De Heer AARTS zegt namens de fraktie Bavel voldoende geïnformeerd te
zijn, dat het hoog tijd wordt dat de Dorpstraat/Molenstraat ontlast worden van
de enorme verkeersstroom met de daaraan verbonden grote gevaren, zodat de Dorp
straat weer zijn funktie kan krijgen, waar het woonklimaat weer op redelijk peil
komt, waar weer normaal gewinkeld kan worden, waar de sociaal-kulturele aktivi-
teiten weer redelijk kunnen funktioneren en waar ook weer normaal kan worden
overgestoken, met name ook door de bejaarden en schoolgaande kinderen; kortom,
waar de Dorpstraat weer zijn centruinfunktie kan terugkrijgen. Daarom vindt fraktie
Bavel dat uit de slechtste mogelijkheden de minst kwade gekozen moet worden en
kan ze staan achter een tracé van de weg door het Markdal (een tweestrooksweg
met vrijliggende fietspaden), met dien verstande, dat de nieuv; aan te leggen weg
binnen het tracé zo ver mogelijk van de bebouwing komt. Hopelijk kan de weg dan
zó aangelegd worden, dat het mooie landschappelijke karakter van het Markdal zo
min mogelijk wordt aangetast. Tenslotte hoopt de fraktie Bavel, dat Rijk en Pro
vincie elkaar zó zullen kunnen vinden, dat de aan te leggen weg door het Markdal
en de aansluiting op de bestaande Chaamseweg met de eventuele kruising van rijks
weg 58 op maaiveld komen te liggen, zodat hoogteverschillen zoveel mogelijk ver
meden worden; gezien de ervaringen in Bavel zijn dergelijke hoogteverschillen
zeker niet aan te bevelen. De fraktie Bavel wil verder de hoop uitspreken, dat de
planologen zodanig met toekomstige ontwikkelingen en realiteiten rekening zullen
houden, dat de gemeenteraad niet meer voor de noodzaak zal komen een oplossing te
vinden voor een dergelijk probleem als vandaag, waarbij er voor dat probleem maar
één oplossing is.
De Heer VERKOOIJEN zegt, dat de Raad wel voor een zeer moeilijk be
sluit staat. Het verkeer in de Dorpstraat en de Ulvenhoutselaan, dat is het hete
hangijzer. Er zijn aktiegroepen ontstaan van voorstanders van de weg door het
Markdal, andere aktiegroepen die ook wel bezwaren hebben tegen het verkeer in de
Dorpstraat, maar nog veel meer tegen de omleiding door het Markdal met zijn land
schappelijke waarde en landschappelijk schoon. Weer andere belangengroepen, de
neringdoenden, zijn er niet zo gelukkig mee, dat liet verkeer voor een groot ge
deelte uit de Dorpstraat verdwijnt. Zij denken dat ze in hun bestaan worden aan
getast. Er zijn geen vergaderingen meer, of de raadsleden worden door allerlei
milieu- en aktiegroepen in de gemeente en daarbuiten benaderd om vóór of tegen
te zijn. Blijkens onderzoeken naar alternatieven en modellen zijn de mogelijkhe
den om de Dorpstraat te ontlasten maar klein geworden. De raadsleden hebben de
uiteenzettingen van Rijks- en Provinciale Waterstaat gehoord. Aan de ene kant dus
het Markdal als prachtig natuurschoongebied, zowel landschappelijk als voor de
rekreant; van grote waarde voor flora en fauna. Aan de andere kant de voor vele
mensen onverantwoord drukke Dorpstraat. Welke leefbaarheid weegt nu het zwaarst
Voor plant, dier of'mens De voorkeur, aldus de Heer VERKOOIJEN, gaat dan, hoe
wel de keuze bitter moeilijk is, uit naar de laatste. Uit bittere noodzaak spreekt
hij daarom zijn voorkeur uit voor het aanleggen van de Markdalweg.
De Heer PEGEL merkt op, dat de mening gevraagd wordt over het aanleg
gen van een weg door het Markdal. Als die vraag zo simpel gesteld wordt, kan het
antwoord slechts zijn gladweg tégen. En dan niet zozeer omdat het Markdal zo
mooi is (wat dat betreft is hij het met de Heer Verkooijen helemaal niet eens:
sinds de normalisatie van de Mark en de ruilverkaveling is zijnsinziens al het
natuurschoon uit het Markdal verdwenen)Maar wel vindt hijdat zij die aan die
kant van het dorp wonen er erg veel last van zullen hebben. Anderzijds is het zo,
dat er een aantal andere bewoners in het dorp is, die nü al last heeft van het
verkeer en dat zijn degenen die in de Dorpstraat wonen. Ze hebben er waarschijnlijk
méér last van dan de mensen in het Markdal er ooit van kunnen krijgen. Hij is over
tuigd dat de Markdalweg er moet komen, omdat daarbij méér overlast voor mensen
wordt weggenomen dan nieuwe overlast aan anderen wordt veroorzaakt. Wat het
aspekt van de neringdoenden betreft, door de Heer Verkooijen aangevoerd, merkt
de Heer PEGEL op, dat hiermede waarschijnlijk bedoeld worden de winkeliers.
Als een paar jaar geleden gepraat werd over een weg door het Markdal, waren
de winkeliers er falikant tegen uit vrees dat ze minder zouden gaan verkopen.
Maar ook deze mensen hebben de laatste jaren gezegd de overlast in de
Dorpstraat is toch wel enorm groot,