'de' openbare' weg
-6-
en dat. dan niet meer dan 0,60 per inwoner in totaal door de gemeente zal worden uit
gekeerd.
De Heer BINK berekentdat dit neerkomt op ongeveer 3,— per kind. Hij vraagt zich
af, wat daarvoor gedaan kan worden.
Wethouder WILLEMSEN antwoordt, dat de oranjecomitéJs dit moeten bekijken; er is samen
spraak gaande, maar bet. is nog niet. bekend, welke activiteiten per gemeentedeel georga
niseerd gaan worden.
9. CONCEPT-STRUCTUURSCHETS VOOR DE BESTUURLIJKE INDELING VAN NEDERLAND t
De VOORZITTER zegt, dat de Stadsgewestraad, mede op verzoek van Nieuw-Ginneken,
tot. een uniform standpunt is gekomen. Voorstel is nu, dit te onderschrijven.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten.
10STADSGEWEST BREDA j
De VOORZITTER deelt mede, dat de Commissaris van de Koningin de Stadsgewestraad
op donderdag 20 maart hoopt te installeren. In de vorige raadsvergadering is de Heer
Verkooijen aangewezen als 2e vertegenwoordiger van de gemeenteraad. Hij zou eerst zit-
ting kunnen nemen, nadat het. Centraal Bureau voor de Statistiek had laten weten, welk
W bevolkingscijfer per 1 januari 1975 gold.
Het verheugt de VOORZITTER, te kunnen mededelen, dat het Centraal Bureau bedoelde opgave
zeer snel beeft gedaan, zodat de Heer Verkooijen in de vergadering van de Stadsgewest
raad van 28 februari jl, reeds aanwezig kon zijn.
De Stadsgewestraad, aldus de VOORZITTER, heeft de Burgemeester van Breda als Voorzitter
gekozen.
In bet Dagelijks Bestuur heeft ook weer de Heer Pegel zitting.
Verder maakt wethouder Oomen deel uit van de Commissie voor Economische aangelegenheden,
de Heer Verkooijen van de Onderwijscommissie, en spreker zelf maakt deel uit van de
Commissie Ruimtelijke Ordening.
10a. VOORSTEL TOT HET HER-INVOEREN VAN DE VERMAKELIJKHEIDSBELASTING VOOR WEDSTRIJDEN OP
De VOORZITTER merkt op, dat. het voorstel van het College neerkomt op het toeken
nen van een subsidie van 75% van de belastingopbrengst, aan de organiserende vereniging,
en het verlenen van een garantie-subsidie van nog eens 12^ van die opbrengst, echter
met een maximum van 2500,
De Heer AARTS zegt, dat. hem bekend is, dat zo'n organisatie veel kosten met zich mee
^brengt. Hij zou willen pleiten voor een uitkering van 80% in plaats van 75%.
De Heer VERKOOIJEN zou hetzelfde willen bepleiten.
De Heer BERGER wijst er op, dat bij vermelding in de belastingverordening, het bedrag
van 4,— vast ligt, en niet zonder meer gewijzigd kan worden.
De VOORZITTER antwoordt aan de Heren Aarts en Verkooijen, dat het voorstel van het Col
lege is ontleend aan de situatie, die tot voor 2 jaar bestond. Uiteraard is een percen
tage van 75% arbitrair, maar 80% zou dat ook zijn.
Het College meent, dat. een deel van de opbrengst aan de gemeente mag toevallen, omdat de
gemeente óók kosten moet maken.
Aan de Heer Berger antwoordt hij, dat het bedrag van 4,— eventueel bij wijzigingsver
ordening weer veranderd zou kunnen worden. Er is ook gesproken over 5, maar men
is bang, dat dit een minder gunstige uitwerking op de belangstelling zou kunnen hebben.
De Heer PAULUSSEN wijst er nog op, dat de gemeente ook kosten moest maken in de jaren,
waarin géén entree werd geheven. Desondanks kreeg het rondecomité toen wél subsidie.
Nu gaat de gemeente er in feite op vooruit.
De VOORZITTER antwoordt, dat er een risico is aan beide kanten. Is de opbrengst toerei
kend, dan is logisch dat ook de gemeente iets ontvangt; zou onverhoopt door ongunstige
omstandigheden een slecht resultaat geboekt worden, dan is aan te nemen, dat het comité
zich wel weer tot de gemeente zal wenden.
