De VOORZITTER zegt, dat het College de volgende keer opnieuw zal
komen met het voorstel afwijzend op dit subsidieverzoek te beschikken.
8. VOORSTEL TOT AANWIJZING VAN EEN LID EN EEN PLAATSVERVANGEND LID IN HET
ALGEMEEN BESTUUR VAN "HET SAMENWERKINGSVERBAND VOOR AUTOMATISERING VAN
DE OVERHEIDSADMINISTRATIES IN MIDDEN- EN WEST-BRABANT"
De VOORZITTER laat overgaan tot schriftelijke stemming. De Heren
Paulussen en Aarts vormen met de voorzitter het stembureau. Na opening der
stembriefjes blijkt, dat 12 stemmen zijn uitgebracht op de Burgemeester
(als lid) en eveneens 12 stemmen op de Heer Willemsen als plaatsvervangend
lid. Beiden zijn dus benoemd.
9. MEDEDELINGEN
De VOORZITTER stelt punt voor punt van de mededelingen aan de orde.
Mededeling nr. 1 het onherroepelijk worden van bestemmingsplan Beekhoek
1974.
De Heer VERKOOIJEN vraagt wat er gaat gebeuren met het gedeelte
waaraan goedkeuring onthouden is en wat er gaat gebeuren met het perceel waar
eerder de openbare school gepland was. Krijgen die een bijzondere bestemming
Of komt het College met een ander voorstel De VOORZITTER antwoordt dat de
stedebouwkundige werkgroep zich reeds bezig houdt met de consequenties van
dit besluit van Gedeputeerde Staten. Momenteel geldt het plan 1948 weer voor
het gedeelte waaraan goedkeuring is onthouden. Doordat goedkeuring is ont
houden, geldt voor dat gedeelte gedurende 1 jaar automatisch een voorberei-
dingsbesluit. Het College hoopt zo snel mogelijk met voorstellen bij de Raad
te komen, die er toe leiden om op dit perceel een aangepaste bestemming te
leggen. Deze procedure kan overigens nog maanden duren, want hierover moet
ook weer vooroverleg worden gepleegd met de provincie. De bestemming, van
het perceel waar de openbare school zou komen, is niet aangetast door het
besluit van G.S. De bestemming blijft gehandhaafd, namelijk grond voor bij
zondere doeleinden. Nu kan men twee dingen doen, men kan de grond bijvoorbeeld
toch voor woningbouw bestemmen, maar beter is wellicht de ontwikkelingen
binnen Ulvenhout eens af te zien. Met grond die deze bestemming heeft, moet
spaarzaam worden omgesprongen. Mogelijk ontstaat behoefte aan een object dat
op dat perceel gerealiseerd zou kunnen worden. De Heer VERKOOIJEN verklaart
hiermede akkoord te kunnen gaan.
Mededeling nr. 2 nota inzake de mogelijke en wenselijke uitbreiding van
de kernen Ulvenhout en Bavel.
De Heer VERKOOIJEN constateert, dat Ulvenhout aan een eindfase toe
is. Het plan Roosberg zal tot ontwikkeling komen en in een later stadium het
noordoostelijk gedeelte van Bavel. In dit verband memoreert hij de uitspraken
van minister Gruijters, dat Breda tot groeistad is verklaard en dat de
Haagse Beemden in verschillende faseringen volgebouwd zullen worden. In dit
verband zijn ook aangestipt Dorst en Bavel. Hij zegt dit een nare uitspraak
van minister Gruijters te vinden. De Heer AARTS meent, dat spoed moet worden
betracht met het plan Eikberg om de bouw van woningwetwoningen volgend jaar
te kunnen realiseren. De VOORZITTER antwoordt, dat de kwestie niets nieuws is.