HE gemeente nieuw-qinneken gif a'liwiii Raadsvergadering 22 juni 1976 Agenda Nr13 Klass. Nr. -1.777.811.22. Onderwerp Mededelingen Vuilnisstortplaats Bavel. Ulvenhout, 9 juni 1976. Aan de Raad, Naar aanleiding van recente ontwikkelingen m.b.t. de vuilnisstort plaats te Bavel hebben wij initiatieven genomen om te komen tot een grotere koördinatie in de toekomstige uitbouw c.q. afbouw van deze vuilnisstortplaats. Dienaangaande delen wij U het volgende mede. Bij een bodemkundig onderzoek in de omgeving Dorstseweg te Bavel in de jaren '60 is gebleken, dat in dit gebied een aanzienlijke hoeveelheid geel- bakkende leem aanwezig was, die - vooral destijds en nog steeds - van groot ekonomisch belang is voor de steenfabrikageVoor de ontginning van deze leem is toen door de Grontmij bij Gedeputeerde Staten een ontgrondingenvergunning aangevraagd, welke vergunning op 25 mei 1966 werd verleend. In de voorwaarden van voornoemde vergunning werd aan de Grontmij toestemming verleend om het uitgelaagde terrein aan te vullen met afvalstoffen en het aangevulde terrein af te dekken met de teruggezette bovengrond. Na aanvulling moest het terrein op maaiveldhoogte worden opgeleverd. De aanvulling van het uitgelaagde terrein geschiedde middels huis vuil, dat werd aangevoerd vanuit omliggende gemeenten, die een kontrakt met de Grontmij hadden aangegaan ten aanzien van de huisvuilverwerking. Aan de gemeente Nieuw-Ginneken werd het recht verleend vrij huisvuil te storten wegens het in het gebied Dorstseweg veroorzaakte ongerief. Aanvankelijk le verde de verwerking van huisvuil ter plaatse geen al te grote problemen op, omdat de aanvoer van huisvuil gelijke tred hield met de leemwinning. Naarmate de aangevoerde hoeveelheid huisvuil toenam, werd het pro bleem van de huisvuilverwerking groter. Vanwege de inspektie volksgezondheid werden m.n. grote bezwaren gemaakt tegen het storten in open water (grondwater) De Grontmij kwam hierdoor in een overmachtsituatie te verkeren (de kontraktuele verplichtingen ten aanzien van de huisvuilverwerking moesten worden nagekomen) en men is toen huisvuil gaan storten boven maaiveldhoogte. Deze wijze van verwerking is weliswaar in strijd met de voorwaarden van de in 1966 verleende ontgrondingenvergunning, doch de op 23 december 1970 door Gedeputeerde Staten verleende hinderwetvergunning staat de verwerking van vuil boven maaiveldniveau toe. Door deze wijze van vuilverwerking is een naar onze mening landschap pelijk zeer storend element ontstaan, terwijl als komplicerende faktor de in het streekplan "West-Brabant" geprojekteerde stedelijke woonwijk Bavel/Dorst moet worden aangemerkt. De vuilverwerking zal namelijk in strijd kunnen komen met de planologische ontwikkeling van een stedelijke woonwijk ter plaatse. Op 23 december 1975 hebben Gedeputeerde Staten advies gevraagd over een aanvraag om een ontgrondingenvergunning van de Grontmij, betreffende de ontgronding van een gebied nabij de huidige vuilnisstortplaats aan de Dorst seweg

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 157