-10- Bij de horeca bestaat weinig behoefte aan verlenging van sluitingsuur op de zondag en door de week. De VOORZITTER antwoordt, dat hierover gediscussiëerd is in B W; misschien is de omschrijving niet helemaal duidelijk. Inderdaad vragen de horecahouders meestal ontheffing voor het weekeinde, voor de vrij dag, zaterdag en zondag, maar het College meent, dat dit niet moet leiden tot een verlaging van het tarief van 400,Eerder zou dan voor een door lopende ontheffing, dus voor de hele week, een tussentarief moeten worden vastgesteld, dat ligt tussen 400,en 936,Dan komen er dus, zoals ook de Heer Aarts wil, drie tarieven namelijk 1. voor een incidentele vergunning; 2. voor beperkte dagen nl. het weekeinde; 3. voor een doorlopende ontheffing. De VOORZITTER zegt niet te weten of aan zo'n tariefsopbouw bij de horeca behoefte bestaat. De Heer AARTS antwoordt, dat hij bij een weekendvergunning denkt aan twee dagen, nl. de vrijdag en de zaterdag. Dan komt hij tot een andere berekening dan B W. Zijn voorstel is dus 400,voor een door lopende vergunning en bijv. 200,of 300,-- voor de vrijdag en zater dag. De Heer J.H. VAN GILS zegt dit idee te kunnen onderschrijven. De VOOR ZITTER meent, dat zo'n voorstel afkomstig zou moeten zijn uit de horecasector De Heer AARTS geeft te kennen, dat hij van zijn idee een voorstel aan de Raad wil maken. De Heer J.H. VAN GILS steunt dit voorstel. Nadat de Heer PAULUSSEN nog heeft gezegd, dat hij graag zou weten wat de totale inkomsten van de gemeente aan leges ontheffing ontsluitingsuur per jaar zijn, zegt de VOORZITTER toe, dat het College zijn definitieve mening in de volgende ver gadering aan de Raad zal mededelen. Mededeling_nr_5_^ Tennishal_de_Roosberg te Bavel. De VOORZITTER deelt mede, dat Gedeputeerde Staten een verklaring van geen bezwaar hebben afgegeven; met de bouw zal zo spoedig mogelijk worden be gonnen. De Heer AARTS zou willen pleiten voor een paar lantaarnpalen in de buurt. De Heer VAN DER WESTERLAKEN vraagt hoe de lichttoetreding geregeld is. De Heer VERKOOIJEN vraagt, hoe het staat met de sportzaal op Jeugdland, waarvoor reeds eerder een verzoek is ingediend en waarvoor de gemeente ga rantie gegeven heeft. Wethouder OOMEN merkt op, dat pas verlichting is aan gebracht naar de manege, naar het voetbalterrein liever gezegd. Hij zegt toe, dat bezien zal worden of het nodig is enkele palen bij te plaatsen. De VOOR ZITTER antwoordt aan de Heer van der Westerlaken, dat het een luchthaf is, dat betekent dus, dat er continu een generator bezig is om lucht in de hal te blazen om deze overeind te houden. De hal zelf bestaat uit kunststof. Voor 's avonds zal kunstlicht worden aangebracht. Ramen niet, want overdag is er voldoende licht. Aan de Heer Verkooijen antwoordt hij, dat de uitbrei ding van de sportzaal bij Jeugdland is aangemeld in het kader van de DACW- werken. De hoop bestond, dat er dit najaar een subsidie uit zou komen, maar dat is iidele hoopf eb leken, niet zozeer omdat dit project niet urgent is (het staat zelfs bij de DACW hoog genoteerd)alleen de situatie is zo, dat provinciaal bekeken wordt in welke regio de grootste werkeloosheid heerst en aangezien in West-Brabant minder werkeloosheid heerst dan in Oost-Brabant, gaat dit najaar de grote stroom aan DACW-subsidies naar Midden- en Oost- Brabant en komt relatief in West-Brabant minder terecht dan was verwacht. In het volgend voorjaar komt er weer een subsidiestroom en geprobeerd wordt deze uitbreiding toch nog te realiseren. Op een vraag van de Heer Verkooijen antwoordt de VOORZITTER dat zij die op het ogenblik tennissen in de sport zaal de Huif, pas gelegenheid krijgen om te gaan tennissen in de nieuwe tennishal, wanneer het vrijkomende uur in de sportzaal de Huif kan worden opgevuld door een andere activiteit. Anders zou men namelijk de situatie kunnen krijgen, dat een leegloop ontstaat bij de Huif en dat is een ader lating die niet goed gemaakt wordt door de opbrengst die we krijgen met de blaashal. Vast staat, dat sportzaal de Huif geen leegloop krijgt. Elk uur

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 257