-2-
Nadat de Heer Pegel gewezen heeft op de 3e alinea van dit voorstel,
zegt de VOORZITTER, dat men kan inschrijven tot de dag waarop de school in het nieuwe
schooljaar weer aanvangt. Er is wel een termijn gesteld voor de aanmelding - en die is
ook al voorbij - maar dit neemt dus niet weg, dat nog steeds nieuwe opgaven mogelijk
zijn. Vandaar dat bij het voorstel enige flexibiliteit is betracht.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten, zoals op de agenda voorge
steld.
6. VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET VOOR DE EERSTE INRICHTING VAN DE
IN AANBOUW ZIJNDE KLEUTERSCHOOL "TÉ BAVEL EN~1ET VASTSTELLEN VAN DE 19E BEGROTINGS
WIJZIGING 1976 -
Naar aanleiding van een vraag van de Heer Berger merkt de VOORZITTER
op, dat het gaat om twee bedragen, nl. 3.399,30 en 23.503,deze zijn ook in de
desbetreffende begrotingswijziging verwerkt.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten, zoals op de agenda voorge
steld.
7. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN EEN KREDIET TEN BEHOEVE VAN DE RENOVATIE VAN DE MARIA-
f SCHOOL TE ULVENHOUT EN TEN BEHOEVE VAN DE BOUW VAN EEN GEMEENSCHAPSRUIMTE VOOR DEZE
SCHOOL
Bij de behandeling van dit punt komt de Heer HUIJBEN ter vergadering.
De VOORZITTER deelt mede, dat juist hedenmorgen telefonisch bericht is
ontvangen, dat - in afwijking van hetgeen in het voorstel staat - het subsidiepercentage
niet 95%, doch 75% zal zijn van de subsidiabele kosten, die niet hoger mogen zijn dan
475.000,hier staat tegenover, dat er géén eigen bijdrage van teminste 200.000,
zal zijn. Budgettair wordt het voor de gemeente dus voordeliger.
De Heer VERKOOIJEN zegt dit voor de gemeente een plezierige zaak te
vinden
De Heer PAULUSSEN wil opmerken, dat deze wijziging niet betekent, dat
de kosten voor de gemeente automatisch lager worden; dit hangt af van de uitslag van de
aanbesteding.
De VOORZITTER antwoordt, dat praktijk is, dat bij overschrijding het
zelfde subsidiepercentage wordt gehanteerd ook op het hogere bedrag. Dan zal overleg met
de A.C.W. nodig zijn. Op een vraag van de Heer Berger antwoordt de VOORZITTER nog, dat
de hier genoemde kosten ontleend zijn aan een bestek en een begroting, die een aantal
maanden geleden zijn ingediend. Het is niet ondenkbaar, dat door wijzigingen in lonen
^en materiaalkosten het totaalbedrag anders wordt en dan is subsidie voor het hogere be
drag vaak mogelijk.
De Heer J.H. VAN GILS vraagt, welk bedrag nu gevoteerd wordt; het vroe
ger genoemde bedrag van 868.000, of een bedrag van 475.000,
De VOORZITTER onderstreept, dat het nu gaat om laatstgenoemd bedrag.
Zonder hoofdelijke stemming gaat de Raad hiermede akkoord.
8. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN EEN KREDIET VOOR HET AANLEGGEN VAN EEN CENTRALE VER-
WARMINGSINSTALLATIE EN VOOR HET TREFFEN VAN ENKELE BOUWKUNDIGE VOORZIENINGEN IN DE
WONING PENNENDIJK 4A
De Heer J.H. VAN GILS zegt zich af te vragen of het juist is deze
woning te verhuren aan een ambtenaar, die naar zijn gevoelen best een duurdere woning
kan betalen. Hij meent, dat dit een erg goedkope woning is, waarvoor een aantal personen
belangstelling zal hebben, omdat zij geen duurdere woning kunnen betalen.
De Heer PEGEL zegt eveneens van mening te zijn, dat zo'n goedkope woning
waaraan eigenlijk in de gemeente zo grote behoefte bestaat, niet verhuurd moet worden
aan iemand met een gegarandeerd en behoorlijk inkomen, dat veel hoger is dan met de huur
van deze woning overeenkomt.
De Heer VERKOOIJEN vraagt, of de mogelijkheid bezien is de verwarmings
installatie te koppelen aan die van de schuur.