Hoewel in het besluit tot weigering van de bouwvergunning op andere gronden is geconcludeerd, dat de aangevraagde stal niet kan worden gezien als een gebouw behorende bij een agrarisch bedrijf, menen wij dat de moti vering van de noodzaak van het bouwen van de loods, zoals de aangevraagde stal in het beroepschrift wordt genoemd, zuiver stoelt op handelsdoelein den en hoewel hier vee het handelsobject is de bestemming van het aange vraagde gebouw niet als behorende tot een agrarisch bedrijf kan worden be schouwd. Wij menen dat de in het beroepschrift onder 2 genoemde argumenten in-te- gendeel wat hiermede bedoeld wordt, onze opvattingen versterken dat niet ten behoeve van een agrarisch bedrijf zal worden gebouwd. Ten onrechte overwegen burgemeester en wethouders dat de firma Jespers - Schoenmakers B.V. reeds de beschikking heeft over een bedrijfsruimte bij het pand Schoenmakers, Deken Dr. Dirckxweg 23, Bavel, zo wordt in het beroepschrift gesteld. In de toelichting hierop wordt echter gezegd, dat deze overweging op zich wel juist is, maar in het kader waarin zij wordt geplaatst, name lijk als redenering voor de weigering van de bouwaanvrage wordt daartegen bezwaar gemaakt. De in deze grief bedoelde loods aan de Deken Dr. Dirckxweg is volgens het beroepschrift bestemd voor de mesterij en kan derhalve niet gebruikt wor den als doorgangsloods voor runderen bestemd voor de grossierderij Deze en de gehele verdere redenering onder grief 3 bevestigt dat de aan gevraagde stal bestemd is voor de grossierderij en versterkt onze opvat ting dat het aangevraagde bouwwerk niet zal gaan behoren bij een agrarisch bedrijf. Ten onrechte overwegen burgemeester en wethouders dat het aangevraagde bouwwerk, wat betreft inrichting, weinig geschikt is voor het houden van rundvee, zo wordt in het beroepschrift gesteld. In de toelichting hierop wordt gesteld dat verzoekster deze overweging aldus verstaat, dat het bouwwerk qua uiterlijk bij burgemeester en wethou ders geen bezwaren ontmoet. Hierop kan gezegd worden, dat ten aanzien van het uiterlijk van het gebouw geen oordeel is uitgesproken en ^.fs geen advies aan de welstands commissie is gevraagd, daar gezien de strijdigheid van het bouwplan met de bepalingen van het bestemmingsplan het plan geen verdere beoordeling behoefde Niet duidelijk is echter, zo wordt gesteld, waarom door burgemeester en wethouders de inrichting weinig geschikt wordt geoordeeld voor het houden van rundvee. Een motivering zou hier op zijn plaats zijn geweest, aldus het beroepschrift.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 25