-5- 14. BEROEPSCHRIFT W,J, VAN DE BROEK. TEGEN WEIGERING BOUWVERGUNNING s De VOORZITTER wijst er op, dat dit voorstel van het College identiek is aan dat, wat op 31 januari aan de Raad is gedaan. Dit komt er op neer, dat betrokkene eerst het bedrijfsgedeelte moet ontwikke len, en daarna pas het woongedeelte. Volgens de laatste informaties heeft v.d. Broek zijn vorige functie en is hij reeds werkzaam in de bloemkwekerij. De Heer VERKOOIJEN merkt op, dat het College en de Raad het advies zouden volgen van de agrarische commissie. Deze commissie geeft in overweging om de bouwvergunning in 2 fasen te verleneneerst de bloemenkas en later het woonhuis Op dit. moment is er volgens de agrarische commissie al behoefte aan een volwaar dige arbeidskracht Daar de bouwvergunning is aangevraagd nadat, het voorbereidingsbesluit afliep werd het plan 1948 weer van toepassing. Aanvrager voldeed aan de geldende eisen, Inmiddels heeft, hij zijn werkkring opgezegd,- en voldaan aan de verlangens van de agrarische commissie. Het College stelt nu, dat geen aanvrage is ingediend voor het bouwen van een bloemenkas. Maar van de Broek heeft éénmaal wèl in een brief tot uitdrukking gebracht, dat hij bereid was eerst de kas te bouwen. Hem is er niet op gewezen dat hij daarvoor een bouwvergunning had moeten aanvragen. De Heer VERKOOIJEN meent, dat dit toch wel correct zou zijn geweest. Spreker onderstreept, dat de huidige gang van zaken een geweldige teleurstel ling voor van de Broek betekent. Aan de twee voorwaarden van de agrarische com missie is voldaans a. hij heeft zijn betrekking opgezegd; b. voor; zijn bedrijf heeft hij reeds nu een volwaardige arbeidskracht nodig. Daarom wil de Heer VERKOOIJEN namens zijn fractie het voorstel doen, nu een bouwvergunning voor de bloemenkas te verlenen, en later voor de woning. De Heer PAULUSSEN zegt het betoog van de Heer Verkooijen te willen ondersteunen. De Heren AARTS en H.M.C.J. VAN GILS sluiten zich hierbij aan. De VOORZITTER antwoordt., dat het College hetzelfde wil als hier door diverse sprekers bepleit. MaÉr dan zal betrokkene eerst bouwvergunning voor de bloemen kas moeten aanvragen. Hiervoor zal door het College medewerking worden verleend. Het onderwerpelijke agendapunt betreft echter de vergunning voor de bouw van de woning. Die vergunning kan momenteel niet. verleend worden. Dan zou gehandeld worden in strijd net het bestemmingsplan. Het College staat positief tegenover de kas. Maar die is nog niet aangevraagd. De Raad kan en mag daarom daarvoor nu geen vergunning verlenen. De Heer VERKOOIJEN blijft het betreuren, dat betrokkene er niet op gewezen is, dat hij voor die kas vergunning moest aanvragen. Hij vraagt, hoe lang een pro cedure ex art. 19 wel niet zal duren. De VOORZITTER zegt, dat die procedure inderdaad gevolgd moet worden, en het College wil er graag aan meewerken, die procedure zo kort mogelijk te laten du ren. Op een vraag, of inschakeling van Gedeputeerde Staten niet nodig is bij hét- brèiding van de kas met b.v. 20%, antwoordt de VOORZITTER, dat hij dit niet zo kan beoordelen. Feit is, dat er géén aanvrage voor nieuwbouw of uitbreiding ligt. Het moet iedereen duidelijk zijn, dat men voorzichtig moet zijn ten aanzien van bouwen in het buitengebied, Nadat de Heer VERKOOIJEN heeft geconcludeerd, dat er dus niets anders op zit, dan dat betrokkene zo spoedig mogelijk een aanvrage indient voor de bloemenkas, besluit de Raad zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van Burgemees ter en Wethouders. 15. BEROEPSCHRIFT^ R.P.VAN DEN BERGH TEGEN WEIGERING VAN EEN BOUWVERGUNNING VOOR HET BOUWEN VAN EEN BUNGALOW AAN DE KRAAIJENBERGSESTRAAT TE ULVENHOUT Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten, zoals op de agenda voorgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 148