-8-
De VOORZITTER onderstreept., dat het College eventuele aanvragen voor het
buitengebied wil beoordelen naar de strengere richtlijnen van de provincie.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten, zoals op de agenda voor
gesteld.
16. BEROEPSCHRIFT VAN W.J.VAN DEN BROEK TEGEN WEIGERING VAN EEN BOUWVERGUNNING
De Heer PAULUSSEN zegt, dat het hier gaat om iemand, die zich als zelfstan
dig bloemkweker wil gaan vestigen. Hij vraagt, hoe dit ligt in het kader van het
aanstaande plan voor het buitengebied.
Hij meent, dat tuinbouw .en intensieve bloemencultuur mogelijk moeten blijven.
De Heer H.M.C.J. VAN GILS zegt, met dit geval veel meer moeite te hebben dan met
het voorgaande. Het enige negatieve punt is dat betrokkene in Breda werkt.
Maar gezien zijn opleiding en diploma's, zou hij toch een kans moeten krijgen.
Hij vraagt, of hier een advies is uitgebracht door de dk-grarische commissie.
De Heer VERKOOI-JEN wijst er op, dat betrokkene het verzoek heeft gedaan onder de
werking van het plan 1948. Omdat hij bij Martinus werkt, wijst men het verzoek af.
De Heer VERKOOIJEN zou de beslissing willen aanhouden, en eerst nog advies vragen
aan de .agrarische commissie.
p De Heer VAN DUN is het met de Heer Verkooijen eens. Ook zou het verzoek bezien moe
ten worden door de Commissie ruimtelijke ordening.
De VOORZITTER zegt, dat deze zaak in zekere zin eenvoudiger ligt dan de voorgaan
de.
v.d.Broek is_ al gevestigd in de woning van zijn vader. Hij zou gewoon met de kas
sen kunnen beginnen. Als hij daar vergunning voor vraagt, krijgt hij die. Zo kan
hij bewijzen, dat zijn aanvrage reeel is, dus dat hij een volwaardig bedrijf
gaat stichten. In het verleden hebben Gedeputeerde, Staten een verklaring van geen
bezwaar geweigerd, omdat er niet van een volwaardig bedrijf sprake was.
Een kas is een agrarisch bouwwerk bij een bestaand bedrijf; het College zou
daaraan positief kunnen meewerken.
De Heer PAULUSSEN vraagt., welke garantie aanvrager heeft voor de bouw van een be
drijfswoning, gezien in het kader van het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan.
De VOORZITTER antwoordt gesteld, het komt tot een bedrijfssplitsing (nu is er
sprake van een veebdrijf)en er komen kassen, dan kan - indien het een volwaar
dig bedrijf wordt, waarin de man zijn hoofdbestaan vindt, en voldaan is aan de
oppervlakte-eis - aanspraak worden gemaakt op een nieuwe bedrijfswoning» Zou de
oppervlakte onvoldoende zijn, dan kan er geen tweede bedrijfswoning komen; het
mag géén burgervestigrng in ^agtrarisch gebied worden»
tl De Heer H. VAN GILS zegt, blij te zijn, dat betrokkene tenminste de kans krijgt
met kassen te beginnen.
De Heer VERKOOIJEN zegt, toch te blijven bij zijn voorstel de beslissing aan te
houden en eerst advies van de agrarische commissie te vragen»
De Heer VAN DUN steunt dit voorstel.
Na enig beraad antwoordt de VOORZITTER, dat het College het voorstel Verkooijen
overneemt. Alsnog zal advies worden gevraagd van de agrarische adviescommissie»
17. VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE BEGROTING 1975 VAN DE ALGEMENE DIENST, EN VAN
DE BEGROTING 1975 VAN HET GRONDBEDRIJF, IN VERBAND MET HET BESCHIKBAAR STEL
LEN VAN EEN KREDIET VOOR HET BOUWRIJP MAKEN VAN GRONDEN, GELEGEN IN HET
BESTEMMINGSPLAN BEEKHOEK 1974
Op een vraag van de Heer VERKOOIJEN, of het bouwrijpmaken nu minder kosten
met zich mee brengt, dan vorig jaar werd geraamd, antwoordt de VOORZITTER, dat nu
o.a» geen kosten voor trottoirs en plantsoenen zijn geraamd.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten, zoals op de agenda voorgesteld.