gemeente nieuw-qinneken
Raadsvergadering
25 oktober 1974
Agenda no. 18b
Onderwerp
beroepschrift van de Heer F.M.C. Rommens, Roos-
bergseweg 2 te Bavel, tegen een verleende voor
waardelijke bouwvergunning.
Klass.nr. -1.778.511
Ulvenhout, 22 oktober 1974.
Aan de Raad,
Bij besluit van ons College d.d. 9 oktober 1974 is een voorwaardelijke
vergunning verleend voor het bouwen van een woonhuis op het perceel sectie
C.nrl854 aan de Gilzeweg te Bavel. De betreffende voorwaarde is, dat de
bouw van het huis eerst mag aanvangen, nadat de loopstal, waarvoor op 11
september 1974 bouwvergunning is verleend, op het betreffende perceel is
gebouwd
Tot toelichting diene het volgende
Door aanvrager zijn in het voorjaar van 1974 bij de dienst van open
bare werken en bouwtoezicht inlichtingen gevraagd betreffende de mogelijk
heid tot het bouwen van een nieuwe loopstal en een woonhuis op het perceel
C 1854 aan de Gilzeweg.
Het bouwen van een dergelijke loopstal met woonhuis zou voldoen aan
de bepalingen van het vigerende bestemmingsplan, omdat de aanvrager over
voldoende grond beschikt en door het bouwen van de stal het door hem aan
te vragen woonhuis tot een argrarisch bedrijf als bedoeld in de bepalin
gen van het vigerende bestemmingsplan zou gaan behoren.
De aanvrager had toen in verband met de verkoop van zijn huidige gebouwen
bij zijn bedrijf, het pand Roosbergseweg 2 met bedrijfsruimten, veel haast
met de bouw van nieuwe gebouwen.
Op dat moment was voor het betreffende gebied een voorbereidingsbe-
sluit ingevolge de Wet op de Ruimtelijke Ordening van kracht en kon slechts
bouwvergunning verleend worden indien door G.S. vooraf een verklaring van
geen bezwaar overeenkomstig artikel 50 lid 8 van de Woningwet zou worden
afgegeven. Daar het voorbereidingsbesluit slechts rechtskracht had t/m 10
september 1974 en een procedure ter verkrijging van een verklaring van
geen bezwaar, zoals de ervaring heeft geleerd zeker 2&3 maanden in beslag
zou nemen, leek het wenselijker de afloop van het voorbereidingsbesluit
af te wachten, waardoor de afwerking van de bouwaanvrage niet of niet noe
menswaardig zou worden vertraagd.
