~2~
5. VERZOEK VAN H BESTUUR VAN DE STICHTING KATHOLIEK ONDERWIJS BAVEL TOT
UITBREIDING VAN DE BESTAANDE ALOYSlUSSCHOOL VOOR G.L.O.MET EEN LESLOKAAL
ALSMEDE DE INRICHTING VAN HET LOKAAL -
De Heer PEGEL maaK' een compliment aan het schoolbestuur voor de wijze,
waarop deze school wordt onderhoudenToch is de school hard aan vernieuwing
toe. Hij vraagt, of het geen tijd wordt te denken aan een geheel nieuwe school.
De VOORZITTER antwoordt, dat het gemeentebestuur het met 't schoolbestuur eens
is, dat er zo'n nieuwe school moet komen. Dan is echter een urgentieverklaring
nodig; al met al kan het nog vel 4 a 5 jaar duren, voordat de nieuwe school er
is. Daarop kan nü niet gewacht worden. Wethouder OOMEN voegt hier aan toe, dat
de plaats waar de nieuwe school zou moeten komen al gereserveerd is.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten, zoals op de agenda voorgesteld.
6. VERZOEK VAN HET BESTUUR VAN DE SI KATHOLIEK ONDERWIJS BAVEL VOOR DE
AANSCHAF VAN MEUBILAIR EN LEERMIDDELEN TEN BEHOEVE VAN DE ALOYSIUSSCHOOL
VOOR G.L.O.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten, zoals op de
agenda voorgesteld.
7. TOEKENNING KREDIET VOOR AANSCHAFFINGEN TEN BEHOEVE VAN HET KLEUTERONDERWIJS
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten, zoals op de
agenda voorgesteld,
8. SLOTWIJZIGINGEN GEMEENTEBEGROTING 1973:
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten, zoals op de
agenda voorgesteld.
9. AANGAAN VASTE LENINGEN EN/OF KASGELDLENINGEN BOVEN DE KASGELDNORM.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten, zoals op de
agenda voorgesteld.
10. KREDIET TEN BEHOEVE VAN DE UITBREIDING VAN HET BESTEMMINGSPLAN "BEEKHOEK"
De VOORZITTER merkt op, dat verschillende bezwaren zijn ingekomen tegen de
voorgenomen bouw van woningwetwoningen c.a.; alle bezwaarschriften zijn, inge
volge de procedure van artikel 19, aan Gedeputeerde Staten toegezonden, mét
de beschouwingen van Burgemeester en Wethouders.
De Heer PEGEL zegt, dat het probleem is, dat dit hele plan veel te lang duurt.
Er wordt al zo lang over gepraat. Hij vindt het jammer, dat het plan Beekhoek
nog steeds niet ter visie ligt. De vraag rijst, of de stedebouwkundige wel snel
genoeg werkt.
De VOORZITTER antwoordt, dat er vrijwel niets meer nodig is om het plan in te
dienen; maar planologen werken erg secuur. Meermalen is op spoed aangedrongen.
Het College betreurt eveneens de trage gang van zaken.
Verder wijst de VOORZITTER er op, dat ook de provincie niet snel is met de be
oordeling van bestemmingsplannen. Het is in de loop der jaren gebleken, dat
niet eenvoudig is, goedkeuring van Gedeputeerde Staten te verkrijgen. Ook met
het plan Roosberg was dat zo.
De Heer VAN DEN OUWELAND wijst er op, dat er in het College van Gedeputeerde
Staten enkele wijzigingen hebben plaats gehad; ook dat zou vertragend kunnen
werken.
De VOORZITTER zegt, zich daarover niet bezorgd te maken; de ambtelijke instanties
zijn immers dezelfde gebleven, maar die hebben zo hun eigen inzichten.