10—
van de gemeente zijn, dus niet van het Waterschap de Bovenmark. Nagegaan zal
worden wat er aan gedaan moet worden.
De Heer BERGER merkt op, dat hij de vorige keer ook gesproken heeft
over de toestand van het kapelltje aan de Dorpstraat en over de speelwei aan het
einde van de Craenlaer. Zijn die misschien toch óók van de gemeente
De VOORZITTER antwoordt, dat het kapelletje van de kerk is en de
speelwei van Staatsbosbeheer. Daar kan de gemeente dus niets aan doen.
De Heer HUIJBEN vraagt of mensen, die geen bouwgrond krijgen toege
wezen, daarvan bericht krijgen.
De VOORZITTER antwoordt, dat deze personen zich kunnen wenden tot
Openbare Werken; dat staat ook in de notulen.
De Heer PEGEL zegt de vorige keer begrepen te hebben, dat die mensen
bericht zouden krijgen. Dat het anders in de notulen staat was hem eerst niet
opgevallen. Misschien is het toch nuttig de bandopname nog eens na te lopen, want
hij is er bijna zeker van dat afgesproken is dat de mensen bericht zouden krijgen.
Nu ook de Heer Huijben meent, dat dit toegezegd is, is hij er nóg zekerder van
dat dit is toegezegd.
De VOORZITTER antwoordt, dat de Heer Pegel de letterlijke tekst van
hetgeen gezegd is kan komen inzien. Het is zo, dat bij de uitwerking de band
wordt afgedraaid en dan in eerste instantie letterlijk wordt overgenomen wat op
de band staat. Daarna volgt een bewerking van die letterlijke tekst. Anders worden
de notulen te lang en zou bovendien een onleesbaar verhaal ontstaan. Uiteindelijk
behoeven de notulen slechts een zakelijke weergave te zijn van hetgeen in de Raad
besproken is. Zo'n 40% van hetgeen gezegd is komt in de notulen.
Wethouder WILLEMSEN voegt hier aan toe, dat het moeilijk is om hen,
die nog geen bouwruimte toegewezen gekregen hebben daarvan te berichten, omdat
het gehele plan in fasen wordt afgewerkt. Er zijn bepaalde regels door de Raad
opgesteld en het is helemaal niet bekend wie uiteindelijk allemaal bouwgrond
zullen krijgen. Het is erg moeilijk iemand aan te schrijven, wanneer niet bekend
is of hij wél of niet in aanmerking komt. Wil men er méér van weten, bel dan de
Direkteur van Openbare Werken. Momenteel is alleen maar de eerste fase afgerond.
Ten aanzien van de Bredase muziekschool zegt de VOORZITTER, dat het
College een onderhoud heeft gehad met de provinciale muziekkonsulent, de Heer
Smeets. Overleg met Breda moet weer heropend worden en het College streeft er
naar een regeling te treffen waardoor leerlingen uit Nieuw-Ginneken weer in Breda
terechtkunnen. De VOORZITTER zegt verder, dat het hem verheugt, dat een aanvang
is gemaakt met de werkzaamheden rond de Ulvenhoutse molen,
v! Op zijn vraag, wat de Heer VAN DER WESTERLAKEN bedoelt met een be
schermd dorpsgezicht, antwoordt laatstgenoemde, dat zowel Bavel als Ulvenhout
nog een echt dorpskarakter hebben. Om te voorkomen dat dit dorpse karakter gaat
verdwijnen door verbouwingen die niet thuishoren in een kleinschalige dorpsge
meenschap, is er de mogelijkheid om niet alleen panden te beschermen, maar ook
hele straten of zelfs een geheel dorp. Wellicht is het mogelijk zoiets toe te
passen op een deel van beide dorpen, waardoor beter de vinger aan de pols kan
worden gehouden, wanneer men een pand wil verbouwen. Dit betekent dus niet, dat
er niet meer verbouwd mag worden, maar wel dat bij verbouwing meer gelet kan
worden op de vraag of die wel past bij het dorpsbeeld.
De VOORZITTER wijst er op, dat ook nu voor verbouwing steeds advies
wordt gevraagd aan de Welstandscommissie. Maar soms vallen er wel eens toevallig
muren om en dan zit je met het geval.
De Heer PAULUSSEN merkt op, dat als er een beschermd dorpsgezicht
is ook Monumentenzorg een belangrijke vinger in de pap heeft dergelijke muren,
die toevallig omgevallen zijn, moeten dan weer in dezelfde staat opgetrokken wor
den. De VOORZITTER zegt, dat de nieuwe Burgemeester zich geweldig zal
inzetten voor het behoud van het karakter van de Dorpstraat. Als het doorgaande
verkeer er eenmaal uit is zal er iets moois van gemaakt worden, waardoor het erg
prettig winkelen zal worden.