Dat gebeurt eerst in een later stadium, aan de hand van zeer konkrete voorstellen. Kontinu treedt verandering op in het maatschappelijk leven en de nu geformuleerde doelstellingen zullen dan ook regelmatig moeten worden bijgesteld. Gelukkig is het nog lang niet zo ver, dat weer een annexatie in de lucht hangt. Behoud van een gedifferentieerd woonmilieu is zeker niet de enige reden om zelfstandig te blijven. Er is een reeks argumenten te noemen die pleiten voor behoud van de zelf standigheid, maar dit beleidsplan is niet de plaats om daarop in te gaan. Dat moet men doen te zijner tijd, wanneer de tijd daar is. Het College vreest dus ook niet, dat een annexatie op til is. Alleen heeft het willen onderstrepen, dat wan neer in de toekomst sprake zou zijn van planning van een stedelijke woonwijk op grondgebied van de gemeente, dit nooit mag leiden tot het opheffen van de zelf standigheid van de gemeente of het annexeren van een deel van de gemeente door de grote broer. Wel heeft het College in dat geval oog voor de typische karakteristiek die eigen is aan de verschillende kerkdorpen. Dat is een zeer waardevol geheel binnen het Stadsgewest en dat heeft het College door de vermelding in het beleids plan willen onderstrepen. Die karakteristiek zou ook in het veronderstelde geval van bouw van een stadswijk zoveel mogelijk behouden moeten blijven. De Heer Pegel heeft opgemerkt, dat hij gemist heeft de visie op het streekplan voor West-Brabant. Alle gemeenten, waarover dit plan zich uitstrekt, hebben van Gedeputeerde Staten het verzoek gekregen kommentaar te leveren. Nieuw- Ginneken wil dit doen samen met het ETI. Het rapport van genoemd Instituut wordt zeer binnenkort verwacht en dan zal het met het College worden doorgepraat. Te zijner tijd zal deze aangelegenheid dan in de Raad aan de orde worden gesteld. Door enkele sprekers is er voor gepleit om de verschillende dorpen/ leefgemeenschappen meer te doen integreren tot één leefgemeenschap Nieuw-Ginneken In het verleden is het beleid gericht geweest op zelfstandigheid van de verschil lende dorpen en buurtschappen in die zin, dat daarbinnen een behoorlijk voorzie- ningspeil werd nagestreefd. Dit neemt niet weg, dat er bepaalde gemeenschapsakti- viteiten zijn, waarvoor je als referentiekader de gehele gemeente nodig hebt. Het is dus niet zo, dat alles geïntegreerd moet worden, maar wel daar waar het moge lijk is. Beide doelstellingen moeten op elkaar afgestemd zijn. Het College is, wat het subsidiebeleid betreft, voornemens in het ko mende jaar een nieuwe regeling te ontwerpen, die te zijner tijd aan de Raad zal worden voorgelegd. Ondersteuning van het verenigingsleven is niet alleen een kwes tie van financiën; ook in andere opzichten kan het gemeentebestuur initiërend, ondersteunend en begeleidend optreden. Het College wil - en dat blijkt ook uit het beleidsplan - duidelijk dus samenspraak met de verenigingen, uiteraard met res- pekt voor het partikulier initiatief. Diverse raadsleden hebben de ruimtelijke ordening aangesneden. De VOOR ZITTER onderstreept, dat ook het College het een goede zaak vindt, dat het be stemmingsplan buitengebied snel tot stand komt. De procedure daarvoor is door de Raad reeds bepaald en hieraan wordt zo voortvarend mogelijk verder gewerkt. Zorg vuldige afweging van de diverse belangen, van landbouw en van landschap, is hier bij nodig. Ook hecht het College veel waarde aan inspraak. Na de studiefase, die waarschijnlijk medio 1976 beëindigd zal zijn, zullen de belangengroeperingen in de gelegenheid worden gesteld om op het studieresultaat kommentaar te leveren. Vestiging van specifieke landbouwbedrijven is niet uitgesloten. De wijze waarop zal nader worden bezien. Ook is er voor gepleit de sociale woningbouw meer ruimte te geven. Zo zegt de Heer Verkooijen, dat er 50% woningwetbouw zou moeten zijn. Daar is het College het niet mee eens. Dat percentage is te hoog. Wel kan het College met hem meegaan om de sociale woningbouw een ruimer kader te geven, wanneer daar ook de premiebouw onder verstaan wordt. De Heer van Gils heeft gevraagd of er te Ulvenhout nog mogelijkheden zijn voor woningbouw. Het College heeft vroeger reeds gedacht aan de Kraaijenberg- sestraat, maar de Provincie is het hier niet mee eens. De Provincie is van mening, dat de mogelijkheden van uitbreiding van Ulvenhout binnen een beperkt aantal ja ren zijn uitgeput en daarom mogen maar 30 woningen per jaar gebouwd worden. Toch blijft het College te dezen aanzien diligent.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 372