De kathedraal is een object dat iedereen aanspreekt. Ook andere objecten in deze provincie zouden echter ten tonele kunnen worden gevoerd, die evenzeer een monumentaal karakter dragen en ook provinciale bekendheid genieten, zoals bijvoorbeeld de grote kerk in Breda. En in de eigen gemeente komen vrij veel panden voor op de monumentenlijst o.a. ook Vlaamse schuren en Kempische boer derijen, die eigenlijk gerestaureerd zouden moeten worden, maar waarvoor het Rijk nog geen subsidie toekent omdat er geen geld is. Het is denkbaar, dat ook andere gemeenten in Noord-Brabant voor weer en ander monument een derge lijke aktie zouden willen gaan voeren. Als voor de kathedraal in Den Bosch inderdaad geld nodig is, dan had het verzoek moeten uitgaan van de Provincie. De haalbaarheid van een dergelijke aktie hangt in hoge mate af van de schaal en het niveau van waaruit dit start. Wanneer de provincie Noord-Brabant zou menen deze aktie te moeten overnemen en er zou dus een provinciaal draagvlak komen, dan zou het uitgangspunt anders zijn en dan zou ons College er waar schijnlijk gemakkelijker toe gekomen zijn om U voor te stellen wel een gulden per inwoner beschikbaar te stellen. Dit betekent natuurlijk niet dat dan succes verzekerd is. Denk maar aan de aktie die indertijd is gevoerd voor de zgn "dikke deur". De VOORZITTER voegt hieraan toe, dat het niet gaat om die gulden, want 10.000,is voor de gemeente best nog op te brengen. De Heer VAN'-DER WESTERLAKEN repliceert, dat er veel meer Vlaamse schuren in ons land zijn dan Gothische kathedralen. Een "dikke deur" kan geweldig zwaar zijn, maar is toch duidelijk van minder kaliber dan een St. Jan. Hij begrijpt volkomen, dat aan een dergelijk ver zoek niet steeds kan worden voldaan, maar hij zou toch voor deze ene keer een uitzondering willen maken en zijn voorstel willen handhaven. Ten aanzien van de vraag van de Heer Berger, wat het gevolg zou zijn als geen der gemeen ten zou reageren, wijst de VOORZITTER erop, dat minister van Doorn hoogst persoonlijk naar Den Bosch is gekomen. Die heeft daar met het stadsbestuur en met de bisschop zelf ook de kathedraal bezichtigd mêt de mankementen,die er inderdaad nog aan zijn en dat zijn er heel wat. Dit is dus ook in hoge mate een zaak van het Rijk.Wanneer hier gesubsidieerd moet worden dan moet het gaan via de juiste kanalen, dus via de minister van CRM. Uiteraard zul len we niet accepteren dat de kathedraal invalt, maar daar zijn we ook niet bevreesd voor. De Heer BINK zegt, dat hij blijft bij het voorstel van de Heer van der Westerlaken. De Heer HUIJBEN zegt uit het bezoek aan Heusden de indruk te hebben overgehouden, dat de burgemeester van Heusden al op de hoogte was van het feit, dat Nieuw-Ginneken niet achter het verzoek stond. Hij meent zich te herinneren, dat de burgemeester van Heusden gezegd heeft "Ik vind het onbeschaamd als Uw gemeente niet meedoet'.' De VOORZITTER ant woordt, dat hij er niet met zijn Heusdense collega over gesproken heeft. Laatst genoemde heeft wel gezegd "Het zou jammer zijn als deze kathedraal niet gesteund zou worden door de Brabantse bevolking. Het is een Brabants monu ment en de ziel van Brabant leeft met name in de kathedraal. Zeker heeft hij niet gezegd, dat het onbeschaamd zou zijn van de Gemeente Nieuw-Ginneken als we daar niet op in zouden gaan. De VOORZITTER laat hierna overgaan tot stemming over het voorstel van de Heer van der Westerlaken om 1,te voteren. Vóór dit voorstel stemmen de Heren Huijben, van der Westerlaken, Verkooijen, Paulussen, Berger en Bink. Tegen stemmen de Heren Aarts, Oomen, J. van Gils, Willemsen, H. van Gils en van Dun. ne VOORZITTER constateert dat 6 stemmen vóór en 6 stemmen tégen zijn uitgebracht. Daar de stemmen staken, is van toepassing artikel 58 van de gemeentewet, dat bepaalt, dat bij staking van stemmen het nemen van het besluit tot een volgende vergadering wordt uitgesteld, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend. In deze (dus in die volgende vergadering) en evenzo in een voltallige vergadering wordt bij staken van stemmen het voorstel niet geacht te zijn aangenomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 251