3 Ook de Heer J.H. VAN GILS dringt er op aan, de opdrachten aan beide buro's in zodanige delen te verstrekken, dat binnen de raming gebleven wordt. De VOORZITTER herhaalt, dat het College de hand aan de pols zal houden en de bedragen van elk buro streng gescheiden zal houden. De Heer VERKOOIJEN vraagt ten aanzien van het L.E.I. of ook de kosten van de bij het overleg te betrekken instellingen als de Dienst Landinrich ting en de Rijkstuinbouwvoorlichtingsdienst in de kredieten van 40.000,en 45.000,begrepen zijn. De VOORZITTER antwoordt hierop bevestigend. Verder merkt de Heer VERKOOIJEN op, dat er enkele onderzoekingen zijn, die elkaar bijna overlappen, zowel van het landschapsburo als van het L.E.I. Kunnen die onderzoekingen niet tesamen plaatsvinden De Heer VERKOOIJEN meent, dat een periode van 7 a 8 maanden voor dit onderzoek erg lang is. Hij vreest, dat het te lang zal duren voordat het plan Buitengebied ter inzage gelegd zal kunnen worden; de gemeente kan toch niet blijven doorgaan met het nemen van voorberei- dingsbesluiten. De VOORZITTER antwoordt, dat het plan zeker niet voor het najaar van 1976 gereed zal zijn. De besprekingen in de projektgroep zijn juist bestemd om het elkaar overlappen van onderzoekingen te voorkomen. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten, zoals op de agenda voorgesteld. 9. VOORSTEL TOT BEPALING VAN STANDPUNT INZAKE AANLEG MARKDALWEGTRACE De Heer PAULUSSEN wil namens zijn fraktie releveren, dat over deze kwestie na veel aandrang van de zijde van de Raad en van de zijde van B W met de betreffende instanties uitvoerig gediscussieerd kon worden. Er is nogal wat informatie verkregen de laatste tijd, er is een beperkte studie geweest naar alternatieven, die te zien gegeven hebben, dat de Markdalweg, afgewogen tegen de totale situatie, bijna de enig mogelijke oplossing is, want ieder ander alterna tief zou tot langdurig uitstel leiden. Bovendien zal elk alternatief eveneens vele bezwaren oproepen, met het risiko, dat dan na 5 of 6 jaar nóg geen oplossing voorhanden is voor het - daar is iedereen het over eens - nijpende probleem Dorp straat/Molenstraat. Naar de mening van de fraktie leefbaarheid moet dan ook de leefbaarheid van de Dorpstraat/Molenstraat prevaleren boven het Markdalgebeuren hoe belangrijk dat ook is. Wel zal dan een zeer goede begeleiding moeten plaats hebben, een inbreng, een bijsturen door de gemeente, terzake van deze enkelbaans autoweg. Alle mogelijke waarborgen zouden verkregen moeten worden ter voorkoming van geluidshinder, gezichtshinderenz. Daarmede is nog niet voorzien in tijde lijke maatregelen voor de Dorpstraat/Molenstraat, zoals ook uitdrukkelijk ge vraagd door een aktiegroep van bewoners. Die vragen zijn onderwerp van gesprek geweest in de verkeerscommissieDaar is nog niet direkt een oplossing op gevonden. De commissie werd bijgestaan door twee verkeersdeskundigende Heer Hennekam uit Breda en de Heer Boersma van de provinciale waterstaat. Deze twee zijn ongetwij feld goede verkeersdeskundigen, maar niettemin behoren ze tot één partij. De Heer PAULUSSEN zou daarom op prijs stellen alsnog een verkeersburo in te schakelen voor het zoeken naar tijdelijke oplossingen voor genoemde straten, vóórdat de provinciale weg gerealiseerd is. Ook al doet nu de Raad een uitspraak ten gunste van de aanleg van de Markdalweg, dan zal toch ook Breda nog het fiat moeten geven. Tot heden is het Bredase standpunt niet bekend. De Heer BERGER merkt op, dat dit hele onderwerp aan de orde komt bij agendapunt 11, mededeling II. Hij zou dit graag bij dat agendapunt behandelen. De VOORZITTER gaat hiermede akkoord. De Heer PAULUSSEN zegt er dan straks nog graag op terug te komen. Hij meent voldoende te hebben aangeduid hoe zorgvuldig zijn fraktie heeft gewogen en afgewogen de aanleg van een omlegging Ulvenhout, die dan weliswaar met bloedend hart toch maar door het Markdal moet komen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 327