-8- den gerekend, of ruim 4 jaren. Misschien moeten we dan nog eens 5 jaren wachten voordat de rondweg gerealiseerd is. Hij vraagt zich af of het resultaat van de studie dan nog bruikbaar is. De Heer VERKOOIJEN wijst er op, dat momenteel gestudeerd wordt op plan buitengebied, bestemmingsplan de Bunder, bestemmingsplan de Eikberg, ontwikkelings plannen van E.T.I.N. Nu komt hier misschien bij de studie op de komplannen. Dit zijn zoveel plannen, dat we nog net door de bomen het bos kunnen zien. Hij vindt het nodig dat de vinger echt aan de pols gehouden wordt. Ook in de commissievergaderingen komt het kostenaspekt steeds naar voren. De Heer AARTS zegt ook een beetje moeite te hebben met die financiën, Hij heeft er geen probleem mee nu het voorstel van het College te steunen, maar dat be tekent wel A. zeggen en dan noodgedwongen straks ook B. Dat is voor hem wél een pro bleem. De Heer PEGEL zegt, dat bij hem twee bezwaren rijzen. Het lijkt hem een nuttige zaak in te stemmen met een procedure tot ontwikkeling van komplannen, maar meer moeite heeft hij nu vanavond ook maar meteen in te stemmen met een voorbereidings- besluit. Daardoor wordt een aantal mensen belemmerd in de plannen die ze misschien heb ben. Er is een enquête gehouden onder de winkeliers in Ulvenhout en Bavel en daaruit is misschien dit soort dingen al naar voren gekomen. Vóórdat hij met een voorbereidingsbe- sluit mee kan gaan zou hij hier een veel beter inzicht in willen hebben welke plannen lopen er en wat denken de winkeliers er zelf van Wat het krediet van 30.000,be treft, vindt hij, dat er toch een beter inzicht moet komen in wat het totaal zal gaan kosten. Dat overzicht van de totale kosten behoeft dan niet op 10% a 15% nauwkeurig te zijn. De VOORZITTER konstateert, dat de tendens, die te beluisteren valt, is het kost allemaal zoveel en moet dat nou Bovendien ook wat kost het uiteindelijk Hij zegt, dat het College hierover wel degelijk met de deskundigen heeft gesproken; het antwoord was wij kunnen wel een bedrag ramen, maar daar kunnen wij niet voor instaan. Wel was mogelijk - en dat is ook gebeurd - een inzicht te geven in de opeenvolgende procedurele werkzaamheden. Zo is die termijn van 52 maanden naar voren gekomen, zoals het het draaiboek aangeeft. Hoe langer de termijn, hoe moeilijker het is tot een enigs zins steekhoudende raming te komen. Zo is ook bij de opstelling van het beleidsplan op gemerkt, dat noch het College, noch de Raad volledig gebonden zijn aan de daarin als verwachting neergelegde cijfers voor wat betreft het tweede t/m het vijfde jaar. Er kun nen dus zeker cijfers geproduceerd worden, als de Raad dat wil zal het College dit ook zeker proberen, maar dan moet duidelijk zijn, dat die cijfers opgesteld zijn met de natte vinger. Niet zichtbaar immers is wat de invloed is van de variabelen tijdens de procedure op de werkzaamheden. Uit een oogpunt van kredietbewaking is het College ook graag bereid bijv. om de 6 maanden een overzicht te geven van de stand van verleende en bestede kredieten, met een zo goed mogelijk inzicht in de stand van zeiken en de verder te verwachten kosten. In hoeverre voor Bavel wél en voor Ulvenhout géén beschermd dorps gezicht zou moeten worden vastgesteld, valt momenteel niet te bezien. Wat het overleg met belanghebbenden betreft, wijst de VOORZITTER er op, dat al in de eerste fase een gesprek met belangengroeperingen van de bevolking is inge bouwd. Dit overleg zal regelmatig terugkomen; ook bij schetsontwerpen en definitieve ontwerpen zal terugkoppeling naar de betrokkenen plaatshebben. De suggestie van de Heer Paulussen om ook de Molenstraat tot aan 't Hoekje er in te betrekken, wil de VOORZITTER niet overnemen. Een komplan geeft inderdaad belemmeringen voor degenen die er bij betrokken zijn en bedoeld gedeelte van de Molen straat is niet in een zodanige staat, dat daarvoor deze microplanologie, deze microde taillering in stedebouwkundige zin, nodig is. Aan de Heer Berger antwoordt de VOORZITTER nog, dat het belangrijkste gegeven in een komplan het gebouwelijke is, de straatwanden. Op de tweede plaats komt de inrichting van de weg, dus de profilering en alles wat daarmee te maken heeft. Het verdwijnen van de verkeersstromen uit Ulvenhout heeft te maken met de weginrichting. Bij de studie zullen daarom twee fasen ingebouwd moeten worden; een eerste fase waarin je het gebouwelijke konserveert met inachtneming van de bestaande verkeersstroom, en een tweede fase, waarin die konservering voortgezet wordt, maar waarin het bovendien komt tot een herinrichting van de straat.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 125