-3- De Heer VERKOOÏJEN vraagt of er al enig inzicht is in hue tijdstip van aanvang van de bouw van de aula. Het lijkt hem bezwaarlijk al te gaan be graven wanneer de aula nog niet klaar is. Verder vraagt hij of dezelfde tarieven gelden bij het overbrengen van graven van een bestaand kerkhof naar deze algemene begraafplaats De VOORZITTER antwoordt, dat de verordening niemand dwingt een gedenk teken te plaatsen. Maar de praktijk toont wel aan, dat de meeste mensen prijs stellen op een gedenkteken. Aan de Heer Verkooijen antwoordt de VOORZITTER, dat inderdaad de mogelijkheid van herbegraving vanaf een andere begraafplaats be staat; dan geldt op de gemeentelijke begraafplaats het normale tarief. Met de bouw van de aula zal binnen enkele weken begonnen kunnen worden. Ee bouwtijd bedraagt 2 a 3 maanden. De Heer VAN DER WESTERLAKEN meent, dat enige variatie in de gedenk tekens niet storend behoeft te werken, bijvoorbeeld een keuze uit drie mogelijk heden De VOORZITTER antwoordt, dat het College gekozen heeft voor een zekere uniformiteit. Gezien de parkachtige indeling van de begraafplaats zal dit zeker niet leiden tot eentonigheid. Het College vindt, dat de soberheid van het gedenk teken hier een onderstrepend element is voor de funktie die een begraafplaats heeft. Er is wel enige variatie, in zoverre men kan kiezen tussen een plaat en een kruis. Verder komt er een apart gedeelte voor kinderen met wat kleinere ge denktekens. De nabestaande zullen zelf uit deze mogelijkheden kunnen kiezen, on geacht hun kerkelijke gezindte. Het streven is wel, dat de platen en kruizen niet door elkaar komen te staan. De Heer PEGEL vraagt zich af, waarom platen en kruizen niet door elkaar zouden kunnen staan; ook is toch wel denkbaar, dat bijvoorbeeld iemand van Joodse origine een Davidster aangebracht zou willen zien. De VOORZITTER antwoordt, dat de wet de mogelijkheid kent van reserve ring van een gedeelte van een gemeentelijke begraafplaats op verzoek van een kerkgenootschap, ten behoeve van de leden van die kerkelijke gemeente. Dan is ook denkbaar, dat bijvoorbeeld een Joods gedeelte ontstaat met gedenktekens die daarbij passen. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten de verordeningen vast te stellen zoals ze zijn aangeboden. 11. VASTSTELLING BEGROTING 1976 De VOORZITTER zegt graag gelegenheid te geven tot het houden van alge mene beschouwingen over beleidsplan en begroting. Daarna stelt het College voor de vergadering te schorsen, zodat Burgemeester en Wethouders een antwoord kunnen formuleren. Na de schorsing kan dan het antwoord tegemoet gezien worden. De VOOR ZITTER wijst er op, dat het College graag kommentaar afwacht over het beleidsplan. Dit plan is te zien als een stuk programmering, dat nodig is om het kader te krijgen ten behoeve van de beleidsvoorbereiding in de komende 5 jaren. Als eerste krijgt de Heer H.M.C.J. VAN GILS het woord. Hij spreekt als volgt Mijnheer de voorzitter, wij, de Bavelse fraktie, vinden het een goede zaak dat een beleidsplan voor meerdere jaren tot stand gekomen is. Het is naar onze mening noodzakelijk om een goed beleid te kunnen voeren met het zicht op een middellange termijn. Het zou al te mooi zijn als er op dit beleidsplan geen op- of aanmerkingen c.q. aanvullingen zou den zijn. Het uitgangspunt, dat behoud en ondersteuning van het vere- nigings- en gemeenschapsleven een van de belangrijkste beleidsdoel stellingen is, onderschrijven wij onmiddellijk, maar wij vinden wel, dat de financiële steun, de subsidies, op een andere manier tot stand dienen te komen dan tot nog toe gebruikelijk was, namelijk op basis van de door de diverse instellingen gemaakte begrotingen. Ook de 2e doelstelling, dat elke vorm van opheffing van zelfstandigheid van een of meer delen der gemeente middels annexatie, dan ook om boven- zowel als binnengemeentelijke redenen zal moeten worden afgewezen, onder schrijven wij. En ook mag een eventuele uitbreiding van de stedelijke

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 358