gemeente nieuw-ginneken
Raadsvergadering
31 januari 1975.
Agenda no18
Klass.nr. -1.778.532
Onderwerp
Voorstel tot wijziging van de bij raadsbesluit van
20 juni 1972 door de gemeente gegarandeerde geldle
ning voor 18 bejaardenwoningen te Bavel t.n.v. de
Stichting Bejaardenhuisvesting "Feijenoord"
Ulvenhout, 15 januari 1975.
Aan de Raad,
Bij raadsbesluit van 20 juni 1972 is een hypothecaire lening gegarandeerd
van 864.000,tegen een rente van 7 5/8% voor de bouw van 18 bejaardenwonin
gen door de Stichting Bejaardenhuisvesting "Feijenoord" te Rotterdam.
Nu de woningen gereed zijn en de afrekening is opgesteld blijken de tota
le stichtingskosten, waarin opgenomen de kosten van extra voorzieningen (o.a.
tuinaanleg - centrale antenne enz.) aanmerkelijk hoger te liggen dan in het
voorjaar van 1972 werd verwacht.
Verwezen mag worden naar de ter inzage gelegde korrespondentie en het
daarbij behorende kostenoverzicht
Het Bedrijfspensioenfonds voor de Metaalnijverheid is bereid de reeds eer
der verstrekte lening van 864.000,te verhogen, mits de gemeente ook hier
voor garant zou willen zijn.
In de oorspronkelijke gegarandeerde lening van 864.000,was een lineaire
aflossing van 30 jaar opgenomen, wat neerkomt op een jaarlijkse aflossing van
28.800, Aangezien de Stichting niet over eigen middelen beschikt zou deze
aflossing uit de huuropbrengst en het jaarlijkse subsidie moeten worden gefinan
cierd, iets wat bij nader inzien niet mogelijk is gebleken. Eerst na verloop
van een vrij groot aantal jaren zou het schuldrestant bij de lineaire aflossing
zover gedaald zijn dat rente en aflossing uit de opbrengst zou kunnen worden ge
financierd. De Stichting dreigt dan ook door de lineaire aflossing in financie-
ringsmoalijkheden te komen.
Bij een bespreking met de penningmeester van de Stichting, de heer Harmeijer,
is hem aangeraden de zaak met het Pensioenfonds op te nemen en te trachten de
eerste lening alsnog op annuiteitsbasis te laten omzetten.
Hoewel dit voor het Pensioenfonds zuiver financieel gezien nadeel oplevert is
men, wellicht mede op sociale overwegingen en omdat men begreep dat de aflossing