De minister heeft terug gegrepen op hetgeen het streekplan 1970 West Brabant
zegt. Daarin is met name ten oosten van Breda op het gebied van Nieuw-Ginneken,
maar ook op het gebied van Oosterhout (Dorst) een projectie gelegd van een
nieuwe woonwijk. Die woonwijk zou volgens datzelfde streekplan tot ontwikke
ling moeten worden gebracht nadat de bouw in de Haagse Beemden is voltooid.
Het duurt nog een jaar of twee voordat de eerste woningen in de Haagse Beemden
gebouwd gaan worden. Dat betekent dat Bavel/Dorst als projectie van een woon
wijk serieus genomen wordt door de minister, maar niet dat dit van vandaag
op morgen gaat. Het is dus op de eerste plaats een kwestie van afwachten hoe
dat met de Haagse Beemden verloopt, of de Haagse Beemden een gebied is waarin
30.000 mensen kunnen worden gehuisvesd, danwel meer, want aanvankelijk was
sprake van 60.000. Daarmede heeft planologisch het bestemmingsplan waar
schijnlijk aan inhoud en karakter gewonnen, maar gevolg is ook dat veel minder
mensen in de Haagse Beemden ondergebracht kunnen worden. Er is door minister
Gruijters nog een tweede hint gegeven aan Breda, namelijk ten aanzien van
het stedelijk gebied zelf. Dat betreft de terreinen in de binnenstad en de
overige terreinen binnen het grensgebied van Breda, die bebouwbaar zijn. Het
College meent, dat de Haagse Beemden eerst inderdaad moet worden volgebouwd
en dat daarna Breda voorzover er mogelijkheden zijn in de binnenstad, die
moet benutten. Het gaat niet alleen over de natuurlijke groei van dit gebied,
het gaat ook over de opvang van een bevolkingsstroom vanuit de Randstad.
Intussen heeft de minister bij Breda aangedrongen om nu al het gesprek te
openen met het gemeentebestuur van Nieuw-Ginneken over een eventuele ont
wikkeling van een woonwijk Bavel/Dorst. Dat gaat dan evenzeer Oosterhout aan.
Dat zou dan een driehoeksgesprek moeten worden. Ten aanzien van de projectie
van een woonwijk ten noord-oosten van Bavel wordt opgemerkt, dat bij het
werkbezoek, dat de Heer Siepman enkele weken geleden hier heeft gebracht,
gesproken is over de relatie van deze woonwijk ten aanzien van een eventuele
projectie van een woongebied oostelijk van Breda. Daarbij heeft het College
te kennen gegeven, dat uiteraard vastgehouden wordt aan een zelfstandig
blijven van Bavel als onderdeel van Nieuw-Ginneken, ook als in de nabijheid
een wijk van stedelijke allure verrijst. Ook bij Bavel zal een differentiatie
in woonmilieu tot stand moeten kunnen komen. De Heer Siepman heeft te kennen
gegeven, dat dit mogelijk is; hij heeft wel aanbevolen om spoedig met het
stadsgewestbestuur contact te leggen over die relatie. Er is reeds een brief
geschreven aan het stadsgewestbestuur, waarin de voornemens ten aanzien van
Bavel/Dorst te kennen worden gegeven. De Heer Siepman heeft zelfs aanbevolen,
de ontwikkeling van Bavel noord-oost met zeer bekwame spoed ter hand te nemen.
Aan de Heer Aarts antwoordt de VOORZITTER, dat ook gesproken is over bespoe
diging van het plan Eikberg. Aan de Heer Siepman is gevraagd, of de pro
vincie bij de beoordeling van dit ontwerpplan ook de nodige medewerking zal
verlenen. Die is in ruime mate toegezegd. Verleden week is het ontwerpplan
ter vooroverleg ingediend bij de provinciale planologische dienst. De
commissie Ruimtelijke Ordening is hierover gehoord
Wanneer hierover niemand meer het woord verlangt schorst de VOOR
ZITTER de vergadering voor een kwartier voor een koffiepauze.
Na heropening van de vergadering stelt de VOORZITTER aan de orde
Mededeling nr. 3 het werkbezoek van het lid van Gedeputeerde Staten, de
De Heer PAULUSSEN zegt met belangstelling inzage te hebben genomen
in het verslag van het werkbezoek van gedeputeerde Siepman. In dat verslag
wordt min of meer aangeduid de beleidsvisie, die de Heer Siepman heeft en
ook de beleidsvisie die door B W wordt aangedragen. Hij zou het op prijs