wat daar vrijkomt zal worden aangevuld door een ander sportactiviteit.
Mededeling nr. 6 het schrijven van een 155-tal inwoners van Ulvenhout en
Breda over de verkeerssituatie op het tracé Ulvenhoutselaan/Dorpstraat/Molen-
straat.
De Heer PAULUSSEN zegt hierbij ook graag punt 7 te willen betrekken,
werkgroep dorp anti-autobaan Galder. De VOORZITTER heeft hiertegen geen be
zwaar. De Heer PAULUSSEN zegt beide brieven gelezen te hebben met zeer veel
belangstelling en ook de beide voorstellen dienaangaande van het College.
Ten aanzien van punt 7 is hij het met het voorstel om de minister van ver
keer en waterstaat te verzoeken een daartoe strekkend onderzoek te doen in
stellen, helemaal eens. Maar hij zou in zijn algemeenheid over de verkeers
situatie in Ulvenhout en omgeving toch wel iets willen opmerken. Vanaf het
begin van deze raadsperiode heeft met name zijn fractie aangedrongen op ruime
informatie en zo mogelijk een standpuntbepaling van het gemeentebestuur ten
aanzien van de geprojecteerde grote wegen, een met internationaal karakter en
een met een interlokale, wel eigenlijk interregionale functie. In dit verband
vestigt hij opnieuw de aandacht op het krediet, dat is vrijgemaakt om het
verkeersbureau in te schakelen. Wat op het ogenblik aan de orde is, dat is
dat er twee verschillende belangengroepen zijn met eigenlijk een gemeenschap
pelijk doel nl. een nieuwe studie, zowel ten aanzien van de rijksweg als ten
aanzien van de provinciale weg, maar er is ook nog een groep waar het eigen
lijk om gaat en dat is de groep Dorpstraat/Ulvenhoutselaan/MolenstraatHij
gelooft, dat dat probleem eigenlijk primair is voor dit moment. Hij is van
mening dat het gemeentebestuur in eerste instantie verantwoordelijk is voor
de situatie zoals die zich op dit moment ontwikkelt en nog zal ontwikkelen
in de Ulvenhoutselaan/Dorpstraat/MolenstraatHij vindt namelijk, dat er'
toch ingegaan moet worden op het verzoek van de Dorpstraatbewoners om in af
wachting van definitieve oplossingen op korte termijn, die maatregelen te
treffen, die nodig zijn om de verkeersveiligheid in de Dorpstraat enz. te
bevorderen. Hij zou dan ook in concreto willen voorstellen op de eerste
plaats aan de minister een nieuwe studie voor te stellen, zoals trouwens de
voorzitter zelf ook al gesteld heeft. Teruggrijpend naar punt 6 zou hij een
soortgelijk voorstel willen doen aan GS ten aanzien van de omlegging Mark
dal, die dan wel duidelijk bedoeld is voor de ontlasting Dorpstraat. Hij
meent, dat het gesprek van volgende week donderdag met Mr. Brokx en het ge
meentebestuur van Breda op dit moment niet bepalend is voor de directe aanpak
van de Dorpstraat. Hij veronderstelt, dat daar uitsluitend gesproken zal
worden over de definitieve oplossing van het verkeersprobleem. Verder wil
hij voorstellen de problemen in de Dorpstraat/Molenstraat zo als die zijn
aangedragen op zeer korte termijn in de verkeerscommissie te behandelen.
Maar directe maatregelen zouden bij wijze van spreken morgen kunnen plaats
vinden. Dat zou kunnen bestaan uit een verscherpte controle op de snelheid
in de Dorpstraat, want daar wordt meerdere malen en in ruime mate de snel
heid overschreden. Dan zou hij nog willen voorstellen:een betere voorlichting
voor de inwoners over het gebruik van andere wegen dan de Dorpstraat om
zich naar en van Breda te begeven. Een goede zaak zou zijn een blauwe zone
in te stellen en te verwijzen naar parkeergelegenheden buiten de Dorpstraat;
misschien verdient het ook wel overweging om meer stoplichten aan te brengen
(waar hij dan wel een vraagteken achter wil zetten en wat trouwens al een
keer in de verkeerscommissie is behandeld)