-2-
Met de Heer Verkooijen is de VOORZITTER van mening, dat de relatie van
het boerenbedrijf in Gilze en het bedoelde huisje in Bavel zodanig is, dat niet
gesproken kan worden van een eenheid binnen een agrarisch bedrijf.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten zoals op de agenda
voorgesteld.
4. VOORSTEL TOT HET ONGEGROND VERKLAREN VAN EEN BEROEPSCHRIFT VAN MEVROUW J.
VAN RIJEN-BR0EDER5 TEGEN HET WEIGEREN VAN EEN BOUWVERGUNNING
De Heer J.H. VAN GILS zegt van mening te zijn, dat deze schutting vol
doet aan de redelijke eisen van welstand, die daaraan gesteld mogen worden.
De VOORZITTER wijst er op, dat het beleid van de achtereenvolgende
Colleges in het verleden gericht is geweest op het voorkomen van betonschuttingen,
die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. Het gaat er dus niet om dat het aan
brengen van een erf-afscheiding niet toegestaan zou zijn, doch om het gebruik van
bepaalde materialen. Zouden betonschuttingen regel worden, dan zou dit zeer sto
rend zijn in het woonmilieu. Wordt zo'n schutting in dit geval toegestaan, dan
heeft dit zeker konsekwenties in andere gevallen.
De Heer VAN GILS wijst er op, dat deze schutting niet is neergezet
omdat betrokkene die zo fraai vindt Er is echter een bepaalde konflikt-situatie
aldaar. Degene, die gelijk lijkt te hebben, wordt nu wel erg hard aangepakt. Be
trokkene is er kennelijk niet op gewezen dat een erfafscheiding in ander uitvoering
geplaatst had kunnen worden. De Heer VAN GILS zou willen voorstellen, de schutting
te laten staan totdat een ander probleem aldaar is opgelost. Aan de andere kant
van de schutting staat een woning, die niet gebruikt mag worden voor enige tak
van handel of bedrijf en daar ligt nu juist het probleem.
De VOORZITTER zegt bereid te zijn te doen nagaan door Openbare Werken
of deze betonschutting niet te vervangen is door een meer acceptabele afscheiding.
Het College blijft echter van mening, dat een betonschutting daar niet op zijn
plaats is, ook niet als die geplaatst is met het oog op de bedrijvigheid in het
aangrenzende pand.
De Heer VAN GILS konkretiseertdat hij zou willen overleg met be
trokkene over een gepaste erfafscheiding, opschorting van de bedreiging tot af
braak en nagaan, of aan de andere zijde van de muur voldaan wordt aan de eisen
van het bestemmingsplan voor wat betreft het uitoefenen van het bedrijf.
De VOORZITTER zegt hiermede akkoord te kunnen gaan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna door de Raad besloten, zoals
op de agenda voorgesteld.
5. VOORSTEL TOT HET AANGAAN VAN EEN VASTE LENING
Nadat de VOORZITTER nog heeft medegedeeld, dat de Commissie voor
Financiën zich met dit voorstel heeft verenigd, wordt zonder beraadslaging of
hoofdelijke stemming besloten, zoals op de agenda voorgesteld.
15. VOORSTEL TOT HET VERLENEN VAN MEDEWERKING OP GROND VAN HET BEPAALDE IN ART.
72 DER LAGER ONDERWIJSTWET 1920
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten, zoals
op de agenda voorgesteld.
16. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN EEN VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING
VAN RECHTEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE ALGEMENE BEGRAAFPLAATS, ALSMEDE TOT VAST
STELLING VAN EEN VERORDENING OP HET BEHEER EN GEBRUIK VAN DE ALGEMENE BEGRAAF
PLAATS
De Heer AARTS vraagt of een gedenkteken, verzorgd door de gemeente,
verplicht is en zo ja, zou dit dan niet vrijblijvend moeten zijn voor levenloos
geboren kinderen of kinderen beneden het jaar.