-12-
Ten aanzien van het Open Bejaardenwerk merkt de WETHOUDER op, dat op
de eerste plaats gewerkt wordt aan een samenwerkingsverband met Chaam en Baarle Nassau.
Dit samenwerkingsverband wordt momenteel besproken in de diverse Colleges van B W.
De wethouders, die er bij betrokken waren, stonden er zeer positief tegenover. Op de
tweede plaats wordt in het kader van het Open Bejaardenwerk gedacht aan het oprichten
van een bejaardenraad in elke gemeente. In Baarle Nassau is reeds een dergelijke raad
werkzaam; in Chaam en Nieuw-Ginneken nog niet. Wel is er in deze gemeente onlangs een
soort oprichtingsvergadering geweest. In die bejaardenraad zijn alle geledingen, die
met de bejaarden te maken hebben, vertegenwoordigd, zoals bijv. besturen van de 3 be
jaardenbonden, het bestuur van de bejaardenstichting Nieuw-Ginneken, de Wit Gele Kruis
verenigingen, de doktoren, de pastores, de gezinszorg, maatschappelijk werk, de Zonne
bloem en de gemeente. Bedoeling is, dat elke geleding zijn eigen vertegenwoordiging in
de bejaardenraad zal aanwijzen binnen niet al te lange tijd.
De Heer PEGEL zegt het waardevol te vinden, dat er een puntensysteem
is ontworpen voor de woningverdeling. Hij vraagt of de mensen, als ze dat vragen, een
inzicht kunnen krijgen hoe hun puntenaantal is en hoe hoog ze op de ranglijst staan.
Anders heeft het natuurlijk weinig zin, behalve intern.
Wethouder WILLEMSEN antwoordt, dat betrokkenen, wanneer het puntensys
teem geheel gereed is, desgewenst de nodige informatie kunnen krijgen.
De Heer BERGER vraagt of het juist is, dat voor de bouwvakvakantie maar
4 woningwetwoningen gereed komen. Zo ja, wat is dan de verklaring voor de vertraging in
de uitvoering Verder zegt hij de initiatieven tot een verdere strukturering van het
bejaardenwerk van harte toe te juichen.
De VOORZITTER antwoordt, dat hem ter ore is gekomen dat de aannemer van
de woningwetwoningen er niet in geslaagd is de nodige metselaars aan te trekken; men
heeft geruime tijd op halve kracht moeten werken.
De Heer VERKOOIJEN wil er nog op wijzen, dat de bouw van deze woningen
pas rond december 1975 begonnen is, zodat de vertraging niet zo groot is als ze misschien
lijkt.
13. SCHRIFTELIJKE VRAGEN
Deze zijn niet ingekomen.
14. RONDVRAAG EN SLUITING
De Heer PAULUSSEN merkt op, dat de laatste dagen nogal wat berichten
zijn gepubliceerd over de provinciale weg door het Markdal. Daarbij was ook het kommen-
taar van de Burgemeester op die berichten, die - wat zeer toegejuicht wordt - zich op
stelt vóór de belangen van de bewoners van Dorpstraat, Molenstraat en Ulvenhoutselaan.
Met dat al gaat het er toch op lijken, dat hier een geheel onverantwoorde vertraging in
de aanleg van de rondweg gaat plaats-vinden. Weliswaar is het alternatieve tracé wat
Breda heeft voorgesteld ten westen van het kerkhof aan de Bieberg een goed alternatief,
maar het gaat er op lijken, dat Breda wikt, weegt en beslist over en zonder Ulvenhout.
Naar zijn gevoelen gaan ze ook voorbij aan de belangen van de mensen van de Ulvenhoutse
laan, maar dat is een zaak van het gemeentebestuur van Breda. De Heer PAULUSSEN wil er
voor waarschuwen, dat deze affaire niet moet verworden tot een prestigeslag tussen Ge
deputeerde Brockx en Wethouder van Dun. Hij wil voorstellen om een direkt overleg te
heropenen, zowel met het gemeentebestuur van Breda als met de Provincie om de aanleg van
de rondweg onverwijld te realiseren. Verder informeert de Heer PAULUSSEN hoe het staat
met het verkeerscirculatieplan en hoe de besprekingen over de vuilstort verlopen zijn en
in welke openbare raadsvergadering daarover gediskussiëerd kan worden c.q. informatie
verkregen kan worden.
De Heer VAN DER WESTERLAKEN wijst er op, dat in het Markdal een nieuwe
gemeenschappelijke antennemast is opgericht ter vervanging van de mast, die in januari
door een storm geveld werd. Esthetisch is het geen schoonheid en de Heer VAN DER WESTER
LAKEN meent zelfs te kunnen spreken van een vorm van luchtvervuiling. Hij zegt dit nieuwe
opstakel te betreuren, temeer omdat ook blijkt, dat het technisch mogelijk is Ulvenhout
te voorzien van een goed signaal doormiddel van één mast. Zijn vraag is komen er nog
steeds nieuwe masten bij Hierbij denkt hij aan Beekhoek I en Beekhoek II. Welke moge
lijkheden heeft het gemeentebestuur om hier regulerend op te treden en uitwassen te