-5-
E. Wanneer een provincie uiteen valt in meerdere delen, zal in elk dezer delen
een volwaardig provinciaal bestuursapparaat moeten worden opgebouwd. De vraag
rijst, hoe dan de positie wordt van b.v. de PPD en de Provinciale Waterstaat.
Worden ook deze "machten" gevierendeeld, of gaan de mini-provincies hier samen
werken
In ieder geval zal een ruime overganqstijd nodig zijn
F. Hetzelfde geldt wanneer onverhoopt de voorgestane taakverschuiving van gemeen
ten naar mini-provincies een feit zou worden. Dit zal een operatie worden van
zodanige omvang, dat het ergste gevreesd moet worden voor een vlotte afdoening
van zaken na die takenoverdracht
G. Zoals reeds uit F. blijkt zijn wij allerminst geporteerd voor overdracht van
taken aan de mini-provincies.
Eerst wanneer vaststaat, welke taken (en in welke omvang) beter aan de mini-
provincies kunnen worden toevertrouwd, zou die overdracht moeten plaats hebben
(eventueel met dwang, zoals ook thans r^eds de Wet Gemeenschappelijke Rege
lingen oplegging van regelingen kent)
H. Voor het overige zijn wij van mening, dat de hand moet worden gehouden aan de
grondwetsbepaling, dat regeling en bestuur van de huishoudina der gemeente aan
de Raad worden overgelaten.
Waarom nu dit kortwieken van de gemeente
Dat inderdaad kortwieken beoogd wordt, blijkt wel uit het feit dat de bevoegd
heid van de gemeenten tot heffing van de onroerend-goed-belasting zeer beperkt
wordt, nl. alleen van de gebruikers van woningen, pe belasting van gebruikers
van andere gebouwen dan woningen die van de eigenaars van gebouwen (waar
onder woningen inbegrepen) zal immers in de regeringsopzet aan de nieuw pro
vincies ten goede gaan komen.
Wij stellen u voor de onder A. tot en met H. genoemde opvattingen ter kennis
te brengen van de Minister van Binnenlandse Zaken, de Vereniging van Neder
landse Gemeenten, Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant en het Stadsgewest
Breda
BURGEMEESTER EN WETHOU:
De secretaris,
Th. Bossink.
S VAN NIEUW-GINNEKEN
De burgemeester
M. van de Ven.