dit algemene gezegde op U wordt toegepast dan kan ik nu
al uit eigen waarneming vermelden, dat bulderen ter secretarie dat heb
ik U nog niet horen doen, het tegendeel is waar. Ik heb de indruk dat U
een zéér collegiaal ingesteld secretaris bent, dat U de beste verhoudingen
hebt met het apparaat en dat U inderdaad als secretaris zo'n beetje de
pater familias bent van het gemeentelijk apparaat. Het spreken in B W
is wel waar en naar mijn mening zeer terecht, een secretaris hoort te
spreken in B W en niet weinig, hij moet af en toe de College-leden
aan de slippen trekken en U moet zeggen, daar is Uw plaats en ik heb
de indruk dat dat U ook wel is toevertrouwd. Ten aanzien van het
zwijgen in de Raad, moet ik U zeggen tot dusver heeft U niet gezwegen,
U heeft mij daarstraks toegesproken, maar dat moet ik nog afwachten,
dat is voor mij dus nog geen ervaring.
Ik heb de beste verwachtingen van de verhouding tussen het bestuur
en het gemeentelijk apparaat, ik heb al gezegd in mijn toespraak dat ik
het gemeentelijk apparaat beschouw als een stuk verlengd bestuur, zo
is het, het bestuur kan niet buiten het gemeentelijk apparaat, het 'steunt
helemaal op het gemeentelijk apparaat vandaar dat ik de beste verhoudingen
zou willen handhaven en zou willen continueren met iedereen, van hoog tot
laag.
Ik heb vorige week in Goirle gezegd en ik wil het hier graag herhalen:
of men met de schop werkt of met de vulpen, dat doet voor mij niets ter
zake, het zijn allemaal medewerkers van de gemeente Nieuw-Ginneken,
die staan voor hun taak, staan voor de belangen van de gemeente
Nieuw-Ginneken.
Mijnheer de Kort, U heeft mij een erfenis nagelaten en ik vraag
geen boedelbeschrijving. De eerste indrukken die ik hier heb, die zijn
al zo positief, zo overweldigend, dat ik ongezien die erfenis aanvaard.
Ik zou willen zeggen, ik zou bijzonder graag in Uw voetsporen treden,
zonder precies te weten wat dat allemaal inhoudt en dat is een fors
gezegde als je zoiets zegt, maar ik mag aannemen dat ik dat in volle
vertrouwen kan doen. U heeft ook gezegd, ga niet te haastig te werk,
doe het wat kalm aan, dat zal me wel moeite kosten, ik zal het pro
beren maar, ik ben een beetje een driftig werker, maar er zijn voldoende
raadsleden hier die me wat dat betreft in toom kunnen houden. En U
spreekt uit ervaring, dus ik mag dit wel aannemen als een heel goede
raad. U heeft gezegd niemand heeft de volheid van de deugden, U moest
eens weten hoeveel ondeugden ik heb, dat zal ik hier niet vertellen,
maar daar komt men misschien nog wel achter. Ik hoop, ook inderdaad
enkele deugden nog- te kunnen uitputten in deze fraaie gemeente Nieuw-
Ginneken. Ik dank U erg hartelijk voor Uw spontaan betoog en voor dat
gene wat U tot mij heeft gesproken.
Collega van den Wildenberg, ja het moet mij even over de lippen,
maar dat lukt dan nu, Goirle is en dat moet ik hier zeggen, en dat zeg
ik tegen iedereen uit Goirle die hier is en met name tegen U in het bij
zonder, Goirle is voor mij een bijzondere leerschool geweest, met name
in bestuurlijk opzicht, daarin heeft U een zeer groot aandeel gehad.