heeft de motivering en de mogelijkheden ten aanzien van een eventueel toekomstig
woonwagenkamp; het lijkt hem goed daarvoor alvast iets te reserveren op de begro
ting. Wat het antwoord van de Heer Willemsen over de verkeersdeskundige voor de
Dorpstraat betreft, zegt de Heer PEGEL, dat hij het bericht in de krant liever
pas maandagavond had gelezen. Overigens is dit niet zo belangrijk.
De Heer J.H. VAN GILS, ook sprekend namens zijn naamgenoot, zegt nog
één punt te willen benadrukken, nl. dat hij erg veel moeite heeft met het toela
ten van mensen uit Breda-zuid-oostHierop zal hij zeker terugkomen wanneer de
individuele bestemmingsplannen aan de orde zijn. Toen hij sprak over 600.000,
voor de scholen, had hij overigens alleen het oog op het onrendabele gedeelte,
daaronder dan mede begrepen de kosten van verbouwing van de AloysiusschoolHij
meent dat de Heer Verkooijen er goed aan heeft gedaan de beoogde motie niet in
te dienen. Zijn fraktie betreurt het, dat de Ulvenhoutse kollega's het kommentaar
op het bejaardenbeleid gegoten hebben in de vorm waarin het gepresenteerd is»
Bavel is van oordeel, dat de Wethouder die dat beleid behartigt een opmerking in
die geest niet verdient. Ook zijn fraktie heeft moeite met langere vergaderingen.
Hij zou willen voorstellen het volgend jaar voor de begrotingsbehandeling twee
dagen te plannen. Overigens meent hij dat de lengte van de vergaderingen soms
ook een gevolg is van het optreden van de raadsleden zelf. Zo vindt hij het niet
nodig dat in tweede instantie zaken aan de orde worden gesteld die in eerste in
stantie helemaal niet op de proppen zijn gekomen. Soms worden dingen dubbel ge
zegd, al is daaraan niet altijd te ontkomen en de rondvraag duurt soms ook erg
lang. Een aantal zaken zou schriftelijk aan de orde kunnen worden gesteld en dan
zou het antwoord ook schriftelijk gegeven kunnen worden. Hij bedoeldt dus te zeg
gen, dat de Raad zelf er wel iets aan kan doen de vergaderingen te bekorten.
De VOORZITTER, in tweede instantie beantwoordend, merkt op, dat het
College 50% woningwetbouw en premiebouw te laag vindt. Nu de gemeente geen groei-
funktie meer heeft en er vrijwel uitsluitend voor de eigen bevolking gebouwd
wordt zal deze sociale woningbouw een veel groter percentage moeten worden. Of
dit 60% of 70% moet zijn, hangt mede af van de resultaten van het huisvestings-
onderzoek. De aansluiting van de Galderse Meren op de rijksweg is niet een zaak,
die de gemeente Nieuw-Ginneken alléén kan uitmaken. Het is een gemeenschappelijk
projekt van meerdere gemeente, maar ongetwijfeld zal de kwestie van deze aanslui
ting met Breda besproken worden. Wat betreft de woonwijk ten oosten van Bavel op
gebied van Nieuw-Ginneken, merkt de VOORZITTER op, dat met. name door Minister
Gruijters onlangs in een brief aan Breda er op aangedrongen is om snel ook in
onderzoek te nemen een mogelijkheid tot uitbreiding van Breda in oostelijke rich
ting (Bavel/Dorst)Konkrete plannen zijn er nog niet. De hoofdaandacht van Breda
gaat op dit moment uit naar de Haagse Beemden en er is zelfs door Breda nog geen
kontakt gezocht met Nieuw-Ginneken over bouw Bavel/Dorst. De bedoeling van het
College is niet meer en ook niet minder geweest, dan tot uitdrukking te brengen
dat Nieuw-Ginneken zelfstandig wil blijven, ook in het kader van de toekomstige
ontwikkeling van de streek. Het College is niet tegen milieuschone werken, voor-
zoveel passend in het bestemmingsplan, maar ook denkt het aan kleine ambachtelijke
bedrijven. Dit jaar is het College begonnen met het laten verschijnen van een in
formatieblad en dat zal voortgezet worden. Ook is het College voor samenspraak
in het kader van bestemmingsplannen en ontwikkelingsplan; dat is nog iets anders
dan inspraak. De VOORZITTER meent, dat de Raad, als politiek orgaan en als re
presentant van de bevolking, ook zeer wel de mogelijkheid heeft om aan de achter
ban informatie te verschaffen. Uitbesteding van het ophalen van huisvuil ziet het
College niet als een aktueel probleem. Er is een huisvuilautoer is voldoende en
goed personeel, er zijn nooit moeilijkheden en een goedkopere manier van vuilver
werking en vuilstort is er niet. Zou de auto op een gegeven moment versleten
zijn, dan is daar wellicht het moment om met de Raad over een eventuele andere
oplossing te overleggen, maar feit is dat het betrokken personeel dan niet op
straat zal kunnen worden gezet. Ten aanzien van de opgevoerde investeringen merkt
de VOORZITTER op, dat het College niet goed ziet hoe alles verwezenlijkt zou
kunnen worden wanneer er geen subsidie van de DACW komt, tenzij dan andere inkom
stenbronnen kunnen worden opgevoerd, zoals beschikking over de saldireserve of
belastingverhoging. Het College voelt er wel voor de begrotingsbehandeling te
laten verlopen op twee dagen. Na de Algemene Beschouwingen zou dan de eerste