Van deze gelegenheid hebben wij gebruik gemaakt om bij Gedeputeerde
Staten bezwaren te uiten tegen de wijze, waarop de vuilverwerking tot op
heden heeft plaatsgevonden. Met name zijn bezwaren geuit tegen de aanvanke
lijke situatie, waarbij huisvuil in water werd gestort en tegen de later
ontstane situatie, waarbij huisvuil werd gestort boven maaiveld-niveau.
Voorts is op 16 januari 1976 door de Grontmij een hinderwetvergunning aan
gevraagd ten behoeve van de uitbreiding van de vuilnisstortplaats te Bavel.
Deze aanvraag is momenteel in behandeling bij Gedeputeerde Staten en tij
dens de hinderwetprocedure zal de gemeente Nieuw-Ginneken in de gelegenheid
worden gesteld bezwaren tegen de voorgenomen uitbreiding kenbaar te maken.
Overigens kan terzijde worden opgemerkt dat de wijze van vuilverwerking
op zich momenteel geen aanleiding tot opmerkingen biedt.
Mede naar aanleiding van de ingediende hinderwetaanvraag heeft een
bespreking met de Grontmij plaatsgevonden.
Tijdens deze bijeenkomst is overeengekomen, dat een gemeenschappelijke pla
nologische en stedebouwkundige visie op voornoemd gebied moet worden ont
wikkeld. Voor de ontwikkeling van deze visie zou een gespreksgroep op brede
basis moeten worden geformeerd.
In verband met het voornemen van de gemeente Breda om op korte termijn
een nieuw langdurig kontrakt met de Grontmij aan te gaan voor de afvoer
naar en de verwerking van vuil op de stortplaats te Bavel hebben wij op
29 april j.l. hieromtrent met Breda en de Grontmij een gesprek gevoerd.
Mede in verband met de strijdigheid van de stortplaats met de huidige
planologische inzichten, hebben wij bepleit, dat Breda een kontrakt met
de Grontmij zou sluiten van jaar tot jaar.
Voorts is onzerzijds aangedrongen op een benadering van de problematiek op
een bredere basis, waarna afspraken zijn gemaakt voor een bespreking waar
aan zouden deelnemen de provincie, de gemeenten Breda en Nieuw-Ginneken
en de Grontmij
Inmiddels is ons gebleken, dat Breda met de Grontmij een kontrakt zal
aangaan voor 10 jaar, waarbij een ontbindende voorwaarde wordt opgenomen,
dat het kontrakt na 4 jaar zal worden ontbonden indien planologische as-
pekten zich tegen kontinuering van dit kontrakt verzetten.
Op 1 juni j.l. heeft een gesprek plaats gevonden met de heer Brugman,
lid van Gedeputeerde Staten.
Van de zijde van de provincie wordt gesteld, dat de problematiek van de
vuilnisstortplaats moet worden gezien in relatie met de omgeving. In ver
band hiermede zullen ook vuilnisstortplannen in relatie tot de omgeving
moeten worden beoordeeld, terwijl voldoende garanties moeten worden ge
creëerd ten aanzien van de toekomstige ontwikkeling van de omgeving,
De provincie is voorstander van het scheppen van een overlegsituatie,
waarbij de opvattingen van de diverse deelnemers aan dit overleg omtrent
de inpasbaarheid van de vuilnisstortplaats in de omgeving, kenbaar worden
gemaakt. Dit overleg wordt tevens functioneel geacht voor de verlening van
de gevraagde hinderwet- en ontgrondingenvergunning
Door de provincie zal het initiatief worden genomen om een gesprek
te beleggen, waaraan zullen deelnemen het Stadsgewest Breda, de gemeenten
Breda - Oosterhout - Nieuw-Ginneken en waarbij de Grontmij als waarnemer
zal worden uitgenodigd.
Nadere ontwikkelingen omtrent de vuilnisstortplaats zullen, zodra be
kend, te Uwer kennis worden gebracht.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN NIEUW-GINNEKEN,
De Secretaris,- De Burgemeester,
Th. Bossink.
M. van de Ven.