-9-
oordeel, mijnheer de voorzitter, dat iemand, die in nood verkeert,
recht heeft zich tot de overheid te wenden. Wij kunnen ons namelijk
voorstellen dat een kliënt, die in moeilijkheden verkeert, geen prijs
stelt op hulpverlening van een partikuliere stichting, maar liever
zich tot de plaatselijke overheid wendt. Deze mogelijkheid is wel aan
wezig in grotere gemeenten. Is het dan wel juist, dat die mogelijkheid
in een kleinere gemeente niet geboden kan worden?
Financiën.
De totale begroting 1976 overziende, mijnheer de voorzitter, mogen wij
vaststellen, dat deze sluitend zal zijn. Toch geeft deze begroting
ons aanleiding tot het maken van enkele opmerkingen. De kapitaalsin
vesteringen in 1977 worden ten opzichte van 1976 verdubbeld. De kapi-
taalslasten worden verdrievoudigd ten opzichte van 1976. Wij vragen ons
af, mijnheer de voorzitter, of het niet verstandiger zou zijn de kapi
taalsinvesteringen meer, bijvoorbeeld over 5 jaar, uit te spreiden.
Het uitbreidingsplan van het gemeentehuis vergt een zeer behoorlijke
uitgave, die op de gemeenschap een bijzondere zware last zal leggen,
hetgeen in een zwaardere belastingdruk tot uitdrukking zal komen. Mijn
heer de voorzitter, wij zouden in verband hiermede ingelicht willen
worden of de uitbreiding van het gemeentehuis als DACW-objekt aangekaart
kan worden, zo ja, welke verwachtingen heeft U daarvan Tenslotte, mijn
heer de voorzitter, zijn wij van oordeel, dat het door het College in
gediende beleidsplan een zeer positieve poging is om te komen tot een
beleid op middenlange en lange termijn. Wij zouden onze erkentelijkheid
willen uitspreken ten aanzien van het ambtenarenkorps, dat hieraan heeft
medegewerkt en dat op voortreffelijke wijze ons in ons raadswerk bij
staat. Voorts, mijnheer de voorzitter, zouden wij het College in overleg
met de Raad in overweging willen geven de raadsvergaderingen, die op de
vrijdagavond plegen gehouden te worden, te doen verzetten naar een nader
te bepalen andere avond. Met de vrijdagavond wordt het weekend ingeluid
en een aantal feestjes worden steeds meer op die avond gepland. Boven
dien zou hiermede bevorderd kunnen worden, dat men van de zijde van de
bevolking meer gelegenheid heeft de raadsvergaderingen bij te wonen.
Wij eindigen met de wens uit te spreken, dat het College en de Raad in
goede samenspraak in staat zullen zijn ook in 1976 hun bijdrage te le
veren voor het welzijn van onze gemeente.
Vervolgens spreekt de Heer PAULUSSEN als volgt
Mijnheer de voorzitter, onze fraktie vindt het een erg plezierige zaak
te konstateren, dat de begroting sluitend is, zelfs met een overschot,
maar een gematigd optimisme lijkt ons toch wel gerechtvaardigd voor de
toekomst i.v.m. in het beleids- en investeringsplan aangekondigde hoge
uitgaven, terzake de onrendabele investeringen, die uiteraard hoge
kosten met zich meebrengen, o.a. het gemeentehuis, sport, rekreatie,
wegen. Ook wij vinden het een uitstekende zaak een beleidsplan op tafel
te hebben. Het ziet er dan ook bijzonder goed uit en wij zijn eveneens
van mening, dat regeren vooruit zien is, wat uit Uw beleidsplan ook wel
is op te maken. Enkele voorbeelden zijn het ontwikkelingsplan en het
bestemmingsplan buitengebied. Ten aanzien van het bestemmingsplan bui
tengebied zou ik toch nog wel op het hart willen drukken, dat niet al
leen de belangen van de landbouw, maar ook de belangen van het land
schap en de belangen van de burgerij, die toch gebruik maken van dat
landschap en van dat buitengebied, goed geïntegreerd worden behandeld
en wellicht - het is haast overbodig er aan toe te voegen - dat een
landschapsdeskundige in deze procedure een onmisbare schakel vormt.
Het investeringsplan is natuurlijk een goede graadmeter voor de finan
ciële mogelijkheden en misschien onmogelijkheden die ons nog te wachten