-25-
6. VOORSTEL TOT HET AANGAAN VAN REKENINGCOURANTOVEREENKOMSTEN VOOR HET JAAR 1976:
De Heer J.H. VAN GILS vraagt, waarom de kredietmogelijkheid bij de
Rabobank tweemaal die bij de AMRO en ABN is. Hij zou er prijs op stellen dit ge
lijk te trekken.
Wethouder OOMEN antwoordt, dat de Rabobank vanouds de bank voor de be
volking is geweest; later zijn de twee andere banken er bij gekomen. Hij heeft
er echter geen bezwaar tegen de kredietmogelijkheden gelijk te trekken.
De VOORZITTER zegt, dat dit dan voor 1977 zal geschieden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten, zoals op de agenda voorge
steld.
7. VOORSTEL OM BURGEMEESTER EN WETHOUDER TE MACHTIGEN TOT HET SLUITEN VAN KAS
GELDLENINGEN IN 1976
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten, zoals op
de agenda voorgesteld.
8. VOORSTEL OM BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TE MACHTIGEN TOT HET BELEGGEN VAN KAS
GELDEN IN 1976
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten, zoals op
de agenda voorgesteld.
9. VOORSTEL TOT HET AANGAAN VAN VASTE GELDLENINGEN VOOR HET JAAR 1976
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten, zoals op
de agenda voorgesteld.
10. VOORSTEL TOT HET TOEKENNEN VAN SUBSIDIES VOOR HET JAAR 1976
De VOORZITTER wijst er op, dat het advies van de Commissie Financiën
op 2 punten afwijkt van hetgeen in de begroting opgenomen is, namelijk ten aan
zien van het oudercomité van de openbare school en voor de overkoepelende carna
valsverenigingen. Ten aanzien van de Stichting Openbare Leeszaal en Bibliotheek
merkt de VOORZITTER op, dat afgelopen woensdag een gesprek met het bestuur heeft
plaatsgehad, dat heeft geleid tot algehele overeenstemming. Er zal een aangepaste
begroting worden overgelegd en wanneer het College beschikt over de juiste cij
fers zullen dan aan de Raad worden voorgelegd.
De Heer VAN DER WESTERLAKEN merkt op, dat het College bij de vorige
begrotingsbehandeling een subsidieverordening in het vooruitzicht heeft gesteld.
Hij vraagt op welke termijn het College met die verordening denkt te komen.
De VOORZITTER deelt mede, dat het geen eenvoudige zaak is het subsidie
beleid goed te formuleren. Dit vraagt om een zeer zorgvuldige behandeling. Het
noemen van een termijn is niet mogelijk, maar het College streeft er naar deze
verordening in ieder geval in 1976 aan de Raad te kunnen voorleggen.
De Heer VAN DER WESTERLAKEN antwoordt, dat de subsidies de pan uit
rijzen. Het totaal bedrag ligt een eind boven de 4 ton. In de nabije toekomst zal
toch getoetst moeten kunnen worden.
De VOORZITTER herhaalt, dat het College echt naar zo'n verordening
streeft, maar het is niet mogelijk een termijn te noemen.
De Heer AARTS meent, dat men volgend jaar bij de vaststelling der sub
sidiebedragen zal kijken naar hetgeen nü wordt toegekend. Gezien de enorme ver
hogingen, o.a. van de bibliotheek, lijkt het hem gewenst juist nü enkele subsidies
wat in te krimpen. Zo is bijvoorbeeld het subsidie voor Muzische Vorming van
13.500,in 1973 gestegen tot 28.000,thans, ongeveer 110%. Het subsidie
voor de bejaardenbonden daarentegen is na 1972 alleen maar gestegen door de toe
name van het aantal bejaarden. Moeite heeft hij met het bevriezen van het subsidie
voor de carnavalsverenigingen. Het subsidie aan de Schakel voor het verenigings
leven is niet slecht, maar is sinds 1973 niet meer gestegen dan 33%. Hij wil ver
zoeken nauwlettend in het oog te houden de mogelijkheid van rijkssubsidie in de
kosten van de bijdrage aan de B.B.A. (nu 2,per inwoner).