het goed heb, de drie betrokken gemeenten. Wordt het niet de hoogste
tijd daar nu aandacht aan te gaan besteden i.v.m. de plannen van rijks
weg 58 Een niet minder belangrijke zaak is, dat wanneer het rekreatie
projekt Galderse Meren gerealiseerd wordt, dat dan een grote toevloed
is te verwachten van randstad-toerismeIn het huidige voorliggende
plan van de rijksweg 58 is niet voorzien in aansluitende wegen naar
het toekomstige rekreatiegebied de Galderse Meren. Het is U bekend, dat
de dienst Landinrichting met name in Noord-Brabant aan de Minister
heeft gevraagd om uit landinrichtingsoverwegingen er voor zorg te dra
gen, dat aansluitende wegen worden geprojekteerd vanaf de E-10 komende
van Rotterdam, Leiden en Antwerpen en aansluiting gevende op de Galder
se Meren. Wij zouden willen voorstellen om ook als gemeenteraad een
dergelijk verzoek aan de Minister van Verkeer en Waterstaat te zenden
om aansluitende wegen te krijgen, ter voorziening in het verkeerspro
bleem van het te verwachten randstad-toerisme. De konsekwentie is nl.
dat als die wegen er niet komen, dat grote aanbod voor minstens de
helft door het dorp Ulvenhout en Galder verwerkt zal moeten worden.
Het hoofdstuk welzijn (dat is met andere woorden leefbaarheid) dat
betreft natuurlijk alle burgers, zowel jeugd als ouderen. U legt een
demokratische benadering aan de dag blijkens Uw nota. U denkt ook aan
bestuurscommissies, ex art. 61 van de gemeentewet, dat lijkt ons een
hele goede instelling om de belangstellende burger in staat te stellen
in een bestuurscommissie, samen met de gemeenteraadsleden, de gekozen
vertegenwoordigers van de burgers de verschillende zaken te behartigen.
Wij kunnen dit uiteraard ondersteunen. Tot slot, mijnheer de voorzitter
het hoofdstuk financiën. Ik zie daar een levensgrote post staan van 2
miljoen gulden, die voor het gemeentehuis bedoeld is, die ik en U rang
schikken onder de post onrendabele investeringen. We zullen ons zeer
goed moeten bezinnen, of we dit wel of niet doen en in welke vorm,
juist geplaatst tegen het kader van de ons toch waarschijnlijk te wach
ten staande bestuurlijke reorganisatie ofwel de zogenaamde mini-provin
cies, waarbij een groot deel van de taken van de gemeenten - of we dat
nu wel of niet graag hebben - toch toe zou gaan vallen aan de nieuwe
provinciale besturen. Hiermee wil ik mijn beschouwingen besluiten,
mijnheer de voorzitter.
De Heer van der WESTERLAKEN krijgt hierna het woord. Hij zegt
Bij het gedeelte over de investeringen na 1976 maken wij bezwaar tegen
het volledig beslag leggen op de financiële ruimte in de begroting
voor de jaren 1977 en verder. Er is namelijk vanaf 1977 een begrotings
tekort te verwachten. Verhoging van de gemeentelijke belastingen is
een van de middelen om het tekort te dekken. De maatregel als alleen
staande maatregel is onaanvaardbaar. Onze fraktie is bereid in de ko
mende jaren een beperkte verhoging te aanvaarden. Indien een jaarlijkse
verhoging van 8% wordt toegepast, dan is in 1977 de opbrengst
617.000, in 1978 666.000,en in 1979 719.000, waarmee
in 3 jaar tijd reeds de rijksnorm wordt bereikt. Doch deze belasting
verhoging alleen zal niet voldoende zijn om het tekort te dekken.
Verdere belastingverhoging is echter voor onze fraktie onaanvaardbaar.
Als andere maatregelen zijn te noemen terugdringing van de uitgaven,
temporisering in de investeringen en aanspreken van de saldireserves
Wat betreft de eerste, de terugdringing van de uitgaven, dat is prak
tisch niet mogelijk of maar voor heel kleine bedragen. Wat het derde
punt betreft, de saldireserves aanspreken, als dat gebeurt, hoe ver
gaan we dan tot het nulpunt toe Dan krijgen we punt 2, de tempori
sering van de investeringen, dat is het meest voor de hand liggende
alternatief. Welke mogelijkheden zien B W in het temporiseren van
de investeringen Door een totaal beslag leggen op alle middelen