De VOORZITTER begint zijn antwoord met er op te wijzen, dat er ver schillende faktoren zijn, waardoor het aanvankelijk geraamde krediet te laag is gebleken. In de eerste plaats is abusievelijk géén rekening gehouden met de verschuldigde B.T.W. Verder is, met instemming van de Raad, het E.T.I.N. ingeschakeld bij het kommentaar op het Streekplan 1970. Dat kommentaar is inmiddels door de Raad overgenomen en het funk- tioneert op het niveau van het Stadsgewest en van de Provincie. Nieuw-Ginneken kan er blij mee zijn, dat dit gebeurd is, omdat hiermede een gezaghebbend stuk is verkregen dat gehanteerd kan worden in het kader van de beleidsvorming (Nieuw-Ginneken binnen de streek West-Brabant). Wellicht was het beter geweest, dat het College, toen het met dit voorstel bij de Raad kwam, meteen hiervoor een krediet had gevraagd. Maar het zal de Raad duidelijk zijn, dat deze extra opdracht kosten met zich bracht. Ten derde is het E.T.I.N. ingeschakeld bij net plan De Bunder. Dat is ook duidelijk gesteld bij het draai boek, dat aan de Raad is voorgelegd en waarmede de Raad heeft ingestemd. Het is duidelijk dat wanneer de Raad nu geen aanvullend krediet ter beschikking stelt, de werkzaamheden van het E.T.I.N. stil komen te liggen. Wordt de beslissing aangehouden tot de volgende vergadering, dan betekent dit een uitstel van 6 weken. Dan beginnen de vakanties en een aanzienlijke vertraging in de afdoening zal dan onvermijdelijk zijn. De VOORZITTER meent, dat de informatie, die de Heer Berger nu vraagt, niet noodzakelijk is om dit voorstel van het College te kunnen beoordelen. Wel kan hij zich voorstellen, dat de Heer Berger een overzicht vraagt van de reeds beschikbaar ge stelde kredieten voor allerlei studies (de verkeerskundige, de stedebouwkundigehet L.E.I., het E.T.I), maar hij herhaalt dat los van dit overzicht het nu gevraaade krediet beoordeeld kan worden. Een konklusie van zo'n overzicht zou natuurliik wel kunnen zijn, dat de Raad zeat we vinden het teveel worden en kappen er mee. Maar ten aanzien van het nu gevraagde aanvullende krediet is dit niet logisch, want dan zou het gevolg zijn, dat de begonnen studie niet voltooid kan worden. Aan de Heer van der Westerlaken kan de VOORZITTER toezeggen, dat dit aanvullende krediet alleen gebruikt zal worden voor de afsluiting van het lopende onder zoek. Of de gemeente nog eens afkomt van het E.T.I.N., zoals door de Heer Verkooijen aangesneden, hangt van de Raad zelf af. De Heer VERKOOIJEN antwoordt wel vóór het afmaken van het lopende onder zoek te zijn; daarom kan hij ook instemmen met het nu gevraagde krediet van 35.000, De Heer BERGER zegt te erkennen dat het jammer is een studie, waarmee men bezig is, halverwege af te breken. Maar het gaat hem niet alleen om een overzicht van de studies waarmee de Raad akkoord is gegaan, maar ook om de middelen, dus om de dekking van de bedragen. Ten aanzien van de financiën moet de vinger aan de pols worden gehouden en zijn indruk, naar aanleiding van dit voorstel van het College is, dat het wat uit de hand gelopen is. Daarom juist had hij graag die informatie gekregen en zijn desbetreffende vraag was niet vrijblijvend bedoeld De VOORZITTER antwoordt, dat deze kwestie uitvoerig in de commissie financiën besproken is; hij wil graag nog eens herhalen dat de budgettaire konsekwenties volledig verantwoord zijn. De commissie financiën adviseert de kosten te verantwoorden op de gewone dienst en dit kan zonder verhoging van de plaatselijke belastingen. Er lo pen dus géén kosten over naar volgende jaren. Het College heeft de vraag van de Heer Berger zeker als zinnig ervaren, maar het is bij het College niet zó overgekomen, dat de Heer Berger dit overzicht stelde als voorwaarde om in te stemmen met het krediet. Hij herhaalt nogmaals, dat de gewone dienst voldoende ruimte biedt om dit krediet van 35.000,op te vangen en hij wijst hierbij op de post rente kasgeld, die, zoals de praktijk aantoont, veel hoger geraamd wordt (en moet worden, overeenkomstig de wens van Gedeputeerde Staten) dan in werkelijkheid nodig is, In de loop van het jaar kan over een groot gedeelte van die post toch beschikt worden en dat is nu het geval met dit aanvul lende krediet. De Heer BERGER zegt, dat hij weinig aan zijn al bekend gemaakt stand punt heeft toe te voegen. Ook in deze vergadering zijn er gevoelens van onbehagen geuit ten aanzien van de lopende studies; om dat onbehagen weg te nemen is inzichtverstrekking nodig. Hij blijft dus bij zijn standpunt. De Heer PEGEL zegt zich hierbij aan te sluiten. Het voorstel tot het voteren van een aanvullend krediet van 35.000, wordt hierna zonder hoofdelijke stemming aangenomen, met dien verstande, dat de Heren Berger en Pegel geacht willen worden te hebben tegengestemd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 122