lang mogelijk zelfstandig te laten wonen. Voor wat betreft het onder
wijs willen wij benadrukken het grote belang van goed onderwijs. Goed
onderwijs hangt mede af van de vergoedingen, die door de gemeente wor
den gegeven. Deze vergoedingen dienen verantwoord en voldoende te zijn
en mogen nooit een sluitpost van de begroting zijn. Ook willen we graag
initiatieven ondersteunen, die tot doel hebben te komen tot een verdere
integratie van het kleuter- en basisonderwijs. In de toekomst zien we
ook graag uit naar effektievere straatverlichting. Hopelijk zal spoedig
een lantaarnplan worden ingediend. We vinden het wenselijk dat daarbij
een verantwoorde prioriteitsbepaling zal plaatsvinden. We denken daar
bij aan het aantal woningen, aan het verkeer en in het algemeen de
funktie van de straat. Wat het fietspadenplan betreft, ook hier dringen
wij aan op een duidelijke prioriteitsbepaling. In dit verband willen
we de aandacht vestigen op de voor fietsers gevaarlijke Strijbeekseweg
Ook deze weg is speciaal gevaarlijk in verband met rekreatieverkeer
Tot slot willen we nog aandringen op een algehele herziening van het
subsidiebeleid. Een subsidiebeleid met een goede basis, een open sub
sidiebeleid met voldoende mogelijkheid tot inspraak.
Hierna spreekt de Heer PEGEL als volgt
Mijnheer de voorzitter, het is ons een genoegen, dat U ons een beleids
nota toegestuurd hebt, een heel goede trouwens, waar we het in grote
lijnen inderdaad mee eens zijn. We hebben er ook veel bewondering voor.
We zouden een paar kanttekeningen daarbij nog willen plaatsen. In de
eerste plaats de doelstellingen. U spreekt uit, dat U een voorstander
bent van behoud en ondersteuning van het huidige verenigings/gemeen-
schapsverbanddat hier wordt gevormd. We zijn het daar mee eens. Wij
dachten, dat dit in een ruimere betekenis moet worden opgevat. Het is
zo, dat we hier prettig wonen, in een prettige omgeving en met een
eigen karakteristiek van dorpen misschien. Ik dacht dat we moesten
streven naar het behoud van die prettige dingen die hier zijn en dat we
in al onze toekomstige plannen steeds moeten bedenken dat wat we henben
dat dat goed is en dat ook wat we uitbreiden in dit goede moet kunnen
passen. Eén ding mis ik dan, namelijk een streven om die gemeenschap
pen, die we hier hebben (dat zijn een aantal verschillende)om die
wat meer te integreren en dan niet alleen door te zorgen voor een al
gemene begraafplaats voor iedereen. In het 2a punt praat U over annexa
tie en daar bent U op tegen en dat zijn wij ook. Ik mis daarin toch,
wat we toch al vaker bespioken hebben, een opstelling van ons gemeente
bestuur t.o.v. de intergemeentelijke verbanden. Ik denk speciaal aan
het stadsgewest en ook nog wel aan andere dingen. Ik dacht dat we ons
met de Raad kortgeleden nog eens hebben uitgesproken n.a.v. het wets
voorstel over de mini-provincies, dat deze zaken bijna in de vorm
zoals we ze toen besproken hebben, zouden moeten worden opgenomen in
een beleidsplan, of in een beleidsnota. Daar hoort ook nog bij - en
dat heb ik ook even gemist - onze visie on het bestaande streekplan
voor West-Brabant. Ik zou B W willen uitnodigen om het streekplan van
1970 op korte termijn nog eens in de Raad ter bespreking te geven,
juist op die punten, waar dat betrekking heeft op onze gemeente. Als
we praten over Ruimtelijke Ordening, dan dacht ik, dat we inderdaad
met dat bestemmingsplan voor het buitengebied op moeten schieten en dat
we dat op zo kort mogelijke termijn moeten proberen rond te maken en
dat we daarbij rekening moeten houden met andere belangen dan de zui
ver agrarische. Wij zijn het ook eens met de aanpak, zoals die de
laatste keer is voorgesteld van het komende bestemmingsplan de Bunder
en de diverse instanties en bevolkingsgroepen die U daarbij wil in
schakelen. Wij vinden het jammer, dat van de huidige plannen die thans
gaan komen - ik denk aan Beekhoek II en aan de Eikberg - dat daar eigen
lijk nog zo weinig mogelijkheden zijn voor bewoners en latere belang
hebbenden om wat inspraak te hebben, juist omdat deze inspraak en ook