-14-
Aan de Heer van der Westerlaken antwoordt de VOORZITTER, dat bezwaar
lijk vergunning voor het oprichten van een nieuwe mast in Markdal II geweigerd kon wor
den. Het is niet mogelijk een gehele wijk zonder T.V. te laten zitten. Toch heeft het
College dit niet gedaan dan na enkele uitvoerige gesprekken met de partikuliere initia
tiefnemers van Ulvenhout om na te gaan of er mogelijkheden waren om te komen tot één
centrale mast, zoals Bavel die heeft. Ondanks 2 marathonzittingen is dit niet gelukt.
Er zijn 6 stichtingen en één coöperatie. Wel is een voorlopige afspraak gemaakt dat Ul
venhout verdeeld wordt in twee wijken en dat we toekoersen naar twee antennes, waarbij
dan de voorlopige scheidslijn zou liggen over de Dorpstraat en de Pennendijk. Hierbij
zou Beekhoek I komen bij de antenne van Markdal II en het toekomstige plan Beekhoek II
op de mast van 't Hofflandt. Afgesproken is ook, dat binnen de bebouwde kom alle panden
kunnen worden aangesloten. Men is natuurlijk wel afhankelijk van de methodiek die een
bepaalde stichting hanteert, maar overigens wil men zich toch zoveel mogelijk in het
openbaar verantwoorden voor wat betreft de methodiek en het geldelijk beheer.
De Heer VAN DER WESTERLAKEN merkt op, dat de ontwikkeling toch wel is,
dat Markdal I zich aansluit bij 't Hofflandt en dat de nieuwe mast in Markdal II dus toch
alleen maar zijn eigen oude gebied gaat verzorgen. Hij zegt het jammer te vinden, dat er
dergelijke bouwsels verschijnen, die niet nodig zijn en hij meent dat het toch wel moge
lijk moet zijn, dat de overheid regulerend gaat optreden teneinde dergelijke uitwassen
te voorkomen.
De VOORZITTER zegt nogmaals, dat het College al geprobeerd heeft om
sanerend en bemiddelend op te treden. Dit ls maar ten dele gelukt. Ook het College ziet
liever één centrale mast. Feit is echter, dat 10 jaar lang men het partikulier initiatief
de vrije loop heeft gelaten. Er is dus een stuk historie, wat men moet respekteren. De
overheid kan hierbij wel trachten te reguleren, maar je kunt niet ineens alles afdwingen.
Vergunning van de gemeente is nodig voor het leggen van kabels in gemeentegrond; ook is
theoretisch mogelijk bouwvergunning te weigeren voor een mast. Maar dan ontkent men een
stuk historie, een stuk maatschappelijk belang wat in het verleden gegroeid is. Komt
daar een rechtsgeding van, dan is de kans groot, dat de gemeente aan het kortste eind
trekt wegens onzorgvuldig bestuur. Vanuit dit gegeven heeft de gemeente bedoelde gesprek
ken gevoerd, maar het doel is niet ten volle bereikt. Als de Heer van der Westerlaken
nu zegt, dat Markdal I gaat aansluiten op 't Hofflandt, dan is dit nieuw voor het College
Overigens klopt het weer wel met de mededeling, die de VOORZITTER al eerder deed, dat er
een voorlopige afspraak is gemaakt. Het College wil wel bevorderen dat Beekhoek I op
Markdal II aansluit, want in het tweede gesprek is een praktische afspraak gemaakt om
trent een globale verdeling van het dorp in twee helften en aan die afspraak wil het Col
lege zich houden.
De Heer VAN DER WESTERLAKEN merkt op, dat vanuit de Stichting 't Hoff
landt een boekje is verschenen, waaruit blijkt dat 't Hofflandt met de kabel al op de
hoek van Beekhoek ligt. Hij vraagt zich daarom af of Markdal II nog met zijn kabel naar
Beekhoek toe moet.
De VOORZITTER herhaalt, dat met het partikulier initiatief voorlopige
afspraken zijn gemaakt, waaraan het College zich wil houden. Als een ander de gemaakte
afspraken niet wil nakomen kan dat niet aan de gemeente verweten worden. Overeenkomstig
die afspraak wil het College dus vergunning verlenen aan Markdal II om de kabel door te
trekken naar Beekhoek I.
Overgaande naar de Beeldenaar, merkt de VOORZITTER op, dat de gemeente
Breda met zijn muziekschool en de Beeldenaar een open toelatingsbeleid heeft gevoerd.
Iedereen van de buitengemeenten kon daar terecht. Om budgettaire redenen is Breda hierop
teruggekomen. Breda wenst, dat de variabele kosten, zowel van de muziekschool als van
de Beeldenaar, betaald worden door de buitengemeenten. Met Breda zijn hierover reeds
besprekingen gevoerd. Ten aanzien van de muziekschool heeft het College gesteld, dat toch
rekening moet worden gehouden met de muziekschool die de gemeente zelf heeft, middels
Muzische Vorming. Het College zou graag aan deze eigen muziekschool uitbreiding geven,
teneinde te bereiken dat zij die ter plaatse onderwijs willen genieten ook werkelijk
naar de eigen school kunnen gaan. Voor die instrumenten, waarvoor men in Nieuw-Ginneken
terecht kan, zou Breda dan géén bijdrage moeten ontvangen. Anders ligt het ten aanzien
van instrumenten, waarvoor men naar Breda zou moeten. Hierbij overweegt het College een