2
5, WIJZIGING VAN HET REGLEMENT VAN ORDE VOOR DE RAADSVERGADERINGEN
De Heer AARTS zegt, het wel eens te zijn met de voorgestelde wijziging, maar hij
vraagt zich af, of hiermee wel iets bereikt wordt, daar er z„i„ géén adviescommis
sies aan Burgemeester en Wethouders zijn»
De Heer J.H.VAN GILS zegt, dat hij een soortgelijke vraag had? overigens is hij er
niet zo gelukkig mee, dat raadsbesluiten al worden uitgevoerd, voordat ze genomen zijn.
De Heer H.M.C.J.VAN GILS zegt, het alleen maar toe te juichen, dat de Raad op deze
manier meer bij het bestuur betrokken wordt dan voorheen.
v i
De Heer PAULUSSEN merkt op, dat de Voorzitter de leden ter vergadering oproept? hij
stelt de vraag, of bijeenroeping ook door 2 of meer leden zou kunnen gebeuren? verder,
of er een vaste agenda voer de commissies komt, en of de commissies in het openbaar
vergaderen
De VOORZITTER begint zijn antwoord met de opmerking, dat in het Reglement van Orde een
aparte paragraaf over de commissies voorkomt. Artikel 28 handelt over de leden, arti
kel 29 over de echte raadscommissies (daar is sprake van de mogelijkheid, dat de Raad
op eigen intiatief een commissie in het le.ven roept) terwijl artikel 30 de bijeen
roeping en het voorzitterschap regelt,
Waar Burgemeester en Wethouders zelf behoefte aan hebben, een commissie in te stellen,
daar ligt het voor de hand, de betreffende portefeuillehouder tot Voorzitter te maken.
Ingaande op de gestelde vragen, zegt de VOORZITTER s
(vragen AARTS) volgens de notulen van de vergadering van 3 september zijn er inder
daad adviescommissies aan Burgemeester en Wethouders ingesteld, gezien de voor die
commissies aangegeven functies
Daarnaast kunnen bestuurlijke commissies bestaan, zoals de beheerscommissie sportzaal
Bavel Daarvoor bestaat een geheel andere regeling.
Maar de op 3 september ingestelde commissies zijn er, om het samenspel tussen Raad en
Burgemeester en Wethouders vlot te doen verlopen,
(vragen J.H.VAN GILS) de desbetreffende Voorzitter heeft gezegd, dat het College zou
komen met een voorstel tot wijziging van artikel 30» Toen is door hem de vraag gesteld,
of daar bezwaren tegen bestonden» Dat was toen niet het geval»
(vragen PAULUSSEN) Het komt inderdaad wel voor, dat enkele leden een vergadering
kunnen verlangen. Maar de VOORZITTER meent, dat het niet nodig is, dit bijeenroepings-
recht te leggen bij de leden. De betreffende portefeuillehouder zal zeker een verga
dering uitschrijven, wanneer dat nodig wordt gevonden.
Wellicht is het zinvol, een verordening voor de commissies vast te stellen, zodat men
weet, wat de taak precies is.
Het vaststellen van vaste agenda's is wat moeilijk? data vastleggen lijkt bijna onmo
gelijk,
Wat de openbaarheid betreft, is het College van oordeel, dat behalve de leden van de
desbetreffende commissie, ook de andere raadsleden de vergadering zouden kunnen bij
wonen, echter zonder aan de discussie deel te nemen. Daarom zal aan die andere raads
leden kennis worden gegeven, wanneer er commissievergaderingen zijn.
Toegankelijkheid voor het publiek lijkt voorlopig niet gewenst. Weliswaar is ten deze
een zekere ontwikkeling te bespeuren, maar commissievergaderingen vormen een onder
deel van een besluitvormingsproces, dat zich niet altijd met openbaarheid verdraagt.
De VOORZITTER sluit de mogelijkheid niet uit, dat wellicht in de toekomst van meer
openbaarheid sprake zou kunnen zijn, maar dan zullen wel deugdelijke regels opgesteld
moeten worden
De Heer AARTS zegt, dat hij nergens kan vinden, dat de commissies van 3 september ad
viescommissies zijn, maar hij heeft geen enkel bezwaar, dat het College ze zo ziet,
De Heer J.H VAN GILS zegt deze mening eveneens te kunnen billijken
De VOORZITTER zegt, dat het misschien niet duidelijk uitgesproken is, maar de zin van
de commissies is duidelijk het zijn van adviescommissieartikel 29 is duidelijk niet
van toepassing.
De Heer VAN DER WESTERLAKEN vraagt» of niet het gevaar denkbeeldig is» dat de discus
sie, die nu in de Raad plaats vindt» verlegd wordt naar de commissievergaderingen.
Dat zou de raadsvergaderingen voor het publiek minder interessant maken,
De VOORZITTER merkt op, dat. commissievergaderingen een politieke aangelegenheid worden,
wanneer ze openbaar gemaakt worden, Dat is niet de bedoeling»
Een raadslid moet er attent op zijn, dat hij zijn inzichten ook in de openbare raads
vergadering kenbaar maakt»
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten, zoals op de agenda voorgesteld.