-7- De Heer VERKOOIJEN sluit zich hierbij aan. De VOORZITTER, de sprekers beantwoordend, zegt, dat het College eerst gezocht heeft naar mogelijkheden voor Scouting buiten de boerderij van Vergouwen. Toen geen andere oplossing gevonden werd, is uiteindelijk de gedachte gerezen de bedoelde boerderij niet af te breken, maar te laten voortbestaan en daaraan een bestemming te geven ten gunste van Scouting. Aan het gedeelte van het bestemmingsplan Beekhoek, waarin deze boerderij ligt, is goedkeuring onthouden met gevolg, dat de agrarische bestemming volgens het plan 1948 opnieuw tot leven werd gewekt. In het kader van de werkgroep stedebouw en de commissie Ruimtelijke Ordening wordt momenteel nagegaan, welke bestemming aan dit gedeelte zou moeten worden gegeven. Gedacht wordt aan het geven van de bestemming voor bij zondere doeleinden en dat houdt in casu in, dat de boerderij niet afge broken wordt. Konstruktief is deze trouwens in zeer goede konditie. Over de bestemming van de schuur voor Scouting is reeds met de Raad van ge dachten gewisseld, toen de brief met bezwaren van de omwonenden aan de orde kwam. Uit gesprekken met Scouting is gebleken dat ze erg blij waren met deze oplossing. Scouting is met een eigen plan tot verbouwing gekomen en dat zou een uitgave vergen van ongeveer 100.000, Daarbij gerekend de waarde van de ondergrond zou dit een zeer grote investering ten be hoeve van Scouting gaan betekenen. De waarde van de grond kan, naar een prijs van 60,per m2gesteld worden op 82.000,waarvan 20.000, betrekking heeft op het woongedeelte. Blijft dus ten bate van Scouting 62.000,Verbouwingskosten van 100.000,werden door het College als veel te hoog aangemerkt. Het College is van oordeel, dat het gereed maken van de schuur voor Scouting niet alleen een zaak van de gemeente moet zijn; ook eigen initiatief moet hierbij een behoorlijke inbreng leveren. Aanvankelijk kwam het College tot de konklusie, dat een gemeen telijke bijdrage van 20.000,naast een eigen bijdrage en een sub sidie van de rijksoverheid, voldoende zou moeten zijn om tot een aan vaardbaar geheel te komen. Deze suggestie is voorgelegd aan de commissie financiën. De meerderheid van die commissie vond de bijdrage van de ge meente te laag en in concreto zijn toen 2 bedragen genoemd een totaal bedrag van 60.000,(gemeentesubsidie, eigen bijdrage en rijksbijdrage) en een bedrag van 35.000,als bijdrage van de kant van de gemeente. Het College heeft zich over dit idee uitvoerig beraden en daarbij laten nagaan, in welke mate op rijkssubsidie zou kunnen worden gerekend. Uit informatie bij het desbetreffende Ministerie resulteerde de mededeling, dat ook de kosten van de ondergrond in de rijksbijdrage betrokken kunnen worden. Het College heeft toen - vasthoudend aan een totale investering van 60.000,- het gemeentelijk subsidie berekend op 26.160,en de rijksbijdrage op 23.340,Samen met de eigen bijdrage van Scouting ad 10.000,kan dan dus 60.000,geïnvesteerd worden. Zou onver hoopt het rijk tóch geen bijdrage geven in de kosten van de grond, dan is het College bereid de gemeentelijke bijdrage op te trekken tot 35.000,Dit laatste bedrag is echter voor het College wel het ab solute maximum. Het College meent, dat Scouting dan op een uitstekende wijze uit de startblokken kan komen. De Heer van Gils heeft zijn twij fels uitgesproken over het ideaal zijn van deze akkomodatie. Scouting zelf heeft zich er echter uitermate tevreden over betoond. De Heer J.H. VAN GILS zegt hierop, dat hij meer bedoeld heeft de ligging van het gebouw en wel om 2 redenen de in het huurkontrakt op te nemen niet onbelangrijke beperkingen in de gebruiksmogelijkheden en de beperktheid van de bij de schuur aanwezige grond. De VOORZITTER antwoordt, dat de huisvestingssituatie, zoals in de gevoerde gesprekken is gebleken, voor Scouting zeer aanvaardbaar is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 300