De Heer J.H. VAN GILS vraagt hoe de gemeente denkt mee te spreken
over problemen bij de uitvoering; op welke manier kan de Raad hierbij betrokken
worden
De Heer HUIJBEN merkt op, dat meerdere instanties betrokken zijn
bij de Markdalweg; op welk tijdstip zal rekening gehouden worden met het standpunt
van de Raad van Nieuw-Ginneken Wanneer komen de andere instanties met hun mening
op de proppen, zodat men een totaalbeeld zal kunnen vormen
De VOORZITTER antwoordt, dat het besluit van de Raad zodra mogelijk
aan de Provincie zal worden medegedeeld. Breda zal haar standpunt nog moeten be
palen en verder is de aanleg van deze weg een provinciale aangelegenheid, maar
Mr. Brockx heeft letterlijk gezegd, dat de gemeente alle inbreng zal mogen leveren
die ze wil. Aan de Heer van Gils antwoordt hij, dat dit allemaal ter sprake zal
komen in de Commissie Ruimtelijke Ordening; de raadsleden, die géén lid zijn van
die commissie, kunnen dan ook komen en na de vergadering krijgen ze ook gelegen
heid hun mening naar voren te brengen. Wat de hellingen betreft, merkt de VOOR
ZITTER op, dat dit een moeilijke zaak blijft. De Strijbeekseweg moet niet te diep,
de rijksweg niet te hoog komen liggen, maar de eerstgenoemde zal er toch onder
door moeten kunnen. Bavel heeft ook niet om de viaducten gevraagd, maar ze liggen
er en indertijd was er niemand die op de gedachte kwam er tegen te protesteren.
Dat leefde in die tijd nog niet zo. Feit is wel, dat er enorm veel verkeer over
de rijksweg komt. Wonend op 35 meter kan de VOORZITTER dat uit eigen ervaring zeg
gen.
De Heer VERKOOIJEN vraagt of het mogelijk is de aanleg van deze pro
vinciale weg een hogere prioriteit te geven van code C. van de Provincie.
De VOORZITTER antwoordt, dat Mr. Brockx uiteen heeft gezet, dat be
spoediging vrijwel onmogelijk is.
Na deze diskussie wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals
op de agenda voorgesteld.
De VOORZITTER schorst hierop de vergadering voor een kwartier.
Na heropening stelt hij aan de orde
10. VOORSTEL OM IN TE STEMMEN MET DE PROCEDURE TOT ONTWIKKELING VAN HET BESTEM
MINGSPLAN "DE BUNDER"
De Heer PAULUSSEN zegt gezien te hebben, dat het College denkt aan
een ruime interpretatie van het begrip natuurlijke bevolkingsgroei, waarbij hij
dat nader stipuleert met de mededeling, dat daarmede bedoeld worden mensen die
uit Nieuw-Ginneken zijn weggegaan maar er weer terug willen komen. Hij zegt hier
wel achter te kunnen staan, maar wat hij in het rapport mist is de inbreng bij
de te formeren werkgroep van een landschapsburo, een tuinarchitekt of groendes-
kundige. Hij meent, dat het erg belangrijk is in een zeer vroeg stadium een figuur
in te schakelen die niet van A naar B in rechte lijn redeneert, zoals een stede-
bouwkundige meestal doet en ook een verkeersdeskundige meestal pleegt te doen om
zo snel mogelijk van het ene punt naar het andere te komen. Hij zou willen voor
stellen in een zeer vroeg stadium een landschapsburo in te schakelen bij het in
richten van het plan De Bunder. Het onderdeel geomorfologiede bodembeweging,
bijvoorbeeld is toebedacht aan Openbare Werken. De Heer PAULUSSEN zegt een zeer
groot vertrouwen te hebben in Openbare Werken, maar geomorfologie is iets aparts.
Verder zou hij willen voorstellen voor dit toch vrij omvangrijke plan van bijna
600 woningen een hoorzitting te organiseren voor de bevolking, die dan wensen en
voorstellen zou kunnen inbrengen, welke dan in de werkgroep, die het plan de
Bunder gaat begeleiden, behandeld en verwerkt zouden kunnen worden.
De Heer PEGEL zegt het voorstel van het College een stuk te vinden,
waar wel eens een keer wat goeds over gezegd mag worden, zonder dat men dan vragen
stelt en kritiek heeft. Hij zegt erg blij te zijn met de voorgestelde procedure.
Niemand staat te juichen om in Ulvenhout of Bavel zo'n 600 woningen te bouwen,
maar uit een aantal andere rapporten blijkt, dat er toch wel gebouwd moet worden.
Misschien moet die bouw plaatshebben in dit gebied. De kans bestaat, dat als de
planoloog het plan heeft uitgewerkt, wel weer opgemerkt zal worden, dat het zo'n
mooi natuurgebied is, wat niet bedorven moet gaan worden Persoonlijk zegt hij