-8- De Heer BERGER toont zich teleurgesteld over het feit, dat de ge meente niet verder wil gaan dan een bijdrage van 35.000,zelfs niet wan neer het rijkssubsidie aanzienlijk lager zou uitvallen dan nu berekend wordt. Hij onderstreept, dat uitgangspunt in de commissie is geweest een totaalbe drag van 60.000,te investeren. In de meest ongunstige situatie, dat nl. het Rijk géén subsidie verleent, zal dan slechts voor 45.000,vertimmerd kunnen worden, nl. 35.000,van de gemeente en 10.000,eigen bijdrage van Scouting. In dit verband wijst hij op blz. 2 van de toelichting van het College, waar staat "het advies van de commissie om een bedrag van 60 mille voor de inrichting van de schuur te investeren kunnen wij thans overnemen". Verder wijst de Heer BERGER op de bij de stukken overgelegde begrotingswijzi ging, waaruit blijkt, dat een bedrag van 60 mille voorgefinancierd zal worden. De VOORZITTER antwoordt, dat de gegevens over het rijkssubsidie ontleend zijn aan telefonisch verkregen inlichtingen van het Ministerie. Mocht straks blijken, dat het Rijk minder zal bijdragen, dan is het College toch slechts bereid om tot maximaal 35.000,te gaan. Uit het voorstel van het College blijkt duidelijk, dat de gemeente nü wil gaan tot 26.160, even tueel dus op te voeren tot maximaal 35.000, De Heer BERGER zegt toch met stomheid geslagen te zijn. Hij zegt geinformeerd te hebben bij de secretarieafdeling en het antwoord was, dat het voorstel van Burgemeester en Wethouders neergelegd was in een begrotingswijzi ging en daar staat duidelijk een bedrag van 60.000,aangegeven. Op zijn vraag, of dit een vóórfinanciering was van 60 mille, kreeg hij een bevestigend antwoord De VOORZITTER antwoordt met te verwijzen naar de voorstellen van het College sub a, b en c en naar de voorlaatste alinea van het pre-advies "mocht onverhoopt blijken, dat het Rijk niet voornemens is de door ons opge voerde kosten te aanvaarden, dan zijn wij alsnog bereid U voor te stellen het gemeentelijk aandeel op te voeren tot maximaal 35.000,Zijnsinziens is hierover geen misverstand mogelijk. De Heer PAULUSSEN zegt, niet te begrijpen waarom er nu onduidelijk heid moet ontstaan. De commissie heeft het voorstel gelanceerd een gemeente lijke bijdrage van 35.000,toe te kennen. Burgemeester en Wethouders willen ook zo ver gaan, dus het voorstel is in overeenstemming met hetgeen de commissie wil. De Heer BERGER wijst erop, dat aldus een tegenstrijdigheid met de begrotingswijziging blijft bestaan. Die wijst op een voorfinanciering tot 60.000, De VOORZITTER antwoordt, dat dit gezien moet worden onder voorbe houd van de toekenning van het geraamde rijkssubsidie ad 23.840, De Heer J.H. VAN GILS meent, dat toch in de commissie is uitgegaan van een totaal-investering van 60.000,Wel werd als gemeentelijke bijdrage 26.160,genoemd, maximaal te verhogen tot 35.000,maar dit was alle maal gebaseerd op een verwacht rijkssubsidie van 23.840,wat eventueel lager zou kunnen uitvallen. De VOORZITTER antwoordt, dat er 2 uitgangspunten zijn geweest het bedrag van 60 mille is inderdaad genoemd als een berekeningsuitgangspunt, maar er is tegelijkertijd gezegd, dat de gemeente zelf niet verder wilde gaan dan 35.000,Aldus wordt voor Scouting een zeer redelijke start mogelijk gemaakt De Heer PEGEL vraagt aandacht voor een ander punt heeft het zin om nu een bedrag van 82.000,over te hevelen van de algemene dienst naar het grondbedrijf. Kan dit bedrag niet op andere wijze aan het grondbedrijf ten goede komen, bijv. door kosten van aanpassing bij de beek, wijzigingen van de weg e.d., straks ten laste van de algemene dienst te brengen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 301