f -6- III De huisvestingssituatie van het Openbaar en het Bijzonder Onderwijs per 15 augustus 1975» Naast een uitvoerige studie over de leerlingenontwikkeling kleuter- en basisonderwijs en de vertaling ervan in benodigde localiteiten, heeft de in de aanhef van deze nota genoemde tijdelijke commissie, alsmede de commissie onderwijs, uitvoerig overleg gepleegd met de vertegenwoordigers van het Bijzonder Onderwijs over de meest wenselijke en noodzakelijke te nemen beslissingen aangaande de lokalensituatieOns college heeft ver volgens, zowel met de vertegenwoordigers van de werkgroep Openbaar Onderwijs Ulvenhout, vergezeld van een vertegenwoordiger van de Vereniging voor Openbaar Onderwijs, als met de Inspecteur van het Lager Onderwijs te Breda, de resultaten van deze studies en gesprekken besproken en hun standpuntbepaling in deze verzocht. Middels de U reeds toegezonden concept-notulen van de vergadering van de Commissie van advies en bijstand voor onderwijs dd. 15 maart 1975- waarvan de conclusies door ons college reeds zijn overgenomen- zal U duidelijk zijn geworden, dat met het Bijzonder Onderwijs een basis is g. gevonden voor de voorziening aan schoollokalen op middellange termijn voor zowel het bijzonder als het openbaar onderwijs. Zo is, met inachtneming van de door U reeds genomen besluiten tot verle ning van medewerking, door de commissie onderwijs geadviseerd om: 1. het schoolbestuur Ulvenhout te verzoeken haast te doen maken met het ontwerpen van het bouwplan kostenbegroting voor de uitbreiding van de kleuterschool n,t Weitje" met k lokalen ten behoeve van het basis onderwijs; 2. idem, met de plannen voor de bouw van een gemeenschapsruimte aan de Mariaschool en wel zodanig, dat deze past in een toekomstig plan tot renovatie van het schoolgebouw, d.w.z. 8 a 9 leslokalen, incl. het Kleuteronderwijs, die voldoen aan de te stellen eisen voor klaslokalen in de tegenwoordige tijd; 3. de raad voor te stellen het besluit tot verlening van medewerking voor de bouw van een nieuw leslokaal bij de Mariaschool in te trekken; k, het openbaar onderwijs te doen aanvangen in het lokaal van de voor malige landbouwschool aan de Anneville-laan (thans nog in gebruik als leslokaal van de Rosmolenschool)alsmede een tweede lokaal aan dit complex te bouwen, hetwelk na ontruiming door het Openbaar Onder wijs in de nabije toekomst alternatief aanwendbaar is voor óf de Peutersoos óf de bibliotheek; 5. in verband met sub.k en gelet op de toezegging van het schoolbestuur om, hetzij het schoolcomplex 't Weitje, hetzij het (verbouwde) school complex van de Mariaschool in de nabije toekomst af te staan voor de definitieve huisvesting van de Openbare School het raadsbesluit van 26-10-1973 tot situering van de 2-klassige openbare school in het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan "Beekhoek" in te trekken^ 6. vooralsnog af te zien van de totstandkoming van een samenwerkingsschool. Zoals reeds werd opgemerkt is aangaande de resultaten over de punten 1 tot en met 5 overleg gepleegd met vertegenwoordigers van de werkgroep Open bare Sch^Wj. Ulvenhout, vergezeld van een vertegenwoordiger van de Vereniging voor OpeniiKkr Ojgderwijs, alsmede met de Inspecteur van het Lager Onderwijs te Breda, en hun gevraagd naar hun standpuntbepaling. Bij de bespreking hierna van de afzonderlijke punten 1 tot en met 5 zullen beide standpunten zoveel mogelijk worden weergegeven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 98