Ten aanzien van de bejaarden merkt de WETHOUDER op, dat het dossier hierover leeg was toen hij wethouder werd. Daarom verwondert het hem enigszins dat thans, waar in het beleidsplan gesproken wordt van open bejaardenwerkdoor de fraktie Verkooijen sceptisch gedacht wordt over de werkkracht van het College. In de algemene beschouwingen wordt precies verteld wat bestudeerd moet worden, de wet op de bejaardenoorden, de nog komende Algemene Maatregel van Bestuur, de nota van Gedeputeerde Staten over de regionale indikatieteamsDe WETHOUDER zegt het prettig te vinden, dat de lektuur op deze manier wordt uitgezocht. Zo wordt ook aanbevolen om kontakt te zoeken met Breda. Het College, aldus de WET HOUDER, zal deze aangelegenheid in zijn geheel gaan bekijken. Voorbereidende besprekingen hebben reeds plaatsgehad. Diegenen, die deze bijeenkomsten hebben bijgewoond, stonden er allen zeer positief tegenover. Het College gaat nu inven tariseren wat er moet gebeuren. Het is duidelijk, dat niet van de ene dag op de andere gekomen kan worden tot open bejaardenwerkZodra de tijd rijp is en de plannen een meer konkrete vorm hebben aangenomen, zal de Raad volledig geïnfor meerd worden. De Heer WILLEMSEN vervolgt met op te merken, dat ook ten aanzien van de maatschappelijke dienstverlening de nodige ideëen worden aangereikt. Hij merkt op, dat de gemeente reeds jarenlang lid is van Divosa en dat praktisch alle bij eenkomsten en kursussen worden bijgewoond en gevolgd. Ook neemt men deel aan het maandelijks kontakt met de Kring Breda van Divosa, waarvan juist de afdeling sociale zaken van Nieuw-Ginneken tijdelijk het sekretariaat voert. In de beleids nota wordt gewezen op de verwijzende funktie van sociale zaken; deze afdeling doet wat mogelijk is ten aanzien van iedere kliënt. In de Algemene Beschouwingen wordt opgemerkt, dat de fraktie het sub- diariteitsbeginsel erkent. Het is de wethouder niet geheel duidelijk, wat hier mede bedoeld wordt. Die term wordt namelijk wel gebezigd in het kader van de ABW. Verder heeft de Heer Paulussen een vraag gesteld over de deskundige, die aangetrokken zou worden voor het verkeersprobleem in de Dorpstraat. De WET HOUDER zegt, dat een deskundige van "Veilig Verkeer Nederland" benaderd is; hij heeft toegezegd de tweede helft van januari een onderzoek te verrichten. T.z.t. zullen de resultaten met de verkeerscommissie besproken worden en eventuele konse- kwenties zullen aan de Raad worden voorgelegd. De Heer Pegel heeft de opmerking gemaakt het spijtig te vinden uit de krant te hebben moeten vernemen, dat er een verkeersdeskundige zou worden aange trokken. De Heer WILLEMSEN wijst op de notulen van de vorige raadsvergadering, waarin staat, dat in een gesprek met een groep Dorpstraatbewoners werd voorgesteld zo'n deskundige aan te trekken. Kortgeleden is namens die groep bewoners voorge steld Veilig Verkeer Nederland hierbij te halen; die instelling heeft een consu lent voor moeilijke verkeerssituaties. Op korte termijn zal hierover in het Col lege gesproken worden en t.z.t. zal de Raad uiteraard op de hoogte worden gebracht. Eerder kon dus niet, want dit is de eerste raadsvergadering na deze ontwikkeling. Blijkens verkregen informatie zullen met het inschakelen van deze deskundige al leen reis- en verblijfkostenvergoeding gemoeid zijn. De VOORZITTER gaat hierna verder met beantwoording van nog overgebleven vragen. De Heer Pegel heeft gewezen op een werkgelegenheidsnota. Het College, aldus de VOORZITTER, schenkt veel aandacht aan de werkgelegenheid en nagegaan wordt of het kreëeren van eigen objekten mogelijk is. Ten aanzien van versnelde uitvoering van het Markdalwegtracé en van het fietspad langs de Chaamseweg zegt de VOORZITTER, dat hierover gesproken is met Gedeputeerde Brockx. Toen is al gebleken, dat vervroeging bijna niet mogelijk is, gezien de vele voorbereidende werkzaamheden (ten aanzien van bijvoorbeeld grondverwerving) die nodig zijn voordat daadwerkelijk met de aanleg kan worden begonnen. Wel blijft het College er naar streven die voorbereidingstijd zo klein mogelijk te laten zijn. Wat het verkeerscirculatieplan betreft; het is vanzelfsprekend, dat hiervoor een deskundige zal worden aangetrokken. Te gelegener tijd zal hiervoor aan de Raad een krediet worden gevraagd. De beantwoording van de Algemene Beschouwingen is hiermede in eerste instantie afgesloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 376