De Heer VAN DER WESTERLAKEN merkt naar aanleiding van een en ander op,
dat bij de overeenkomst met scouting Ulvenhout de nodige garanties moeten
worden ingebouwd, opdat niet meer dan een aanvaardbare overlast zal worden ver
oorzaakt.
De Heer BERGER sluit zich aan bij de opmerking van de Heer van der Westerlaken
t.a.v. de overlast, maar kan niet akkoord gaan met het argument dat vanwege
mogelijke overlast onderverhuur niet zou mogen plaats vinden.
Dit is een financiële mogelijkheid afsluiten, welke door de lasten van verbou
wing toch gerechtvaardigd is.
De Heer HUIJBEN vindt dat de bezwaren van de briefschrijvers wel wat overtrok
ken zijn en dat het spel van de jeugd zeker tot de aanvaardbare overlast gere
kend mag worden.
De VOORZITTER zegt dat inderdaad met scouting Ulvenhout een zodanige over
eenkomst zal worden aangegaan dat de overlast binnen het aanvaardbare zal blij
ven.
Ten aanzien van de opmerking van de Heer Berger, stelt VOORZITTER dat juist
▼«nwegede mogelijke overlast voor de omgeving, geen onderverhuur door scouting
Ulvenhout zal worden toegestaan. Met de financiële consequenties hiervan zal in
het huurcontract rekening worden gehouden.
Vervolgens wordt deze brief, op voorstel van het college, voor kennisge
ving aangenomen.
Hierna deelt de VOORZITTER mede, dat gedeputeerde Siepman, gisteren 7
augustus 1975, een werkbezoek heeft gebracht aan de gemeente, waarbij een aan
tal planologische zaken aan de orde is gekomen. Het is een zeer vruchtbare ver
gadering geweest, waarvan het verslag de volgende maal voor de raadsleden ter
lezing zal worden neergelegd. Het gesprek heeft zich uitgestrekt over:
het ontwikkelingsplan; het bestemmingsplan "Buitengebied"; de bouwmogelijkheden
in Bavel;de druk op de woningbouw zowel van binnen als van buiten de gemeente;
eventuele uitbreidingsmogelijkheden in Galder; de problematiek van de Galderse
Meren; het probleemgebied ten zuiden van de Galderse Meren met zijn illegale
vakantieverblijven.
Tenslotte deelt de VOORZITTER mede, dat het college overleg heeft gepleegd
met de commissie Openbare Werken over het aanbrengen van een glaswand in de
zuidgevel van de schuur van de Pekhoeve. De commissie is het in meerderheid eens
met het standpunt van het college. Het college brengt daarom het voorstel van
juni opnieuw in de raad om een aanvullend krediet beschikbaar te stellen voor
het gedeeltelijk restaureren van de Pekhoeve, daarin begrepen het aanbrengen
van een glaspartij in de zuidwand van de schuur.
De Heer VAN DER WESTERLAKEN blijft bij zijn eerder ingenomen standpunt,
hij vindt het aanbrengen van een raampartij een aantasting van het monument.
Met de veranderingen in het interieur van de schuur kan hij accoord gaan.
De Heer BINK verklaart het volledig eens te zijn met de bezwaren van de
heer van der Westerlaken.
De Heer HUIJBEN merkt op, dat de vergadering van de commissie Openbare
Werken niet voltallig is geweest. Ware dat wel het geval dan was de stemmenver
houding wellicht anders geweest. Hij verklaart zich tegen het voorstel van
burgemeester en wethouders en sluit zich aan bij de heren van der Westerlaken
en Bink.
De Heer PEGEL betreurt het dat het voorstel van het college nu in stem
ming wordt gebracht, juist nu twee tegenstanders van het voorstel - de Heren
Paulussen en Verkooijen - niet aanwezig zijn.
Bij hun aanwezigheid zou de stemmenverhouding in de Raad wel eens precies an
dersom kunnen liggen dan nu.