gemeente nieuw-ginneken
Raadsvergadering
25 oktober 1974
Agenda no. 12
Onderwerp
beroepschrift van J. Rijvers tegen weigering
bouwvergunning
Klass.nr. -1.778.511
Ulvenhout, 9 oktober 1974.
Aan de Raad
Door J. Rijvers, Klein Wolfslaar 22, Nieuw-Ginneken is op 16 maart
1973 een vergunning aangevraagd voor het bouwen van een semi-bungalow met
garage op het perceel kadastraal bekend gemeente Nieuw-Ginneken sectie C
nummer 1611 aan Klein Wolfslaar te Bavel.
Volgens het vigerende bestemmingsplan (uitbreidingsplan in hoofdza
ken, vastgesteld 30 juni 1948 en goedgekeurd 13 juli 1949 G. nr. 10582)
mogen ter plaatse woningen en andere gebouwen worden gebouwd behorende tot
agrarische bedrijven, mits bij het bedrijf een grondoppervlakte van ten
minste 3 ha. aanwezig is en waarvan tenminste 3000 m2 aaneengesloten bij
de woning moet zijn gelegen, alsmede landarbeiderswoningen op een perceel
van tenminste 3000 m2 oppervlakte waarbij is bepaald dat de woning geen gro
tere inhoud mag hebben dan 300 m3 en een bedrijfsruimte bij de woning aanwe
zig moet zijn met een inhoud van tenminste 80 m3.
Het ingediende plan voldoet niet aan deze bepalingen.
Aanvrager beschikt slechts over 0,8210 ha. grond waarvan 0,1370 is gelegen
bij de bestaande woning Klein Wolfslaar 22. Er is ook geen sprake van een
landarbeiderswoning omdat aanvrager noch zijn zoon landarbeider zijn. Boven
dien heeft de aangevraagde woning een inhoud van - 400 m3 en is zodoende in
afwijking met de bepalingen t.a.v. landarbeiderswoningen.
Omdat destijds voor het gebied waarin het bouwwerk werd aangevraagd
een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 21 van de Wet op de Ruim
telijke Ordening van kracht was en het in de bedoeling lag om in het toen
in ontwerp zijnde bestemmingsplan voor het buitengebeid bepalingen op te
nemen waaraan het ingediende plan mogelijk zou kunnen voldoen is overwogen
om vooruitlopende op het nieuwe bestemmingsplan een bouwvergunning te ver
lenen. Hiertoe moest echter vooraf door Gedeputeerde Staten een verklaring
van geen bezwaar als bedoeld in artikel 19 van de Wet op De Ruimtelijke Or
dening juncto artikel 50 lid 8 van de Woningwet worden afgegeven.
De verklaring is op 21 augustus 1973 bij Gedeputeerde Staten aange*-
vraagd.